ZEEHONDENWERF,
DEFINITIEF IN VERVAL?
II1 IJLf Itr-j'i
22
voorwaarde stelt het museum dat er
niet op het schip is gewoond. "Een
weekendje overnachten op de boot,
soit. Maar geen permanente bewo
ning."
Deze voorwaarden hebben er volgens
Van Dalsen voor gezorgd dat ruim 99
van de aan het museum aangeboden
schepen geweigerd is. En dat zijn er
velen, want het museum kan schepen
zat krijgen. "Als ik hier straks een ha
ven graaf, ligt—ie binnen drie dagen
vol. Want dat is het punt niet. Er is ge
woon een enorm tekort aan ligplaatsen
in Zeeland. Maar ons doel is om een
museumhaven te creeëren en dan zoek
je naar kwaliteit."
En die kwaliteit heeft het museum nu
wel in huis. De hoogaars bijvoorbeeld
is een aanwinst om trots op te zijn. Die
emotie is Van Dalsen dan ook wel aan
te zien, als de schepen ter sprake ko
men gaat hij meteen wat rechter in zijn
stoel zitten. Geen wonder, want "de
hoogaars, of ARM 17 - gebouwd in
Arnemuiden is nog maar een van de
weinige schepen met een spriettuig.
Bovendien is het een van de twee
hoogaarzen die je nog met recht origi
neel kunt noemen, de andere is de YE
36 van de stichting 'Behoud
Hoogaars'. "Het schip is in een rede
lijk goede staat, net als de vlet. Aan
de klipper moet nog het nodige gebeu
ren, maar ik schat dat we voor de zo
mer de tuigage kunnen aanbrengen.
Er wordt straks ook weer met de sche
pen gevaren. In wedstrijden tussen
oude zeilschepen bijvoorbeeld, en al
lerlei andere maritieme evenementen.
Er zijn ook plannen om de hoogaars
weer zo veel mogelijk in haar oor
spronkelijke garnalenvangst—uitvoe
ring terug te brengen. We zijn bezig
een originele kookpot terug te plaat
sen en er komt een kolenkist en zout
kist die speciaal daarvoor zijn
gemaakt'.
De schepen kunnen voorlopig alleen
vanaf de wal bekeken worden, niet
bezocht. Van Dalsen: "De schepen
blijven voorlopig buiten het bereik
Een overzicht van de hoogaars
ARM 17, Vrouwe Adriana en de
vlet zoals deze op het ogenblik
(vanaf de kaai) in de Zierikzeese
Museumhaven te bewonderen
zijn. Foto Stefan Pietersen.
van het publiek. Wellicht dat over een
jaar er mensen kunnen rondkijken op
zo'n schip. Maar dat vergt een goede
organisatie. Stel datje de hekken open
zet en er komen opeens vijfhonderd
man binnen. Daar komen ongelukken
van. Maar als dat goed georganiseerd
kan worden en betaalbaar is bewak
ers kosten ook geld dan kunnen we
in de toekomst in het ruim van de klip
per zelfs exposities houden over de
oude zeilvaart."
Stefan Pietersen
23
kantoortje van
Al meer dan 30 jaar ligt de
Vlissingse Zeehondenwerf
er verloren bij. In tegen
stelling tot de omringende
Oude Vissershaven, waar
inmiddels een levendige
jachthaven is gevestigd
wordt de werf niet meer
gebruikt. Liefhebbers van
historie als de Vlissinger
Gerrit Zomer bekijken het
onafwendbare verval met
pijn in het hart.
"Begrijp je nu een beetje waarom ik
er zo lyrisch over ben?", vraagt Gerrit
Zomer retorisch. Dan zwijgt hij. En
kijkt. Aan onze voeten ligt de Zeehon
denwerf, een van de oudste overblijf
selen van de vroegere bedrijvigheid in
de Oude Vissershaven van Vlissingen.
Het is laag water en er staat nauwe
lijks wind. Golfjes kabbelen op het
laagste punt van de schuine helling.
Hier zie je nog de zware balken van
de in 1986 vervangen houten bankstel-
ling. Een zinloze maatregel, zo lijkt
het nu. Bijna niemand maakt er ge
bruik van. Slechts een enkele schipper
zette er zijn vaartuig nog op droog
om de scheepswand af te krabben.
Sinds 1986 is het om milieu redenen
ook niet meer toegestaan.
Op foto's valt nog te zien hoe het er
ooit was. Op de kale keien van van
daag lagen houten hoogaarzen te
wachten om te worden gerepareerd of
schoongemaakt. Gerimpelde mannen,
gestoken in donkere overalls met vale
petten op het hoofd liepen druk rond
tussen gereedschappen, te drogen ge
legde planken en met tankwielen uit
geruste karretjes. Bovenaan de hel
ling, waar nu alleen nog maar wandel
pad en zeewering liggen, stonden on
der meer een houten timmerloods met
het opschrift Zeehondenwerf, een
kotje met de lier voor de helling wa
gen en de kraan, een lasloods en het
"fsleider.
De Zeehondenwerf in het midden
van de jaren vijftig (Foto Dert,
Vlissingen) en nu (inzet, foto
Stefan Pietersen).
En dat is nog maar één momentopna
me van het al eeuwenlang durende be
staan van de werf. De eerste vermel
dingen in het gemeentearchief van
Vlissingen dateren al van de vijftiende
eeuw. De vroegere bazen van Michiel
de Ruyter, de heren Lampsins, lieten
hun handelsschepen voor de West er
op bouwen. Daarnaast verrezen er
vissersschepen en binnenschepen.
Het allerlaatste schip dat er werd ge
bouwd, was in 1957 de Deo Juvante,
een kustvaart—binnenschip van 51
meter lang, 6.70 meter breed en een
diepgang van 2.60 meter. Het schip is,
onder de naam 'Zeemeeuw', nog
steeds in de vaart. Bij de bouw van
deze bodem
waren er niet minder dan zo rond de
40 mensen nodig. Normaal werd er in