SCHETS VAN STAATS-VLAANDEKENS WESTELIJK DEEL, ÏN 1 6 4. GEDEELTE EENER VOORLEZING, GEDAAN TE SLUIS IN 1S!1. DOOR Dr. H. A. CALLEETEELS. Zoowel door de hooge vloeden, als wegens het door steken van de dijken, stond de heele boel onder water alleen waren er hier en daar kleine lapjes lands blijven liggen. Als men b. v. te Sluis op de torenkamer van het kasteel zat, zag men heel in de verte Kadzand liggen; de watering van dien naam was met den Vier honderd bezuiden en met den Strijdersgatpolder alleen overgebleven; maar tusschen Potjes en Oostburg was alles zee geworden. Aan Oostburg was niets gebleven, dan de Veerhoekpolder (zijnde het eerste begin der Oude Yve-Watering) en uit de dijken van dat poldertje ston den de bouwvallen der beide oostburgsche kerken te kijken, even als in 1814 de afgebrande St. Janskerk en het gesprongen kasteel uit de wallen van Sluis; en dan vertelden de menschen, in het voorbijvaren, elkander, hoe het te voren geweest was.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1859 | | pagina 102