De vis wordt duur betaald De Bru 24 vergaat voor Enkhuizen Gerrit zomer Onweersbui A. C. VAN GILST Pz., JAN, 26 Adriaan van Gilst verdronken bij Jan van Gilst omstreeks 1928 de scheepsramp met de BRU 24 BRUINISSE - Een klein berichtje in het schippersvakblad Schuttevaer: Een watersporter uit Brasschaat schenkt z'n tot pleziervaartuig omge bouwde hoogaars Bru 24 aan het Nationaal Scheepvaartmuseum Het Steen in Antwerpen. Een kort berichtje over een scheepje dat eens behoorde tot de grote vloot van vissersschepen aan het begin van deze eeuw. Een schip ook dat het hart en de ziel was van het familiebe drijf van Van Gilst uit Bruinisse. Een schip met een indrukwekkend verleden. Een bijzonder triest verleden. Want voor de bemanning van de Bru 24 werden de Bruse kerkklokken geluid ten teken van rouw. Een schip was op zee gebleven. De Bru 24, een houten hoogaars van 14 meter lang en 4,50 meter breed werd in 1904 gebouwd op de werf van de fa. Stam in Nieuwlekkerland. Eigenaar Adriaan van Gilst had er een goed zeil schip aan. Daar stonden de hoogaarzen trouwens om bekend. Eind mei 1926 voer de Bru 24 naar de Zuiderzee om mosselzaad te vissen. Wie geen mosselzaad heeft kan niet zaaien en wie niet kan zaaien kan niet oogsten. Dat is nu zo en dat was vroeger ook al. Vaak werd op die reizen naar de Zuiderzee een stoomsleepboot gehuurd bij geen of een verkeerde wind. Daar hingen dan wel tien tot twintig vissers schepen achter. Op de zaadbanken aangekomen, als die al gevonden werden, werd er of varend met een kor gevist of als het laag water was met een riek in manden die aan boord werden gedragen. Met 100 tot 150 mosseltonnen (van 100 kg) ging het dan weer op de zeilen terug naar het Zeeuwse. Op 3 juni 1926 voer de Bru 24 op de Zuiderzee ter hoogte van Enkhuizen geladen met de volle last mosselzaad en niets wees er op dat het een dramatische reis zou worden. Het was goed vissen geweest en een gunstige wind stuurde het scheepje richting huis. Tot voor de Ven, even voorbij Enkhuizen, het noodlot toesloeg. Een verschrikkelijke onweersbui, die gepaard ging met veel wind, overviel het scheepje en binnen de kortste keren liepen de golven het ruim binnen waar door het naar de bodem van de Zuiderzee zonk. Schipper Adriaan van Gilst en z'n 18-jarige zoon Jan verdronken, terwijl een andere zoon, Johannes, na ruim vier uren zwemmen werd opgepikt door een visser uit Enkhuizen. Het was toen inmiddels al weer rustig op de Zuiderzee, want het noodweer was even snel voorbij als het gekomen was. Het was de eerste reis die de 18-jarige zoon Jan meemaakte naar de Zuiderzee. Hij zat in het voor onder van de hoogaars toen die in de golven verdween en werd daar later gevonden toen het scheepje werd geborgen. Het lichaam van schipper Adriaan, die niet kon zwemmen, werd de volgende dag al gevonden langs de dijk van Enkhuizen. Toen de dominee het de volgende dag bij z'n vrouw aarzelend kwam vertellen, onderbrak ze hem. Zoals bij zoveel vissersvrouwen uit die tijd wist ze al wat er gebeurd was. Ze had het voor haar ogen zien gebeuren, zó sterk leefden de vrouwen mee met hun geliefden op het water. Op die rijke zee die zoveel geeft, maar ook zo wreed kan zijn. "De vis wordt duur betaald" zei Kniertje in het toneelstuk, Op hoop van zegen van Herman Heijermans. Zoon Johannes van Gilst, die zich zwemmend wist te redden, zag JxM Johannes van Gilst omstreeks 1973 geen brood meer in het mosselkwe ker sbedrijf. De Bru 24 was niet verzekerd en om het scheepje weer vaarklaar te laten maken, kostte te veel geld. Johannes kwam bij de Visserijpolitie terecht met als standplaats Zierikzee, Yerseke en Tholen. Hij overleed in 1979. Diens zoon, Adriaan van Gilst, weet zich nog goed te herinneren dat in de beginjaren '50 het gezin in Tholen woonde en zich een