"Luctor Et Emergo?" 6 eiken kooibeschot, etc. Het komplete zeilwerk, d.w.z. liggers, zeilknieën, zeilbalk en mastkoker werd vernieuwd. In de winter van 93/94 kwamen in Kortenhoef de gangboorden aan de beurt en werden de boeisels van voor tot achter vernieuwd. Ook werden in het middenschip een twaalftal knieën vervangen. Na deze klus had De Wet haar noodzakelijke stijfheid weer terug. De oude Yanmar had ondertussen ook voor nogal wat problemen gezorgd. Het grootste deel van het seizoen wordt de Wet ingezet in de Zeeuwse wateren, zodat besloten werd deze te vervangen door een Yanmar 60 PK. Bij het schrijven van dit artikel wordt de laatste hand gelegd aan de vervanging van de roef. Voor de voor- en de zijkanten konden mooie eiken delen worden gevonden. Voor de dekbalken is gekozen voor acaciahout, een taaie, duurzame houtsoort en licht van kleur. Ook het roefdak wordt weer opgebouwd uit massief teakhouten delen, met daarop een nieuw teakhouten schijnlicht. In de maand april zal de buitenkant van de roef en de romp worden afgedekt met een laag epoxy-vernis. We durven gerust te stellen dat we bijna aan het einde zijn gekomen van een wel zeer ingrijpende en geslaagde restauratie. In een laatste fase zal er nog een nieuw interieur worden ingetimmerd en dient een deel van het tuigage te worden vervangen. Een statenjacht was in de Provincie Zeeland niet haalbaar, maar met de voltooiing van dit schip mag de Provincie naast de YE 36 weer over een waardig provincieschip beschikken! Voor de restauratie van dit schip zijn door de eigenaar, Willem van Eeken, grote financiële offers gebracht. Wij wensen hem en zijn familie nog heel veel plezier met deze statige zeiler 7 Memoires van de Jetty, door Sinds de twintiger jaren is er al veel over mij geschreven, maar de laatste jaren werd het toch verdrietig stil om mij heen. Men scheen mij vergeten. En als een afgedankt autowrak werd ik weggezet op de parkeerplaats naast een oude scheepswerf, ver weg van mijn geboortegrond. Ik werd stevig ingepakt in een stel gammele dekkleden, goed genoeg om mijn uitzicht te bederven (mocht ik niet zien waar ik terecht was gekomen?), maar veel te slecht om mij te vrijwaren van een verdere aftakeling. Ik begon mij al af te vragen waar ik dit trieste lot aan verdiend had. Ik vreesde al hetzelfde lot te ondergaan als mijn kleine zusje, de Anne-Marie in Baasrode, of een van mijn rivalen uit de Antwerpse periode, de Thistle III van dhr. Murdoch. Als je nooit je schippers hebt dwarsgelegen, verwacht je toch een betere oudedag? Ik zeg niet dat mijn schippers het nooit moeilijk hebben gehad met mij, maar wat wil je ook? Ik moest toch aan hun verwachtingen voldoen? Dan zullen zij mij ook moeten leren kennen om mij in bedwang te houden. Met wie ik dan ook het beste overweg kon was Leon Huybrechts, maar daarover straks meer. Eerst zal ik mij eens aan u voor stellen. In 1913 liep ik van de helling op de werf van Petrus de Klerk. In opdracht van een Arnemuider visserman, H. van de Gruiter-van Belzen moest hij een snelle hoogaars bouwen. En dat had de Klerk al meer gedaan: het vlak werd van voren en van achteren flink opgebrand, een mooie vloeiende lijn in het berghout, dat van achteren lekker breed werd gehouden, met daaronder een moderne, doch smalle lemmerkont. heb ik hier niet gelegen, want al spoedig maakte ik kennis met twee deftige heren: dhr. H.C.v.d. Lely uit Haarlem en Leon Huybrechts uit Antwerpen. Dat deze heren goed bij kas zaten had v.d. Gruiter waarschijnlijk ook in de gaten, want al snel was voor f 6000(!) de koop gesloten. Ik verhuisde naar Haarlem en onderging daar een komplete gedaanteverwisseling: de kookketel Inclusief blokken en zeilen werd ik verkocht voor f. 2800,- en kreeg ik het visserij-nummer ARM 4. De vierkoppige bemanning heeft het slechts vier jaar met mij uitgehouden: door een ongelukkige manoeuvre ging ik zowat onderste boven en in een kanaal bij Vlissingen werd ik voorlopig aan de kant gelegd. Lang ging van boord, het ruim en het kot maakten plaats voor een jachtroef en het spriettuig werd vervangen door een bezaantuig. Veel weet ik niet meer uit deze periode, maar ik meen me wel te herinneren dat v.d.Lely niet echt happy was met mij. Ook weet ik nog dat plotseling Leon Huybrechts weer aan dek stapte, blijkbaar als mijn nieuwe baas, want weldra vertrokken we samen naar Antwerpen. Hiermee begon voor mij een 35-jaar durende periode van De Jetty in 1978 bij de Arnebrug

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 1995 | | pagina 5