122 IN DEN POLDER. f TEEUW," vroeg hij, binnen vier weken zal ik ze wel hebben uitgezuinigdgeef ze me, jij hebt kind noch kraai „Juist daarom," mompelde hij, „wat zou't je helpen, al wou ik dat geld al eens aan je wagen?" vervolgde hij luider zou je denken, dat ze naar 't overige niet vragen zou, als je die veertien gulden haar in handen stopte? Een verkeerde rekening, jongen, je moet geheel geholpen wezen, of „Geheel geholpen, of Jan klemde zich aan het denkbeeld reeds vast, zonder dat hij nog vermoeden wilde, door welke woorden de hoop, die er door wakker geroepen werd, onmiddelijk weder den bodem kon ingeslagen worden. Of je moest naar de Haarlemmer Meer gaan," liet teeuw er ijskoud op volgen. De andere begreep hem niet. Digter schoof zijn booze geest hem op zijde, 't Was of een onzigtbare hand jan melis zag ten minste niet meer, hoe 't gebeurde weder eensklaps de gevulde jeneverglazen voor hem plaatste. In dien hoek van 't vertrek was 't bijna geheel donker en de overigen hadden slechts oog en oor voor de spelers, die dit tweetal opgevolgd waren. Jan bevochtigde zijne lippen weer eens en 't was hem aan te zien dat hij luisterde, toen teeuwis met de verklaring van de geheimzinnige woorden, die hij zoo even had gesproken, aanving. Aan 't woord voegde deze eene daad toe, die bestemd scheen om den ander des te spoediger de ware beteekenis van zijne woorden te doen begrijpen. Hij lei namelijk al 't gewonnen geld,

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1859 | | pagina 172