4 TIENDWEIGERING VAN DE VRIJLATEN opstand, geboren door den voorgang van anderen en geboet door de goederen der schuldigen; aangevangen in eenen tijd, toen de maagdelijke hand sidderde, die de teugels des bestuurs hield, onderdrukt toen die hand, al krachtiger en krachtiger geworden, den wilden volks geest gebreideld, den storm des opstands bedwongen had. Geen bloedig offer w.eischte deze opstand; niet tegen 's graven hoogheid verzette men zich; niet de regten der landsvrouwe werden belaagd of verkort, maar de resten dergenen, die van onheugelijke tijden hun aandeel trokken van den arbeid der landzaten en teiken jare de tienden lieten verzamelen in hunne schuren. Was Vlaanderens noorderboord nog in de 15de eeuw het land van handel en zeevaart, 'twas ook het land, waar de landbouw zijn' zetel had opgeslagen. Telken oogst lieten de gouden halmen hun liefelijk geruisch hooren als zij golfden op den adem der winden en met gejuich bragt de landzaat de rijke schoven in zijne schuur. Hier sneed het kouter den vetten kleigrond en dekte het olierijke koolzaad den aangewonnen polder: geen heerlijker bouwland, geen schooner landbouw dan in de drie ambachten, die den naam droegen naar plaatsen, wier bestaan zich verliest in de nevelen der oudheid. Aardenburger-, Oostburger- en IJzendijker-Ambacht waren destijds reeds wat ze nu zijn: een landbouwend oord bij uitnemendheid, maar omgeven en doorsneden dooi wateren, die de kielen droegen, welke de koopnians- sehatten van bet -zuiden aan-, en de voortbrengselen

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1859 | | pagina 54