24 EEINIER de KLERK.
daar heeft in handen gehad REInier de klerk. Moge
de herinnering van eenen zoo hooggeplaatsten gewest-
genoot, den eenige als zoodanig, den Zeeuwen m di
Jaarboekje niet onaangenaam zijn, den lezer hier met
misplaatst dunken.
Aan reynier de clerck aldus wordt de naam m
het doopboek gevonden—en elisabeth janse te Mid
delburg woonaehtig, werd in het begin van November
1710 een zoon geboren, die bij den doop, den er
maand 5) den naam van zijnen vader ontving. 6) a
kind werd, knaap geworden, tot den koophandel opge
leid; maar REINIER schijnt te woelig geweest te zijn voor
den kantoorlessenaar; althans hij werd door zijne ouders
waarschijnlijk lieden uit den burgerstand, op zijn vijf
tiende jaar geplaatst als adelborst op een oorlogschip,
dat uitgerust werd om op de O. I. retourvloot te kruisen.
Dit kleine togtje schijnt lust tot grootere te hebben
gewekt, zoodat hij weldra een' togt ondernam naar
Indië, als eenvoudig matroos. Hij kwam behouden terug
en zeilde in 1731 andermaal naar het peperland, nu
als „derde waak," maar bleef toen te Batavia achter en
heeft zijn vaderland niet weder gezien.
Weldra liet hij zich gebruiken tot zeetogtjes m de
bezittingen der toenmalige Compagnie, en bekwam na
eenige reizen het bevel, onder den titel van stuurman,
over eene bark, met welke hij herhaalde malen naar