~fj O*- eicléiu* itt -..tt. p*»~ C'G2M*MA**>d&'
M.*. a.
eg/ti^apL.Mtx<
EEINIER DE KLEEK.
47
naam worden op de lidmaten-boeken 17241735 vermeld. Bijna
allen woonden op zeer goede standen van de stad, waaruit ik
afleid, dat de de klerken lieden waren van den middel- of bur
gerstand. Huysees noemt de ouders van reinier alleen „eerlijk
en welgezind." De doopgetuigen over onzen de klerk waren
abraham MAOHARis (onder den zelfden naam heeft de beruchte
kato kamerling eene halve eeuw later een gedeelte zijner schur-
kestreken gepleegd) en Elisabeth kraijmes.
Verijssel was een der commissarissen geweest te Samarang;
het was op diens aanraden, dat aan de klerk het beleid was
opgedragen van de krijgslist, om den opperbevelhebber van het
javaansche leger in handen te krijgen. Eenigen tijd na het hier
verhaalde overleed hij, en eenige jaren later huwde de klerk de
weduwe van dezen zijnen vriend.
8) Zeker die, dat niemand eigenlijk gelukkig is voor zijnen
dood, doch ook dan is het eenigzins raadselachtig, om welke reden
sterkenbkrg juist die spreuk aanhaalt. De klerk, die misschien
in de oude geschiedenis niet zoo ervaren was als sterrenberg
scheen te onderstellen, antwoordt op den man af op 'tgeen hij de
bedoeling van den banneling achtte.
9) De voormalige O. I. Compagnie had 67 bewindhebbers,
verdeeld over 6 kamers, die van Amsterdam, Middelburg, Delft,
Rotterdam, Hoorn en Enkhuizen. Elke dier kamers bestuurde
hare, eigene zaken; doch jaarlijks werd eene algemeene vergadering
gehouden, 5 jaren te Amsterdam, 2 te Middelburg, en dan weder
te Amsterdam. Deze hoogste vergadering der Compagnie heette
die vau zeventienen, omdat zij uit zoo vele leden bestond, t. w.
8 afgevaardigden van de kamer Amsterdam, 4 van Middelburg, 1
van iedere der overige kamers, welke laatsten er om beurte 2 zonden.