m 112 IX DEN POLDEB. uitgevallen, al beantwoordt zij niet in allen opzigte aan wat uw schoonheidsgevoel zoowel als 't mijne, in uwe aan staande gade hoopt te vinden, zij is daarom den naam van een knap, kloek wijf ten volle overwaardig. Jan melis zou er bijvoegen dat ze een goed en een „nuver" wijf was, waar hij 't gedurende zeven jaren best meê vinden kon. Zij is de moeder zijner kinderen, die daar in 't zand rondbuitelen, nadat ze zich eerst de voeten eens gespoeld en aan 't strand van de Schelde schelpen hebben gezocht, die hier echter maar zelden te vinden zijn. Wat haar trouwakte betreft, sub rosa wil ik u wel zeggen, dat die ook verre te zoeken is. Mieke tkien is daarom geen minder goede huisvrouw, getuige het inwendige der stulp, dat pleit voor hare zindelijkheid en hare zucht tot orde. 't Meubilair is wel niet weel derig, maar toch goed onderhouden. Die bruine eiken houten kist, midden in het vertrek, is hun tafel en tevens de bergplaats van al hun wereldsch goed, 't welk voor het grootste deel uit de kleederen van het gezin en uit het groote zilveren horologie van den huisvader bestaat, 't Weinige blik- en koperwerk aan den wand blinkt als een spiegel en de tellooren" (borden) die gij hier en daar verspreid ziet, zijn zuiver genoeg, dan dat ge bij gebrek aan iets anders er u voor één middag niet mede zoudt kunnen en willen behelpen. Zij maakt op mij den indruk van iemand te wezen, daar een niet al te veeleischend echtgenoot uit haar stand vollen vrede meê moet hebben. Dikwerf tuurde zij sedert het laatste half uur naar buiten en een donkere wolk hangt

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1859 | | pagina 162