48 BEINIER DE KLERK. 10) Het programma dier plegtigheden zou meer plaats weg nemen, dan wij er hier voor mogen inruimen. Daags na de installatie hield de bataviasche predikant J. e. metzlar eene kerkrede over 2 Chron. XV 1, 2. 11) Dit berigt ben ik verschuldigd aan mijnen geachten medebroeder j. j. metzlab, predikant en buitengewoon hoogleeraar te Deventer, die het ontleende „uit brieven van zijnen vader aan een vriend, waarin hij zijne levensschets geeft, en die ook uit gegeven" maar mij niet bekend „zyn." 12) Deze mr. j. c. it. radbrmacher overleed vóór zijne moeder, want deze liet haren kleinzoon mr. F. r. radermacher, raad in de vroedschap te Vlissingeu, als erfgenaam achter. Deze laatste heeft twee zonen gehad, welke beiden ongehuwd zijn gestorven, benevens vier dochters, gehuwd met de heeren aldewereld, boursse wils, vosmaer en spiering. Bij eene dezer familiën zou men dus waarschijnlijk de papieren van de klerk moeten zoeken, indien die nog bestaan, maar ik heb mijne nasporingen daaromtrent niet kunnen voortzetten. Mogt het toeval deze regelen brengen onder het oog van den bezitter van zulke documenten, dan beveel ik mij heuschelijk aan tot mededeeling.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1859 | | pagina 98