108 IN DEN POLDER. zich wou nemen, zoo maar in. goed vertrouwen gevolgd, tochliefde is niet vreemd aan menig hart, dat in de borst van zulk ééne als hier leven klopt; onbewust van het grove vergrijp, 't welk ze pleegt tegen den wettelijkeu vorm der maatschappij, daarom niet minder bereid dikwerf, den man dien ze lief heeft te volgen waar hij ook gaat; met hem armoê te Jijden niet alleen, maar zoo als ik eens hoorde van zulke lippen, toen in den polder toevallig het gesprek op dit chapitre gekomen was, „voor hem, als 't ncodig was, door een vuur te gaan." Zoo min als de wettelijke bevestiging eener ver- bindtenis tusschen personen van een anderen stand de waarborg is van liefde, even min sluit het gemis van wettelijke sanctie of kerkelijken zegen op dien band de echte, reine, zelfopofferende huwelijksliefde en trouwe uit, Zoo als de polderjongen leeft, zoo sterft hij ook meestal in den vreemde. Zijn lijk is dikwerf een twist appel tusschen twee gemeenten, omdat de eene de eer genoot hem geboren te zien worden en de andere zich minder gevleid gevoelde door de omstandigheid, dat hij wel onder hare jurisdictie sterven wou. Men is het dan gewoonlijk niet eens, wie de kosten van zijn vuren kist en van zijn graf in een vergeten hoekje van het kerkhof be talen zal. Over 't regt van successie hebben zijne nazaten nimmer zich het hoofd warm te maken, want zijne nala tenschap bestaat gewoonlijk uit de sjovele kleederen, die hij droeg toen hij voor het laatst onder de menschen kwam. Niemand heeft zich gedurende zijn leven met hem bemoeid; zoo hij al gedoopt is, - wat in den regel

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1859 | | pagina 158