De hengst Jan Korneel 24 Hettie Verkaart Bij de HENDRIK WILLEM VAN LOON HARDZEILDAG 1996 werd, uren na de officiële prijsuitreiking, de traditionele pollepel - zeg maar de poedelprijs - in de wacht gesleept, en overhandigd aan de trotse eigenaar Rolf Bringman, van de hengst de JAN KORNEEL". Het schip verloochent met dit resultaat zijn "slome" karakter geenszins. Zo is ze ook berucht omdat ze nooit van de helling wil lopen. Daar moet altijd nadrukkelijk enig duwwerk op worden uitgeoefend.Ze gaat pas lopen bij windkracht zeszegt Cees Sitsen daarover en je kon er nog mee zeilen als alle anderen al over de dijk vlogen Gebouwd bij Verras. Het schip dat in een rechter voorspant, de initialen van de Verrassen draagt moet in het begin van deze eeuw in De Paal van stapel gelopen zijn. Of ze in het begin een naam heeft is onbekend, later gaat ze "Twee Gebroeders" heten. Uit de lijst van nieuw gebouwde schepen in het werfboekje is het niet duidelijk wanneer deze hengst precies gebouwd is: In 1908 zijn bij Verras alleen een hoogaars en een Lemmerhengst als nieuwgebouwd genoemd en is pas in 1909 weer een "gewone hengst" aangetekend. Dit is niet in de laatste plaats vreemd omdat ook van het onlangs door de SBH aangekochte zusterschip van de Jan Korneel, de TH49 aangenomen wordt dat ze in 1908 bij Verras op de Paal gebouwd is. De huidige eigenaren van de Jan Korneel hebben een Antwerpse meetbrief in hun bezit van 2 augustus 1912, waarin I908 als bouwjaar wordt aangegeven. Het werkzame leven van De Twee Gebroeders Het verhaal over de prilste jeugd van het schip luidt als volgt: Het zou vanaf I908 onder de registratie vanuit Hontenisse, als Hon 3 met vrachten bieten en mosselen tot tien ton, hebben gevaren met ene van Ombergen als schipper. Later wordt de TWEE GEBROEDERS" omgenummerd tot CLN 15. In die periode zijn Piet T. Vermeersen, 'n zekere Praet en daarna F.A.E. Vermeersen achtereenvolgens schipper. In I93I wordt ze naar Tholen verkocht en als TH5 komt het schip, na enige tijd eigendom te zijn geweest van schipper Sinke, bij de familie Schot terecht voor de oestervisserij. In de strenge winter van I958, als het overgrote deel van het oesterbroed doodvriest, komt er een einde aan de "werkzame carrière" van de Twee Gebroeders TH 5. Met het schip, van de maatschap van Arie en Johannes Schot, is na deze voor de oestervisserij fatale wintergeen droge boterham meer te verdienen". Zij worden gedwongen naar een andere vorm van levensonderhoud uit te zien en bieden het schip te koop aan. De tweede jeugd. In 1964 slaagt Johannes Schot, Arie was inmiddels overleden, erin een koper te interesseren voor het schip "met toebehoren". Johannes Cornelis Sitsen uit Bergen op Zoom wordt voor fl.7.500,- eigenaar van het schip, de oesterpercelen van Schot, de netten en de rest van het visgerei, een stuk steiger en een viskotje in de haven van Tholen en tenslotte ook de vergunning om te mogen vissen :"het CONSENTHij doopte haar om in "Jan Korneel". Omdat de fruitkwekerij van de Sitsens aan de rand van Bergen op Zoom wegens stadsuitbreiding onteigend wordt, de vader "binnen" werk krijgt en de tienerzonen Cees en Wim een technische opleiding gaan volgen, zoeken zij naar een betaalbaar schip. Hoewel er geen 25 Jan Korneel met familie Sitsen jaren '60 Rust in de haven van Tholen omstreeks 1920. De Jan Korneel toen nog Th5 ligt rechts boven aan de steiger.

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 1997 | | pagina 14