152 EEN BUK OP HET SLUIS
strekt zich de Mersenierstraat uit. Van de Visch-
markt komende, loopt men de „kele der Mersenierstrate"
in; gij ziet, er is ook eene rij huizen tegen den Turfvliet
aangebouwd. Door het Pasteistraatje, Serboudens-
of 's Heeren Boudewijnsstraatje, komen wij op
den hoek der Melkmarkt, en tevens op den hoek der
Onze-Vrouwestraat, ook de Kuiperstraat ge-
heeten van wege de menigte kuipers, die hier thans wonen.
De Onze-Vrouwestraat doorsnijdt de Hoogstraat, loopt
door onder den naam van O. V.steeger en eindigt in
de fraaije O. V. poort. Waar later het landshuis van
den Vrije staan zal, zien wij nu nog de woning van
het edele geslacht de baanst, waarvan sedert de vroegste
tijden talrijke afstammelingen in Sluis gevonden werden.
Hunne fraaije woning, prijkende met een torentje, werd
bij het beleg van 1492 in de asch gelegd. Wanneer
wij de markt opwandelen, zien wij het Stad- of Sche
penhuis voor ons. Het prijkt alreeds met zijne torentjes
en vaantjes op het sierlijk gebouwde belfort, waarop zich
's avonds na zonne-ondergang der stede pijpers en mene
strelen laten hooren. Het dak prijkt met drie dakvensters,
waarop ijzeren spillen met looden priemappelen geplant
staan, dragende vaantjes, versierd met het wapen der Heeren
van Bourgondië en dat der stad; zes ramen van wit glas
steken in het uitlat of het balkon. Gaan wij het schepen
huis binnen, dan treden wij langs Arragonsche matten naar
de zaal, waar doorgaande waarhede wordt gespro
ken en de misdadiger ter wette wordt overwonnen.
De banken in deze zaal zijn bekleed met tapijten; daar