48 DEE SLUIZENAKEN OPSTAND. exactiën, bij henlieden hier voortijden den vreemden koopman en den ingezetenen voorzeid gedaan, achter volgende zekere commissiën, onlangs daarop gegeven. Ordonnerende voorts, dat onze baljuw van den watere, die nu is of namaals wezen zal, zich voortaan onthoude iets te eischen op de kooplieden en op de schiplieden in 't water, onder 't deksel van zijne officie of ter cause van de emolumenten van dien, anders dan alzoo men van ouden tijden gecostumeerd is geweest bij regte te hebben en te ontvangen en gelijk dat men plag te doen over dertig of veertig jaar, zonder zich in eeniger wijs te regelen naar de nieuwe exactiën en manieren van doen, onlangs bij zijne voorzaten opgesteld" (8). Bij een ander artikel worden ons de afpersingen ken baar, waaraan zich de upperduunheerdre, d. i. de opper- duinbeheerder over de duinen tusschen Sluis en Greve- ningen en zijne serganten of dienaars zich schuldig maakten omtrent de kooplieden, die daar doortrokken, of anderen wier weg daar langs henen leidde (9). Overal afpersing, overal slecht beheer! Overal verdruk king van den vreemden koopman, wiens handel de slag ader was van Ylaanderens leven, en van den ingezetene die door scheepvaart of nering zijn' eigene welvaart en den bloei des lands trachtte te bevorderen. Wij vertrouwen overtuigend genoeg aangetoond te hebben, dat de Sluizenaren niet alleen onder zware lasten gebukt gingen, maar daarenboven nog ten doel stonden aan allerlei knevelarijen. Het strekke ter regt- vaardiging van eenen opstand, dien wij thans van nabij willen beschouwen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1858 | | pagina 94