8 TIENBWEIGER1NG VAN BE VRIJLATEN onbevredigend, dat zij henlieden wachten zouden van misdoene." Maar zie, in weerwil van het ontvangen verbod en bevel, met verachting der bedreigde boete en in versmaadhede van justitie," hunne gedane be lofte niets achtende, voerden de beklaagden zeiven de' tienden van het land en borgen ze in hunne schuren, daardoor aan het klooster eene schade van honderd pond vlaamsch berokkenende. 1) Nieuwe klagten van den abt van Sint BaafDen eersten Augustus gaf gravin Maria, een' iegelijk willende onderhouden iu zijne pos sessie, den bovenvermelden van ber mersch den last t' eenen zekeren en betamelijken dage, voor zich te dag vaarden den evengenoemden postaerbt, be maghere en be MEY en alle anderen, die de voorzeide trouble" zouden aangerigt hebben en dat wel ter plaatse, daar de ongehoorde zake geschied was; de geestelijkheid te houden in hare possessie, en alle belet te weren, dat haar daarin gedaan mogt zijn. Verder, zoo gaat de gravin voort, gelasten wij u, dat gij van onzenthalven den voor zeiden personen het nadrukkelijk bevel geeft, dat zij oogenblikkelijk en zonder eenig uitstel aan de klagers zullen uitkeeren en overleggen de voorzeide tienden, of wel de som van honderd ponden vlaamsch, behoudens juiste schatting, wegens de hun veroorzaakte schade en hen tevens vermaant, dat zij wachten meer zulk of gelijk belet te doen. En, zoo vervolgt de landsvrouw, in ge- 1) De verpachting der tienden in Aardenburger-Ambacht Beooster- en Bewes- ter-Ee bragt gewoonlijk 150 ponden groot op. Uit de opgave der schade van 100 pond zou men het besluit kunnen trekken, dat de opstand twee derde deel van net ambacht had aangegrepen. De landzaten omstreeks Ooetburg schijnen in da- weêrspannigheid niet gedeeld te hebben.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1859 | | pagina 58