SPANJE. POOR T. H. BITSER. Schoon, wellustaadmend is het oord, Waar, onder 't donker loof der boomen, De goudgekleurde oranje gloort; Waar Taag en Ebro murmlend stroomen. En langs de heuvlen 't rundvee loeit; Waar 't zonvuur van d'azuren trans De druif ontgloeit in purperglans, En weeldrig fraai de olijfboom groeit. Schoon land, gezegend door Natuur! Waar is de dagvorst heengevaren, Eu 't speelziek windje in 't avonduur Aan 't dartleu op de blaauwe baren 't Guitaarmuziek der donna klinkt, Daar aan haar voet heur minnaar ligt. Op wien haar blikken zijn gericht, Wier gloed nog in het duister blinkt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1859 | | pagina 181