143
EEN BLIK OP HET SLUIS
deel der stad. Wat hier nabij de Westpoort aan onze
regterhand ligt vooral is van ouds bekend als de U p-
scote, Opschote, en als een bijzonder eigendom of do
mein der Heeren van Sluis. Zoo zachtkens de Brug
straat doorwandelende, laten wij de Mosselstraat,
die naar de Smeêstraat heenleidt, aan onze linkerhand,
de Maagde-, de Kamper-, en de Yisscherstraat
aan onze regterhand liggen, en bezien even aan de noord
zijde der Brugstraat de Onze-Yrouwe-Kapel, die ons
denken doet aan het Onze Yrouwegilde, de korendragers,
oudtijds de Pijners van Onze-vrouwesteeger. Zoo
komen we op de Sint-Juliaansplaatse of Appel
markt (de Garenmarkt) aan. Gij ziet hier de Yleesch-
hal, in 1379 reeds het nieuwe vleeschhuis genoemd,
in tegenoverstelling van een vroeger, voor u, aan de
noordzij van de Smeêstrate, d. i. de straat der smeden.
Aan het einde van deze straat staat een toren, naar haar
de Smeêtoren geheeten, almede in het beleg van 1587
vermeld. Toen nam men zijne spits af en liet de don
derbussen van het plat des torens lustig op den vijand
spelen. Wij zetten onze wandeling stadwaarts voort, en
zien dan dadelijk de Yischmarkt voor ons, eene ruime,
overdekte plaats, bezet met banken en tafels, waarop de
viseh ligt uitgestald. De markt ligt juist aan het eind
der tegenwoordige kade, toen de Turfvliet geheeten
gij begrijpt ligt, waarom boven de beroemde Sluis,
die der stad haar' naam gaf, en ten uitwateringsmond
strekt aan Aardenburger Ambacht bewester Ee. De
kade was hier eigenlijk toen nog niet. Deze strekte zich