80 DE DICHTEES in datheens psalmen voorkomende, als b. v. iemand met een wanhopig gelaat, tusschen ketels en bij een brandend kolenvuur zittende, met zinspeling op de uit drukking: tusschen ketels als kolen swart (Ps. 68: 7.); ook een troep boeren en kinderen, langs straat zingende en groot misbaar makende, als uit de kerk, die zich in 't verschiet vertoont, verdreven zijnde. Door al deze geschriften, welke ook tegenschriften uitlokten, gingen intusschen de oogen meer en meer open, zoodat kerkelijke besturen overtuigd werden, dat het gebruikelijke kerkgezang aan alle leden van verstand cn smaak meer tot aanstoot was, dan stichting te weeg bragt. Na een langdurig wikken en wegen over de wijze, op welke men best verbetering in deze zaak tot stand zoude brengen, werd eindelijk het voorstel van de classis van Walcheren aangenomen, om uit drie in het licht zijnde psalmberijmingen voor eiken psalm eene keuze te doen, en, waar het noodig was, daarin nog verbeteringen aan te brengen. Tot de verrigting van dit belangrijke werk, waaraan de hooge regering welwillend de hand bood, kwamen de predikanten, daartoe uit elk gewest benoemd, te 's Gravenhage bijeen, en volbragten in onderscheidene zittingen, van 12 Januarij tot 19 Julij 1773, de hun opgedragene taak op eene wijze, welke door alle bevoegde beoordeelaars, als zeer gelukkig geslaagd, ten hoogste geprezen werd. Deze nieuwe psalmberijming werd nu, reeds in 1774 bij verscheidene gemeenten, doch meer algemeen op den 1 Januarij 1775, op hoog gezag der staten, openlijk

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1859 | | pagina 130