13 TIENDWEIGERING YAN DE VRIJLATEN dat ze meer genade te hopen hadden van hunne gees telijke schuldeischers, zoo ze nog in tijds tot hunnen pligt terug keerden, dan van Vlaanderens raadsleden, die hun gewisselijk de versmaadhede van justitie mede in rekening brengen zouden. Mogt dan al een viertal weigeren den trotschen nek te buigen, vier en twintig schuldigen zien wij zoo op den 23sten October, ter hofstede van jan de vos, als den 20sten November aan het Onze Vrouwe kerkhof te Aardenburg voor de gemagtigden van den abt en 't klooster van Sint Baaf verschijnen, mijne heeren in zijne possessie kennen, restitutie doen van de tienden" met belofte van de beteringe, hun door den kloostervoogd tot straf voor hunne ongehoorzaamheid opgelegd. Bevreemdt het ons, dat in het verslag alleen ge wag geschiedt van vier tiendweigenaars; trekt het tevens onze aandacht, dat noch van postaerdts, noch van de mey gesproken wordt, welke in de eerste aanmaning met name vermeld zijn; noch van de vele anderen, die even pligtig waren, wij gelooven dit daaruit te moeten verklaren, dat zij, met reden bezorgd over de gevol gen, welke eene volharding in weerspannigheid mogt na zich slepen, spoedig hunne dwaling erkend, hun leedwezen betuigd en daardoor schuldvergiffenis en staking der regtsvervolging verworven hebben. Daarom zal dan alleen van de vier hardnekkigen onder de schuldigen gesproken worden, wijl zij alleen voor de kamer van den raad in Vlaanderen verschijnen moesten, om daar, zoo tegen de geestelijkheid van Sint Baaf, als tegen

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1859 | | pagina 62