DIK XV EEUW.
149
keuren aan Sluis afstonden, welke zaak in 1390 haar
beslag kreeg, doch de stad groote sommen gelds kostte.
In 1401 gaf hij zijne toestemming tot het bouwen van
den steenen muur aan den havenkant, 'tgeen door graaf
jan in 1404 bevestigd werd. Alhoewel nu de twee
keuren tot de stad Sluis en onder hetzelfde gezag be
hoorden, hadden nogtans hare bewoners eenige voor-
regten boven anderen. Zoo moesten, om slechts iets
te noemen, de twee verwers, een die rood en een die
blaauw verwde, op deze Keuren en niet op het andere
gedeelte van Sluis woonachtig zijn. Daar wij nu toch
aan het verhalen zijn, willen we een enkel woordje zeggen
over den ouderdom en het regtsgebied of het schependom
der stad. Sluis, eertijds Lambinvliet, Lamminsvliet, dat
is Lambertusvliet, geheeten, werd door gui, graaf van
Vlaanderen, kort vóór of in 1290 tot eene vrije stede
van wet, franche ville de loi, verheven. Wan
neer aan eene plaats dit voorregt te beurt viel, kwam
zij in den rang der steden, hield op onder het algemeene
regtsgebied des lands te ressorteren en kreeg hare eigene
schepenen en haar bijzonderen baljuw. Vrije stad of
franche ville beteekent dan ook niet meer dan eene
plaats met stadsregten. Steeg eene stad in aanzien en
grootte, werd zij versterkt of bemuurd, dan verloor zij
den naam van villa franca en kreeg dien van op-
pidum. Sluis werd dan op het eind der dertiende
eeuw tot eene villa franca en op het laatst der veer
tiende eeuw tot een oppidum verheven. Het is dus
ligt te begrijpen, ja, 't is aan geen redelijken twijfel meer