REINIER DE KLERK.
25
Padang stevende. Er regeerden destijds in de nabij
heid dier hoofdplaats van onze bezittingen op Suma
tra's westkust twee met de Compagnie verbonden vorsten,
die van Basos en van Sorkam, welke gedurig overlast hadden
van hunnen nabuur, den koning van Atchin en tegen dezen
hulp zochten bij den raad van Padang. De klerk,
belast met het bevel over de land- en zeemagt, ter hulp
dier inlandsche vorsten afgezonden, had het geluk,
in deze zending uitnemend te slagen, en de gunstige
berigten aangaande zijn gehouden gedrag, naar Batavia
opgezonden, zullen zijne verdere bevordering zeker niet
in den weg hebben gestaan.
Niet lang na deze expeditie verliet DE klerk de
zeedienst; doch de toenmalige gouverneur-generaal val-
ckenier wist te goed, hoe naauwkeurig onze Zeeuw
bekend was met Sumatra's westkust, om hem daar, ook
tot het bijleggen van geschillen met en tusschen de in
landsche vorsten, niet verder te gebruiken. Onder den
titel van onderkoopman en bevelhebber van Lampong-
Toelang werd hij andermaal naar die kust gezonden tot
het vereffenen van oneenigheden tusschen de koningen
van Palembang en van Bantam over de grensscheidingen
hunner rijken. De klerk voer de rivier van Lampong
op tot aan het dorp Mangalen, doch zag zich lang
teleurgesteld in zijne pogingen; zelfs duurde het meer
dan een jaar, eer hij voor zich en de zijnen eene wo
ning van bamboe aan den wal mogt bouwen. Hadden
de inlanders misschien een flaauw voorgevoel van 't geen
volgen zou? Toen het bamboe-huis behoorlijk gebouwd