34
KEINIER DE KLERK.
voogdij en herinnering van de bekende spreuk van
Solon." 8) Kort maar edel was het antwoord:
„Ik ben u zeer verpligt voor de vriendelijke zegen-
wenschen, over mij uitgeboezemd bij uwen brief van
gisteren. Niet gewoon zijnde om tegen een gevangen
man mijn degen te trekken, kan UEd. zich ook verzekerd
houden, dat ik er eene eer in stel, u uw verblijf zoo
dragelijk te maken als mogelijk is. Hiernevens bij pro
visie eene kist wijn, twee kazen en een vaatje boter,
benevens de vaderlandsche couranten. Iets benoodigd
hebbende, schrijf maar vrij aan" enz.
Zulke wijn behoeft geen krans en zulke edele wraak
geen loftuiting! Zoolang de klerk op Banda het be
stuur had, was het oord van verbanning voor sterren
berd een aangenaam verblijf; de beide mannen sloten
vriendschap en 't was misschien wel niet buiten de
tusschenkomst van de klerk, dat sterrenberg gelegen
heid kreeg om zijne zaak nogmaals voor het geregtshof
te brengen, waar hij vrijgesproken werd en onschuldig
verklaard. Dit geschiedde na den dood van van imhoff,
die den 1 November 1750 overleed.
Doch ook de Bandaneezen zeiven hadden reden om
zich over hunnen nieuwen gouverneur te verblijden.
Toen de klerk er kwam, was er groote schaarschheid.
De rijstoogst was tegengevallen, en de speculatie- of
liever woekerzucht van eenige kooplieden, die nog rui
men voorraad hadden, hield den prijs onmatig hoog.
Volgens onze tegenwoordige begrippen van staathuis
houdkunde moet een bestuur in zulke gevallen niet