5
IN AAEDENBUBGER AMBACHT, IN 1477- 9
valle van verzet of uitstel, zult gij de nieuwigheid weren,
de twistzake in onze handen stellen, opdat er volkomen
en deugdelijk herstel geschiede. Dagvaard alsdan de
verweerders om op eenen zekeren en tamelijken dag te
compareren voor onze lieve en getrouwe, den president
en de andere leden van onze kamer van den rade in
Vlaanderen, om aldaar voor die van Sint Baaf de oor
zaak van hun verzet bloot te leggen, en zich bij den
procureur-generaal van Vlaanderen te verantwoorden
wegens de bewuste zaak en wat er aankleven mag, op
dat men voort procedere, alzoo 't behooren zal. En,
't zij de voorzeide personen al dan niet in verzet komen,
dagvaard ze niet te min ten voorzeiden dage en stede
of ten anderen behoorlijken dage voor onzen voorschreven
procureur-generaal van Vlaanderen, om zich te zien wijzen
in de boete van vijf honderd gulden leeuwen, het tegen
deel staande te houden, zoo 't hun goed dunkt, en
voorts te procederen als boven. Voorts zult gij den
voorzeiden president en den anderen leden van de
kamer van onzen raad berigten, wat door u in deze
zaak gedaan zal worden, welken wij bevelen, dat zij, de
voorzeide partijen gehoord hebbende, hun doen geschieden
goed kort regt en expeditie van justitie, want alzoo
belieft het ons gedaan te zijn, niettegenstaande eenige
letteren, hiermeê strijdende, bedriegelijk verkregen of
nog te verkrijgen.
Ingevolge den verkregen last gehandeld hebbende,
gaf van der mersch van zijne bevindingen verslag aan
de heeren van den raad in Vlaanderen. Wij willen hem