SPANJE.
133
O voor den christen wreed vermaak!
Waarom niet, in een eedier streven,
Uw leven voor een grootscher zaak
Gewaagd en moedig prijs gegeven?
Een enkle wending geeft hem bloot,
En 't ondier draagt hem 't strijdperk rond;
Be bloedstroom stort en kleurt den grond;
Zieltogend valt de ellendling dood.
Dus, gausch verbasterd zijt gij niet.
Al is het, dat men in uw streken
Geen Inquisitie-beulen ziet,
Gelijk weleer uw grond mocht kweeken
Geen vlam der houtmijt walmt en sist
En blaakt er schuldlooze offers meer:
En toch, ter prooi zijt ge als weleer
Van dweepzucht en van priesterlist.
Hij, die uw bodem thands betreedt,
Estremaduraas heerlijke oorden!
Kilt van de moorden, gruwzaam wreed,
Die vaak uw zoete rust verstoorden:
In elke struik ziet hij den dolk
Des moorders met een wolvenaard,
Wien dood noch hel verschrikking baart,
't Zijn zonen, Spanje! van uw volk.