Een nieuw tuig voor de YE 36 24 De meeste lezers van Consent kennen de YE 36 al enkele jaren als 'hun' YE 36, de laatste nog varende Tholense hoogaarts (de t wordt gebruikt op Tholen I) in authentieke staat. En zij weten waarschijnlijk niet beter dan dat onze YE 36 altijd gezeild heeft I Niets is echter minder waar. In 1900 werd dit fraaie schip opgeleverd door Dirk van Duivendijk als VE 13 voor Jan Bliek uit Veere. En, zoals gebruikelijk in die tijd, was ook de VE 13 uitgerust als zeilschip, zonder enige vorm van mechanische voortstuwing. Om vooruit te komen was er wind nodig. En wilde men bij gebrek aan wind toch Veere binnenlopen dan werd gebruik gemaakt van de riemen. De eerste motoren Het was pas in de twintiger jaren dat er ook voor deze schepen geschikte motoren beschikbaar kwamen. Zo liet de schoonzoon van Jan Bliek, Lex Minneboo, als volgende eigenaar in 1923 een Kromhout inbouwen. De motor gaf nieuwe mogelijkheden: men kon zwaardere vistuigen gebruiken en men was niet meer volledig afhankelijk van wind en stroom. Toch bleef men aanvankelijk nog veel gebruik maken van de zeilen. Het was dan ook pas kort voor de tweede wereldoorlog dat de zeilen definitief verdwenen. Aan de mast kwamen korbomen voor de inmiddels veel zwaardere mosselkorren en de zeilen zaten daarvoor in de weg. Op deze wijze voltrok zich de evolutie van zeilende hoogaars tot moderne mosselkotter. Weer onder zeil Zo heeft het geduurd tot 1976 dat Piet Dekker en Adrie de Jonge het schip weer hebben uitgerust als zeilende hoogaars. In die jaren echter voer er geen hoogaars meer met de originele (vissermans- jtuigage. Ook goede afbeeldingen waren en zijn nog steeds schaars. Alhoewel de huidige tuigage zeer goed heeft voldaan bleek toch dat de maten van het tuigage teveel afwijken van de oorspronkelijke zeilvoering. Tegelijk zou er behoorlijk veel reparatie uitgevoerd moeten worden aan de fok en het grootzeil en waren de giek en de kluiverboom aan vervanging toe. Dit bleek dé gelegenheid om e.e.a. in een keer te herstellen. Nieuw zeilplan In de vorige Consent stonden enkele foto's van het schitterende model van de TH 60, dat Han Reijnhout op een schaal van 1:10 heeft gebouwd. De bouw van dit model werd door hem zo gedetailleerd uitgevoerd, dat wij dit model beschouwen als het belangrijkste stuk documentatie welk momenteel voorhanden is. We zijn dan ook regelmatig te gast bij Han om ons te laten voorlichten over een van de vele details. Zo is ook de technische kommissie aan de slag gegaan om een nieuw zeilplan voor de YE 36 in tekening te zetten, waarbij dankbaar gebruik werd gemaakt van de vele adviezen van Han Reijnhout en de oud zeilmaker Klaas van de Gruiter. Zoals u op de tekening kunt zien is getracht om de situatie van 1900 weer te reconstrueren. Het hele tuig heeft hierdoor een iets lager en een duidelijk 'breder' profiel dan de vorige zeilvoering. Zoals geen een hoogaars gelijk gebouwd werd, zo waren er vele verschillen in tuigvoering. Heel specifiek was toch wel dat de giek vaak doorliep tot boven het roer. Het voorlijk van het grootzeil is iets korter genomen. De stand van de gaffel is aanzienlijk steiler dan voorheen, terwijl de bocht in de gaffel wat 'soberder' is dan bij een jachthoogaars. De fok is wat lager uitgesneden dan de oude fok en zal weer een dubbel rif krijgen. Over de afmetingen van de kluiver is veel discussie geweest. Deze is zeker aan de ruime kant op scherp aan-de-windse koersen, maar voor wat ruimere koersen hebben we er hoge verwachtingen van. Spreihoutje en zuiger Ook wordt de kluiver weer uitgevoerd met een origineel essenhouten spreihoutje aan de tophoek. Zo krijgt de fok een metalen spreibeugel. Voor de bevestiging van het voorlijk aan de voorstag hebben we weer originele zuigers laten maken: speciale tulpvormige haken, welke aan het zeil worden gebindseld. Ook de haakjes boven aan het voorlijk en achterlijk van het grootzeil zijn weer origineel gesmeed. De keuze van het materiaal is een pijnlijke beslissing geweest. Qua authenticiteit hadden we moeten kiezen voor katoen, maar dit leek ons teveel praktische problemen geven. We hebben gekozen voor 'half-om' doek, katoen dacron, in een bruine kleur: 800 grams voor fok en grootzeil en 6oo grams voor de kluiver. Met de verstevigingen op de zeilen, slijtlappen en trekkers, hebben we getracht de authenticiteit zoveel mogelijk te benaderen. Nieuwe rondhouten Door Theo Kloet zijn inmiddels een nieuwe giek en gaffel en kluiverboom gemaakt. Door Michiel Verras werd alle beslag aangebracht en door De Boer in Numansdorp worden momenteel de zeilen genaaid. En als Theo dan toch bezig is dan is hij ook niet meer te stuiten. Bij een nieuwe giek hoort toch ook weer authentiek lummelbeslag, dus waarom dan ook geen nieuwe knecht? De bestaande knecht was gemaakt naar goed 'zuiderzee-' model. Op zich niks mis mee, maar bij ons in Zeeland werd deze meestal wat zwaarder uitgevoerd, en met wat meer ronding. Ook hiervoor konden we dankbaar gebruik maken van de kennis, opmetingen en schetsen van Han Reijnhout, getuige bijgaande schetsen. Eind mei hoopt De Boer de nieuwe zeilen af te leveren. We zien in spanning uit naar het resultaat Detail van tuigage op het model van de TH 60 Sèhvst 'o Schets van de knecht en het lummelbeslag door Han Reijnhout. Zie ook de detailfoto op de volgende pagina Nieuw zeilplan YE 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 1996 | | pagina 14