grote ontroering van z'n vader meester maakte: Op de werf van Van Duivendijk in Tholen lag namenlijk een houten hoogaars, eige naar van een Belgische watersporter. Mocht er nog enige onzekerheid hebben bestaan over de identiteit van het schip, een klein naamplaatje met daarop Bru -24 maakte daaraan een eind; dat was het schip waarop hij zoveel jaren geleden die dramatische momenten had meegemaakt. Een weer zien met een traan. Kleinzoon Adriaan van Gilst heeft ook enige jaren op een mosselkotter gevaren (de Bru 3 Van Marien van Saar) voor hij 22 jaar in de baggerwereld werkzaam was. Nu vaart hij in de zomermaanden op de Christiaan B met bezoekers van de Stormvloedkering. Z'n grootvader Adriaan woonde in het huis waar nu Wim de Graaf woont, op de hoek Deestraat-Deezijstraat in Bruinisse. De ruim 80 jaar oude hoogaars zal in het buitengedeelte van Het Steen voor het publiek te bezichtigen zijn, een maritiem, hoogtepunt voor het museum. Maar wel een schip met een beladen verleden. De Bru 24. CONSENT NR. 14, VOORJAAR 1999 27 Heden behaagde het de Heere door een noodlottig ongeval op de Zuiderzee, van onze zijde weg te nemen, onze geliefde echtgenoot, Vader, Behuwd- en Grootvader, de Heer in den ouderdom van 56 jaar en onze geliefde Zoon, Broeder, Be huwd broed er en Oom, in den ouderdom van 18 jaar en 4 maanden, Namens de Familie, Wed. A. C. VAN GILST- PADMOS. Op 7 april 1997 ontving M. van Gilstzoon van J. van Gilst die de ramp overleefdede volgende brief van J. Otte uit Bruinisse: Geachte heer van Gilst Naar aanleiding van uw schrijven in het weekblad Schuttevaer deel ik u het volgende mede. De Bru 24 is met een onweersbui ten N. O. van de Ven gezonken. Rijkswaterstaat heeft het scheepje gelicht en gebracht naar ondiep water tussen Enkhuizen en de Ven. Toen wij daar aankwamen, waren ze bezig met het leegpompen van de Bru 24. Wij hebben toen samen met een schip van Rijkswaterstaat de Bru 24 in de haven van Enkhuizen gebracht, daar bleek dat Jan van Gilst dood in het vooronder lag. Uw opa is dezelfde dag aangespoeld in de bocht van Andijk. Wij zijn toen een vracht zaad gaan vissen bij Wieringen en toen wij terug kwamen in Enkhuizen was alles gezegeld en daarna mochten wij de Bru 24 meenemen naar Bruinisse, met aan boord ook de lijkkist met Jan. Wij zijn toen met drie schepen vertrokken nl. de Bru 29, Bru 90 en Bru 163 met op sleeptouw de Bru 24 en kwamen de andere dag aan in Bruinisse. Wij hebben de Bru 24 gebracht in de tramhaven waar het lijk met kist ontvangen werd door de begrafenisondernemer, want vanwege het lage water konden we de haven van Bruinisse niet binnenvaren. Het lichaam van uw opa is later over land naar huis gebracht. De Bru 29 was van W. Otte, dat was mijn vader, ik was toen 14 jaar. Bru 90 was van Steven de Waal. Bru 163 was van Leen en Marien Jumelet, later hadden ze de Bru 3, waar uw broer nog enige tijd op heeft gevaren, samen met Adri, hopende u volledig te hebben ingelicht, teken ik met de meeste Hoogachting, J. Otte, Bruinisse P. S., Uw vader is gered door H. van Urk te Enkhuizen Weduwe van Gilst. Tot 1916 voer A. van Gilst met een Lemmerjacht Dit schip ruilde hij met de hoogaars van Jan Beekman Lzn. Wat er na 1926 met de Bru 24 is gebeurd is niet bekend. Vanaf 1958 is de Bru 24 als jacht eigendom van de familie van Grimsbergen. In deze periode heet het schip de Anna Cornelie. In 1983 verkopen zij het schip aan Francis Mertens uit Brasschaat die het schip eind tachtiger jaren schenkt aan het Nat. Scheepvaartmuseum Het Steen te Antwerpen. Met dank aan M. van Gilst uit Bergen op Zoom, die de gegevens voor dit artikel aanleverde. De BRU 24 ligt tegenwoordig bij Het Steen in Antwerpen. CONSENT NR. 14, VOORJAAR 1999

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 1999 | | pagina 15