18
vloot van ca. 80 schepen binnen ligt,
noopt echter tot het opruimen van de
spuikom. Met de modderbak moet
worden doorgemodderd om de
haven voor dichtslibben te
behoeden. In 1909 wordt er nog voor
Fl. 475,- een nieuwe modderbak
gebouwd. De bak wordt ieder laag tij
op een andere plaats in de haven
gelegd, waar met een schop het slik
wordt weggeschept. Is de 8 m. grote
bak vol, dan wordt deze met
opkomend tij met de hand naar
buiten geboomd. Ongeveer
tweehonderd meter uit de kant wordt
de inhoud gelost door het
openklappen van de zijluiken van de
bak. De laatse "modderman", Frans
de Rooij, heeft dit zware werk van
1929 tot 1955 verricht.
Naast constructie van schepen vindt
er ook een tijdlang destructie plaats:
Cornells van Gimst begint er samen
met Wies d'Flaens in 1924, op enkele
tientallen meters van de werf van
Verras, een scheepssloperij. Er
worden vooral houten "Walen" - een
Belgisch type vrachtschip - gesloopt.
Het hout dat de sloop oplevert, wordt
verkocht, vooral aan boeren, voor de
bouw van schuren. De sloperij heeft
tot 1942 bestaan.
De glorietijd van De Paal ligt aan het
eind van de dertiger jaren. De
ongeveer 600 inwoners kunnen dan
in het dorpje terecht in 8 winkels en
in niet minder dan 14 cafés. Er
wordt hard gewerkt maar er wordt af
en toe ook lustig op los gefeest, naar
Vlaamse snit. De Paalse dagen
worden tot op de dag van vandaag
gehouden, ieder jaar eind augustus.
Scheepsbouwer Jan Verras (1860 -
1934) ontwiep en bouwde zelf
kermisattracties, zij het niet altijd met
even veel succes. Zo tuimelde een
paartje dat graag een ritje wilde
maken met een pas gebouwde
stoeltjes-kabelbaan middenin de
haven toen er iets misging met de
installatie.
'Gezelligheid kent geen tijd', dat
geldt voor nagenoeg alle inwoners
van De Paal, maar bovenal gold het
indertijd voor de leden van
Schippersgilde Sociëteit
"Eendracht". Een zeer gezellige
vereniging moet het volgens
overlevering zijn geweest, opgericht
in 1880. Niettemin moest het gilde tot
drie keer opnieuw worden opgericht,
in 1924, een keer in de dertiger jaren
en voor het laatst in 1945, waarna de
vereniging bij onvoldoende belang
stelling vanzelf ophield te bestaan.
Eens per jaar hielden de gilde-
broeders een "teerdag". Om
misverstanden te voorkomen: niet om
schepen te teren maar om
gezamenlijk de in de loop van het
jaar opgespaarde penningen op een
uiterst plezierige manier te verteren.
Na het bijwonen van de Mis te
Graauw werd ter plaatse een
kroegentocht gehouden. Na
terugkomst in De Paal werd het
19
middagmaal genuttigd waarna
wederom een kroegentocht werd
gehouden. Gezien het aantal cafés
aldaar in vroeger tijden zal er genoeg
gelegenheid zijn geweest voor het tot
zich nemen van een borreltje na de
gezamenlijke maaltijd, 's Avonds was
er tot besluit nog een gezellig
samenzijn in het clubgebouw. Een
"streng" reglement voorzag in de
goede gang van zaken. Zo stonden
er bijvoorbeeld boetes voor "het
dansen met vrouwvolk": 25 ct, het
"met eten morsen op het feest": 250
ct en "het niet aanspreken van het
bestuur met de naam die zij van taak
vervullen": 5 ct. Plet jaarlijkse feest
werd, evenals de overige
bijeenkomsten van het Gilde,
begonnen en beëindigd met het
Huldelied van het Gilde: "Heft aan, o
broeders van De Paal
Na de Tweede Wereldoorlog
verminderen de werkzaamheden in
De Paal aanmerkelijk. De visserij
neemt af en in de vijftiger jaren is De
Paal nog maar voor enkele
vissersschepen thuishaven. Toename
van het wegtransport doet de functie
van De Paal als verlaadhaven de das
om. Plet dichtslibben van de haven
voltooit de neergang van de
activiteiten; rond 1960 is de
bedrijvigheid in en rond de haven
nagenoeg geheel verdwenen.
In het midden van de zestiger jaren
wordt het getijhaventje echter
"ontdekt" door watersporters. Mede
dankzij de activiteiten van de
watersportvereniging "Saeftinghe"
wordt de haven weer geschikt
gemaakt voor de watersport. De
gemeente laat één en ander
oogluikend toe. Eind zeventiger jaren
doemt een nieuwe dreiging op: het
op Deltahoogte brengen van de
zeedijk en het tengevolge daarvan
verdwijnen van de haven. Onder
druk van de watersportvereniging en
mede dankzij de inspanningen van
de toenmalige Gedeputeerde Van
Geesbergen wordt er naast de
nieuwe dijk in het schorgebied een
nieuwe getijdehaven aangelegd die
meer capaciteit biedt dan de oude
haven; 50 pleziervaartuigen vinden
er een ligplaats. De Paal "draait" voor
een deel op de activiteiten van de
watersportvereniging. De leden
vormen een substantieel deel van de
(weekend)bevolking van het dorp,
samen met de eigenaren van de vele
als zomerwoning in gebruik zijnde
huizen. Slechts enkele tientallen
huizen worden er nu nog permanent
bewoond: de harde kern van een
dorpje met een sfeer van
getijdewater, schepen en
gezelligheid.
Hoekje van de haven van De Paal ca. 1910. Achter de hoogaars ligt een tjalk die vlas aan het lossen is. Het geboortehuis van Michiel Verras staat op de achtergrond.
Een dromerig sfeertje bij de haven van De Paal
op 18 jan. 1935
De haven van De Paal bij hoog- en laagwater, met op de voorgrond de spuikom. Circa 1968