14 TIEND WEIGERING VAN DE VRIJLATEN-- Pieter filius HENDRICK Maes, wonende in Heille-, heeft vergiffenis gebeden en kent mijnen lieere in zijne possessie, en is daarmede in gratiën ontfaan. Pieter de mey kent mijnen lieere in zijne possessie van de tienden en zal stellen eene kaars van één pond, verwapend met het wapen [van Sinte Baaf] in het. Bagijnhof te Aardenburg, tussehen dit en Allerheiligen dag, op de pene van 10 pond parisis, [te verbeuren] tegen mijnen voorzeiden heere. Jan filius jacques eranchois heeft vergiffenis ge beden en kent mijnen, heere [den. abt van Sint Baaf] in zijne possessie, en is daarmede in gratiën ontfaan. Adriaan huken kent mijnen heere in de possessie van, de tienden, en zal stellen eene kaars van drie pond was vóór Onze Yrouwe in de kerk te Aardenburg, ver wapend met het wapen van mijnen voorzeiden heere van Sinte Baaf, tussehen dit en Allerheiligendag, op de pene van 10 pond parisis tegen mijnen voorzeide heere. Jacob filius jan reygïiers kent mijnen heere in zijne possessie, en zal stellen eene kaars van drie pond- was, verwapend met het wapen van Sinte Baven, te Sint Kruis buiten Aardenbarg, ten zeiven dage en op zulke pene als boven. Pieter filius p\ lijssens kent mijnen heere in zijne-

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1859 | | pagina 64