150 BEN BLIK OB IlET SLUIS onderhevig dat Sluis of Lambinvliet, als plaats zonder stadsregten en staande onder het algemeen regts- gebied, reeds veel ouder zijn kan en zijn moet. Wij mogen niet voortgaan zonder nog met een enkel woord te gewagen van de grenzen van 't grondgebied der stad. De grenzen van Lambinvliet, door graaf gui reeds in 1293 met vier palen aangewezen, waren later vervallen, daar de twee palen, in het water staande, naar den kant van Mude, alle gezag hadden verloren. Aan den waterkant werd en bleef nu d' oever van het Zwin, tegen de stad aan, de grensscheiding: al wat op het Zwin voorviel kwam ter kennisse der schepenen van der Mude en den baljuw van de wateren, die te Sluis zijn verblijf hield. Aan de landzijde werd de grens scheiding, na de overdragt der twee keuren in 1389 en 1390, aldns bepaald, „dat men eenen paal steken zoude ten westeinde van de plaats, strekkende van de West poort van Sluis westwaarts tot Bruunghers, ten uitkante van den schependomme van Sluis; dat de stad Sluis eeuwelijk voortaan houden zoude den dijk, die strekt van der Schepinge te Bruunghers, van dien voorz. palen, oostwaarts tot de Westpoorte van de voorzeide stad.... en dat de plaatse voorzeid, evenverre als ze nu toebe hoorde ten schependomme van Sluis, zal blijven toebe- hooren; dat men palen steken zoude ten westende van der voorz. plaatse, daar ze nu aan 't Vrije grensde en alzoo voorwaarts oostwaarts tot drie voeten van de uiterste vesten, in 't regte gescheed (scheiding), daar de twee schependommen nu scheiden, en dat men voort van dien

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1859 | | pagina 200