De Zeeuwse en Vlaamse visserij en een tachtigste verjaardag Eerbetoon aan Jules van Beylen met schitterend nieuw boek 26 Jules van Beylen. Wie kent hem niet als een grootmeester op maritiem gebied. Afgelopen voorjaar werd hij 80 jaar en nog volop actief. Inmiddels heeft hij weer een indrukwekkend boek gereed, en werkt hij rustig verder aan het volgende. De Antwerpse knots en de Vlaamse garnalenvisserij op de Schelde in Vlaan deren en Zeeland. Zo heet dit vervolg op het schitterende boek dat Jules van Beylen eerder schreef over de Hoogaars. Deze keer staat de Antwerpse knots centraal, waarbij de garnalenvisserij een belangrijke rol speelt. Hieronder een voorpublicatie uit het boek, speciaal voor de lezers van Consent. Eveneens kunt u profiteren van de speciale intekenprijs. De Arnemuidse garnalen visserij tot 1825 Hoewel het sedert 1707 aan vreemden verboden was in Zeeland vis te vangen, beklaagden de vissers van Arnemuiden zich in 1769 bij de over heid dat Vlaamse en Brabantse vissers mosselen en kreukels kwamen rapen - en dus niet kochten - waardoor ze zich benadeeld voelden. Uit de klacht van 1769 kan worden afgeleid dat de vissers van Arnemuiden zich bezig hielden met schelpdierenvisserij, blijk baar oesters, mosselen, kreukels en krabben. Toch mag worden aange nomen dat de Arnemuidenaars toen al op garnaal visten. Arnemuiden was tot 1870 de enige plaats in Zeeland waar een vissersvloot van enige betekenis bestond. Omstreeks 1800 gingen vanuit Arne muiden een aantal sloepen en korder- schuiten op zee vissen tot onder Texel en Vlieland. De schepen werden door partenrederijen uitgereed. De visserij na 1825 Vóór de Belgische Revolutie van 1830 hadden Zuid-Nederlandse (Belgische) vissers dezelfde rechten als de Noord Nederlandse en zij konden in principe vrij in Zeeland vissen. In 1825 kwam daar verandering in. Bij Koninklijk Besluit van 26 augustus 1825 werd een college ingesteld dat in Tholen zetelde onder de benaming Bestuur der Vischerijen op de Schelde en de Zeeuwsche Stromen. In het college zetelde ook één lid uit Antwerpen en één uit Oost-Vlaanderen, de oeverpro vincies van de Schelde. Het reglement, dat door dit bestuur werd opgesteld, bepaalde dat al de ingezetenen van het Rijk op de Schelde en de Zeeuwse Stromen mochten vissen (met uitzon dering van enkele plaatsen). De vissers moesten wel een consent of vergun ning bezitten, zoals dat in Holland al langer voorgeschreven was. Dit afge geven en genummerde consent werd tegen betaling van vijf gulden inge schreven in een register. Het consent nummer moest worden aangebracht op de achtersteven ter regterzijde van het roer op een witrond groot over kruis 25 Nederlandsche duimen, met zwarte cijferletters, 15 gelijke duimen, in olie verf. Kleinschalig Het is duidelijk, dat het begin van de 19de eeuw de Vlaamse garnalenvis serij op de Schelde - voorzover die over de grens werd bedreven - vooral een kleinschalige oevervisserij in ondiep water was en van zeer beperkte aard. De vroegere visserij van Vlaamse en Zeeuwse vissers was tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) zo goed als ten onder gegaan. Na de formele scheiding der Nederlanden (1648) was van de Vlaamse visserij in Zeeland nog maar weinig overge bleven en ze had zich uiteraard niet verder ontwikkeld. Vele Zeeuwse en Vlaamse vissers waren naar het wat veiliger noorden uitgeweken. Tussen 1830 en 1850 was bij de Zeeuwse visserij weinig verandering opgetreden. De Arnemuidse vloot telde in 1835 nog zestien sloepen en korder- schuiten die met Arnemuidse schippers uitvoeren voor de zeevisserij. Zij behoorden toe aan 40 eigenaars die meerdere partijenrederijen vormden. De vloot had echter met heel wat tegenspoed te kampen en de visserij bleek uiteindelijk niet leefbaar. Dit was mede te wijten aan de beperkte en onregelmatige afzetmogelijkheden van vis naar België, waar hoge invoer rechten werden geheven om de eigen visserij te beschermen. Na 1850 bleef de visserij wisselvallig. In 1854 wordt in de Nederlandse verslagen voor het eerst gewag gemaakt van het aantal hoogaarzen dat in Arnemuiden in de vaart was en er werd een goede garnalenvisserij gemeld. Oesters en mosselen werden daar minder en minder gevangen, maar wel meer bot. De kustvisserij ging verder achteruit. Het aantal hoogaarzen dat op garnalen viste, was in 1875 gestegen tot 32 en deze bedrijvigheid kreeg meer en meer belang. Vlaamse visserij In andere kleinere havens langs de Schelde, zoals Boekhoute (Oost- Vlaanderen), Philippine, Walsoorden, Kruispolder en Paal (Zeeuws-Vlaan- deren) was de bedrijvigheid vooral toegespitst op mosselen en bot. In havens als bijvoorbeeld Tholen ontwikkelde zich eveneens de botvis- serij en de oesterkweek. In deze periode ontplooide zich ook de mossel industrie van Yerseke. In al deze havens werd gevist met hoogaarzen, hengsten, schouwen, later ook met van elders ingevoerde schepen als botters, schokkers, boeieraken en lemmeraken. Hoogaarzen en hengsten waren waar schijnlijk al in de 16de eeuw en met zekerheid al in de vroege 17de eeuw in de vaart voor de visserij, voor de veer diensten, dijkwerken en de vletterij. Het waren aanvankelijk kleine scheepjes. Ze worden in geschreven bronnen vermeld en in de iconografie van de Scheldedelta afgebeeld. De knots Het aantal aan knotsen uitgereikte consenten in die jaren onderstreept duidelijk, dat deze ontwikkeling even eens plaatsgreep bij de garnalenvisserij op de Schelde. Bij de Belgische schel- devissers heerst tussen 1850 en 1859 opnieuw grote bedrijvigheid, wat duidelijk in de consentregisters op te merken is. Zowel de herkomst van de vissers als het soort vaartuigen is sterk gewijzigd. In deze periode worden behalve de traditionele boten, talrijke nieuwe knotsen en andere grotere vissers schepen vermeld. Velen blijken nu ook een hoogaars of een hengst te bevaren. Waarschijnlijk werd met deze schepen - behalve op garnaal - eveneens gevist op bot en andere vissorten en tevens op mosselen en oesters. De meeste knotsen hadden een driekoppige bemanning: de schipper, die tevens eigenaar was, een knecht en een jongen. Dit rijk geïllustreerde standaardwerk over de Antwerpse Knots en de Vlaamse Garnalenvisserij verschijnt dit najaar in de boekhandel voor 89,50. U kunt het tegen de speciale prijs van 69,50 bestellen middels bijgevoegde antwoordkaart. Ook kunt u recht-streeks bestellen bij uitgeverij Van Wijnen, tel. 0517-394588, fax 0517-397179. Ook kan hierbij uw naam vermeld worden in het felicitatieregister voor de heer van Beylen. De Knots, illustratie van Maurice Seghers 27 Achterschip van de Knots, illustratie Maurice Seghers

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 1998 | | pagina 15