42 EEINIER DE KLERK. ten geenen tijde zag men de behoefte, of men was ook bedacht op maatregelen om in haar te voorzien. En terwijl men niet aan het einde kon komen bij synoden en den kerkeraad te Batavia, of bij bewindhebberen der Compagnie van Indië, besloot de haarlemsche Maatschap pij van wetenschappen, op het haar daartoe door eenige godsdienstvrienden gedane verzoek, om deze prijsvraag uit te schrijven: „welke zijn de beste middelen, om de ware en zuivere leer van het evangelie onder de bewo ners der koloniën van den staat meer en meer te beves tigen en in die landstreken voort te planten?" Drie antwoorden werden bekroond: die van de heeren P. hof stede, predikant te Botterdam, c. van vollenhoven, koopman aldaar, en j. van nuys klinkenberg, toen predi kant, later ook hoogleeraar te Amsterdam; het eerstemet goud, de beide andere met zilver. Bewindhebberen der O. I. Compagnie zonden die antwoorden naar Batavia, opdat de raad van Indië dienen zou van berigt en voorlichting, in hoever de Compagnie zich de zaak en de middelen, in de prijs-antwoorden voorgeslagen, aantrekken zou. De klerk raadde ernstig tot het stichten van goede scholen, maar ook vooral tot het verbeteren van de geldelijke belangen en uitzigten der predikanten, opdat geschikten onder hen mogten worden uitgelokt, om zich tot de dienst in Indië beschikbaar te stellen. Dit denkbeeld verschilde zeer van het toen algemeene, reeds vroeger beproefde en ook nu nader ontwikkelde en in de prijs-antwoorden aange- prezene, hetwelk strekte tot het vestigen eener afzonder lijke kweekschool voor indische predikanten. De onder-

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1859 | | pagina 92