4 perfect zeewaardige topzware zeekastelen van Hollandse commercie en oorlogsdrift, zijn bibliotheken vol geschreven, maar over die kleine hoogaars, die in mijn ogen veel mooier en zeewaardiger is, is nagenoeg niets op papier gezet, zelfs geen bouwtekening. Omdat de hoogaars geen plezier- scheepje was, maar gereedschap, een werkschip, het voornaamste bezit van de doodarme vissers tot in de jaren vijftig van deze eeuw. Omdat ik een artistieke oom heb die juist dat schip wonderlijk poëtisch schildert in dromerige aquarellen van hoge kwaliteit. Omdat die boot toen, op dat moment in die sfeer, over het meer voer en me zo te pakken nam. Ik kan nog wel meer 'omdatten' bedenken. Het boek is allesbehalve een droog technisch handboek, het is een prettig leesbaar geheel geworden en vult een grote leemte in de Zeeuwse geschiedenis. De auteur Jules van Beylen is er tientallen jaren mee doende geweest. Deze oud conservator van het Nationaal Scheepvaart Museum in Antwerpen is sinds 1942 gefascineerd door de hoogaars. Al vroeg verzamelde hij wat hij maar te pakken kon krijgen aan gegevens, ontdekte dat er weinig literatuur over bestond en toog zelf in de jaren vijftig op zijn eerste motor fiets vanuit België naar de Zeeuwse havens en werven om foto's te nemen en tekeningen te maken. Die enorme bulk aan informatie heeft Van Beylen nu verwerkt in het boek. En het zijn eigenlijk drie boeken geworden. De auteur schetst met een wetenschappelijk oog voor details de geschiedenis van de verdwenen Zeeuwse zeilvisserij, van de visserij en de scheepsbouw in het plaatsje Arnemuiden (waarin hij zelfs tot in de details de bijnamen en de kleding van de vissers bespreekt), en tot slot laat hij de lezer kennismaken met de hoogaars, in een beschrijving die hij zelf aanduidt als een handleiding om Algemeen gezicht een model in de schaal 1 op 10 of 1 op het midden- op 20 te bouwen. schip met het Hij gaat daarbij zo uitgebreid te werk want van de zeilen belegd op de dat Je niet a"een verneemt waarom klampen en beleg- bepaalde soorten hout of teer werden pennen. gebruikt, maar ook een diepe eerbied 5 krijgt voor het ambacht van de oude hoogaarsbouwers. „Ik wil een schip als X, maar dan één voet langer," luidde een opdracht aan de Arne- muidse scheepswerf Meerman eens. En de bouwer ging, zonder veel tekeningen vaak en werkend op 'het zicht', aan het werk. De enige kritiek die ik kan bedenken Presentatie "De Hoogaars en de visserij van Arne muiden" D. Wiltenburg In de historische sfeer van het ramschip "Schorpioen" in Midde- j Iburg, vond zaterdagmiddag 20 november 1993, de presentatie plaats van het door Jules van Beylen geschreven standaardwerk "De Hoogaars en de visserij van Arnemuiden". Ruim 150 belangstellenden waren er getuige van dat de Zeeuwse gedeputeerde drs. G.L.C.M. de Kok het eerste exemplaar van het I boek ontving uit handen van J.C. Voskuil, voorzitter van de Stichting Behoud Hoogaars. Burgemeester drs. H. Visser van de vissersplaats Arnemuiden mocht het tweede exemplaar in ontvangst nemen. Schrijver Jules van Beylen ging in op het ontstaan van het boek en j vertelde onder meer dat hij al tuffend op een brommertje door j de Zeeuwse dreven sinds 1945 gegevens aan het verzamelen is over de hoogaarzen. Het merendeel van de aanwezigen j maakte van de gelegenheid gebruik een boek te kopen en liet zich de kans niet ontglippen het pas verworven bezit te laten signeren door de schrijver. Het boek is uitgegeven door Hedeby Publishing uit Leeuwarden. De uitgave is mogelijk gemaakt door initiatieven van de Stichting Behoud Hoogaars, gesteund door de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten. is dat de auteur beter twee boeken had kunnen schrijven in plaats van de geschiedenis van de visserij en de techniek van de hoogaarsbouw zo uitgebreid (380 pagina's) in één boek te bundelen. Mensen die het om de Zeeuwse geschiedenis is te doen, zullen minder geïnteresseerd zijn in het wonder van perfect gebouwde 'knieën van de mastdocht', en andersom zullen scheepsbouwfreaks wellicht minder aandacht hebben voor de zondagse broek van een Arne- muidse vissersbaas. Dan blijft er natuurlijk toch een categorie vissers over die in beide facetten zijn geïnteresseerd, sociaal- economische maritieme geschiedenis en scheepsbouw, en dat zijn mensen als zij die de Stichting Behoud Hoogaars hebben opgericht. Voor dat soort liefhebbers is het boek geschreven. Compleet met tal van tekeningen en oude foto's. Maar ook voor scheepsonbenullen als ik. Ik bleef lezen gisteren, tot aardig diep in de nacht ook nog. Ik werd meegesleept door de drang naar perfectie van de auteur, geen detail is vergeten en dat maakt het boek fascinerend. De rieten vismanden aan dek, Van Beylen vertelt precies hoe en uit welk materiaal je die in het klein moet vlechten voor je model. Het is maar een voorbeeld. "De Hoogaars en de visserij van Arnemuiden" is een monumentaal document geworden. Al lezend proef je de enorme liefde van de auteur voor zijn onderwerp en hij weet dat enthousiasme over te brengen. Het is een ode aan een prachtig schip, het verhaal van de hoogaars is eindelijk verteld. Een standaardwerk is het, dat de liefhebbers van de oude Nederlandse zeilvaart ongetwijfeld zal boeien. Van Beylen heeft met het boek een kathedraal neergezet. Het boek is uitgegeven door Hedeby Publishing in Leeuwarden en kost in de winkel 87,50. Donateurs van de Stichting Behoud Hoogaars, en zij die dat worden, kunnen het boek tegen gereduceerd tarief verkrijgen door overmaking van 75,= (plus 5,= voor het verzenden) op giro 126979 t.n.v. de Stichting Behoud Hoogaars, onder vermelding van 'boek Hoogaars'. Vlissingse bezaan- en sprietgetuigde hoog aarzen zeilen zeewaarts. Aan het Roeiershoofd (rechts) liggen enkele loodsgalleys gemeerd. Circa 1900. Vorenstaand artikel is eerder verschenen in Dagblad De Stem van 11 november 1993 en is met toestemming van de auteur opgenomen in dit blad. Schrijver Jules van Beylen signeert een boek tijdens de presentatie.

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 1994 | | pagina 4