De schepen van van Duivendijk
8
In een Consent waarin de historie van
een beroemd geslacht van scheepsbou-
wers wordt genoteerd mag een
beschrijving van het door hun gele
verde produkt niet ontbreken. Zowaar
geen eenvoudige opgave: Van de door
Dirk t 1906), Melis t 1940), Dirk
(f1995) en Simon f 1993) ruim 120
gebouwde schepen zijn er, voor zover
bekend, nog slechts zes in de vaart.
Geen van deze schepen verkeert meer
in de staat waarin zij werden afgele
verd. Papieren bronnen zijn zeer
schaars en het geheugen en/of de
kennis van de nabestaanden vertonen
grote hiaten. Van de beschikbare infor
matie is het meeste al gepubliceerd
door J. van Beylen (De Hoogaars en
De Botter), A.F. Franken (Scheeps
werven in Zeeland), E.W. Petrejus
(Oude Zeilschepen...) en Mr. Dr. T.
Huitema (Ronde en Platbodemjachten).
Aangezien er al zoveel verloren is
gegaan is het onmogelijk volledig te
zijn.
Indrukwekkend
Toch geef ik u graag een indruk van de
kwantiteit en de kwaliteit van 'het
werk van Dirk en Melis'op mij
hebben zowel kwantiteit als kwaliteit
een grote indruk gemaakt! Voor mij
behoren deze mannen ook tot een
uitgestorven ras: zij waren letterlijk in
staat om zonder tekeningen een mooie
hoogaars te bouwen: met enkele hoofd-
maten op de achterkant van een siga
rendoos lag de vorm van het schip
vast! Toch is het een misvatting dat er
uitsluitend op het oog gebouwd werd.
Bij een afwijkend scheepstype, of een
belangrijke opdracht werd er eerst een
halfmodel of een spantenmodel
gemaakt, waarvan vervolgens door de
bouwer of door een scheepsontwerper
een tekening werd gemaakt. Zo zijn op
het kantoortje van van Duivendijk deze
modellen nog aanwezig van de Marga-
retha, de Caro en de Nicotine. Diverse
tekeningen werden gemaakt door de
Belgische ontwerper Ir. Hugo van
Kuyck.
Dirk
Laten we beginnen bij Dirk.
In de periode 1872 tot 1905 bouwde hij
92 schepen. Op 1 januari 1905 geeft hij
een opsomming van 68 van deze
schepen: "...allen onder mijn toezicht
En behulp van mijn af gewerkt En af
gelevert E betaald geworden...."
Negentig procent van deze schepen
zouden hoogaarzen geweest zijn,
hetgeen neerkomt op 83 stuks. De
opsomming vermeldt tevens de bouw
van een schouw voor W. van Dord, een
schokkerjacht voor Dordrecht, een
botter voor de firma Waghto en een
Rijksvaartuig voor Dordrecht.
Van deze lijst schepen zijn de YE 36
en de Triton nog in de vaart:
Bij nr. 58 wordt vermeld: een hoogaars
voor J. Bliek van ter veeren. Dit is de
VE 13, gebouwd in 1900, de huidige
YE 36 van onze stichting! Verderop in
het werfboekje wordt het komplete
bestek van dit schip, een nieuw
model." beschreven.
Nr. 64: een (hoogaars) voor C. Kegge.
Dit is de TH 60, waarvan Han Reijn-
hout, kunstenaar uit Middelburg en
medewerker van de stichting, een zeer
natuurgetrouw model heeft afgeleverd.
Beter dan ik in dit artikel kan bereiken,
toont Han Reijnhout u in dit model wat
Dirk onder een mooie hoogaars anno
1902 verstond. U kunt het zelf bewon
deren in het museum Het Steen te
Antwerpen.
Nr. 65: Een Benjamin Schot, Tholen.
Vermoedelijk is dit de huidige Triton
uit 1902, overnaads gebouwd.
Dat Dirk niet conservatief genoemd
kon worden blijkt wel uit de bouw van
onze YE 36. Zelf beschrijft hij in 1900
een hoogaars "nieuw model" en onder
het bestek toont hij zijn goedkeuring
met de opmerking: "Deze houden". Dit
schip is lang over de steven 43 vt 9 dm
en 'breet int vlak' 9 voet. De hoogaars
van Bliek wordt lang 'op buitenkant
berghouten' 48 voet en 'breet in het
vlak' 10 voet. Dit schip was duidelijk
langer en breder dan gebruikelijk om
zodoende meer lading, mosselen, te
vervoeren. Normaal werd een hoogaars
overnaads uit drie boorden gemaakt.
