Honderdjarig bestaan van ESSO BELGIUM: Hoogaarsjacht BRU 24 gerestaureerd. In 1891 werd te Rotterdam door samensmelting van de firma's Horstmann Co te Rotterdam, Speth Co en Graf Maquinay te Antwerpen en Stursberg te New York, waarin ook Standard Oil een aandeel- nam, de American Petroleum Company opgericht. De maatschappij was een voorloper van ESSO BELGIUM. Er waren kantoren te Antwerpen en Rotterdam. Te Antwerpen werd de directie waargenomen door F. Speth en A. Maquinay. De maatschappij beschikte vrij vlug over een vloot van 5 eenheden voor het vervoer van petroleum, nl." de Hainaut, de Brabant, La Flandre, La Hesbraye en de La Campine". In het kader van het honderdjarig bestaan werden door ESSO Belgium enkele activiteiten gepland, zoals ondermeer het gala concert door het ensemble Concentus Musicus Wien in het Paleis van Schone Kunsten te Brussel op 14 november 1991 Ook werd vorig jaar het initiatief genomen de restauratie van het hoogaarsjacht BRU 24 behorend tot de verzameling van het Nationaal Scheepvaartmuseum te Antwerpen te steunen. Op vrijdag 4 oktober 1991 werd tijdens een korte plechtigheid het gerestaureerde jacht in aanwezigheid van Gouverneur Kinsbergen en Burgemeester H.B. Cools en talrijke genodigden, onder het afdak naast het Museum, onthuld. Na de verwelkoming door Mevrouw de Nave, Conservator van de Historische Musea, volgde een korte toespraak door de Heer Ph. Berckmoes, afgevaardigd-Bestuurder van ESSO Belgium. Dit restauratie-project is een bijdrage tot het patrimonium van Antwerpen waar de oliemaatschappij sinds 100 jaar aanwezig is. Het onderlijnt de natuurlijke en sentimentele binding van het bedrijf met de zeevaart, zei de heer Berckmoes. De Gouverneur en de Burgemeester werden gevraagd om samen het gerestaureerde hoogaarsjacht te onthullen. Na een dankwoord van Burgemeester Cools werd een receptie aangeboden in het Steen. Het jacht werd enkele jaren geleden aan het Nationaal Scheepvaartmuseum geschonken door zijn laatste eigenaar, de heer F. Mertens uit Brasschaat. Hoogaarzen behoren tot de categorie van de Zeeuwse visserschepen, gebouwd in de kleine havens van de Ooster- en Westerschelde en gebruikt voor de oester en mosselkweek aldaar. Als binnenvaartuig verzorgden zij het transport van visserijprodukten in Zuid-Holland en België Bij de hoogaarzen bestonden er verschillende typen al naargelang de werf en de thuishaven. Zo onderscheidt men ondermeer de Arnemuidense, de Kinderdijkse, de Zeeuwsvlaamse en de Tholense hoogaars. De Bru 24 (met als thuishaven Bruinisse) behoort tot het type der Oostduivelanders, ook wel platte duivelanders genoemd. Het schip werd als vissersvaartuig voor de Eerste Wereldoorlog gebouwd op de werf van Stam te Nieuw Lekkerland en werd later tot jacht ingericht. Het vaartuig is 14 meter lang en 4,5 meter breed. In Antwerpen waren deze schepen goed bekend: voor het rechttrekken van de Scheldekaaien legden zij aan nabij het Kranenhoofd vermits de vismarkt toen op het huidige Steenplein gelegen was. Na de ingebruikname van de nieuwe Zuidschippersdokken (18821 meerden zij aan in het thans verdwenen Kooldok aan de Waalse Kaai. Met de opkomst van de pleziervaart werden meerdere hoogaarzen tot jacht omgebouwd, andere werden meteen als jacht op stapel gezet. De goede zeilkwaliteiten van de hoogaarsjachten deden de populariteit ervan en de vraag ernaar trouwens sterk stijgen ALEX DE VOS

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 1992 | | pagina 11