Dit schip is karveel (glad) gebouwd uit
zes boorden. De aantekeningen bij het
bestek van Dirk doen vermoeden dat
de VE 13 (YE 36) zijn eerste schip was
met een volledig ronde kont: een
lemmergat of jachthoogaars!
Melis
Rond dezelfde tijd: van 1893 tot 1906
is zijn zoon Melis aktief te Willemstad.
Hier sticht hij de werf "'k Blijf steeds
volharden". In 1895 bouwt hij daar het
grootste schokkerjacht aller tijden: de
Margaretha. Petrejus noemt dit schip
'een van de pronkstukken van Oud
hollandse scheepsbouwkunde'. Naar
ontwerp van dhr. van 't Hooft
bouwde hij dit schip voor J.A. Vos van
Hagestein te Dordrecht. Het schip
meette 70 ton, was 23,90 mtr. lang en
voerde aan de wind 250 m2 zeil. Nadat
D.G. van Beuningen 10 jaar met dit
indrukwekkende schip had gevaren
schonk hij haar aan de Rotterdamse
Zeevaartschool. Na enkele jaren bij de
Schiedamse Zeeverkenners is het schip
in de versukkeling geraakt en 'de weg
gegaan van alle oude schepen'.
Ook bouwt Melis daar de Havik, een
grote inspectie-hoogaars. Bij het over
lijden van zijn vader keert Melis in
1906 terug naar Tholen en neemt daar
9
de werf van zijn vader Dirk over. Voor de visserij worden er tot in de dertiger jaren
nog houten hoogaarzen gebouwd. Volgens overlevering bouwt Melis dertig
schepen. Het merendeel van deze schepen is niet meer te achterhalen. Op chrono
logische volgorde kennen we nog de volgende schepen.
1920 Een jacht, afgebeeld op blz. 67 van 'De Hoogaars' van J. van Beylen.
1920 YE 167, de huidige De Mosselman.
1927 Hoogaarsjacht Reiger, naar ontwerp van Ir. Hugo van Kuyck.
Niet geheel duidelijk is of dit de bouw of enkel de verbouwing betrof.
1929 Hoogaarsjacht Dolfijn II, voor f 1500 geleverd aan Rudolf Schönberg.
Casco van dit schip staat momenteel bij museum Het Steen te Antwerpen.
1930 Hoogaarsjacht Caro (OA 5) voor baron Isidoor Opsomer. Dit fraaie jacht
was later het schip van de politicus Jaap Burger. In de vijftiger jaren is de
Caro bij stormweer op de pieren van Scheveningen verdaagd en jammerlijk
vergaan.
1932 NZ 1 voor de Quelery. Wegens plaatsgebrek werd dit schip achter de dijk
gebouwd. De foto's rechts tonen een mooi beeld van de tewaterlating. Dit
schip werd later tot jacht verbouwd en vaart nu onder de naam Banjaard.
1934 De Nicotine, het grootste schip ooit bij van Duivendijk gebouwd (toen was
roken nog niet ongezond). Deze botter van 24 meter, gebouwd in opdracht
van de familie van Haren uit Antwerpen. Hun zoon heette Nico en hun
dochter Tine, vandaar de naam. Omdat schip te groot was voor de loods
moest de helling overkapt worden. In 1934 loopt de Nicotine van stapel en
vertrekt naar de Franse Middellandse Zee kust. Het verhaal gaat dat het
schip door de Duitsers werd gevorderd, waaarna de Joegoslaven dit schip
buit maakten. President Tito zou haar nog jaren als jacht hebben gebruikt.
1938 De Remcoline, de laatste nieuwgebouwde hoogaars, met een lengte van
11,94 mtr., de huidige Atalante. De Remcoline kostte in die tijd met zeilen
en al 3800 gulden.
1939 De botter Fides voor de heer Hoek uit Schiedam (van de zuurstoffabriek
Hoek Loos). Dit schip ligt in een scheepvaartmuseum in Bordeaux en wordt
momenteel volledig gerestaureerd.
1945 Kotter TH 12 Josephine Marquerite voor P.C. Baay.
Halfmodel van de Nicotine
Tewaterlating van de NZ 1 in 1932. Het schip werd binnendijl
gebouwd en moest dus over de dijk getrokken worden.
tl OO GA A Q. ./\JACHT REIGER
Tekening van H. van Kuyck