3o3 o^L ■31 r-?k 6, 3öf Slc-iS.. 30 6 3Ojf - 3 0 3 f Z 3f'^c ('la, - /fê i, 3»L 3 yv - 13J-Ó- x;/-.- 0 6 Mossels al eeuwenlang naar Vlaanderen Er bestaat een prachtige gravure van Philips Galle uit 1582, die prijkt in een album dat toendertijd uitgegeven is in Antwerpen. Ze toont het verdronken land van Zuid Beveland waar volop wordt gevist op mossels en kreeften. Hoogstwaarschijnlijk was al die koste lijke waar bedoeld voor Antwerpen. Hoogaarzen, hengsten en lemmer- jachten voeren eeuwenlang vanuit Tholen en Bruinisse en later ook vanuit Zierikzee en Yerseke met mossels naar Antwerpen maar ook naar Mechelen Brussel en Leuven. De Zeeuwsvla mingen van Philippine brachten hun mossels meer richting Gent en Brugge. Ook gingen de mossels naar Engeland er was immers een "mailboot" vanuit Vlissingen. Tot halverwege de jaren dertig lagen er vaak wel dertig Zeeuwse vissers schepen in Antwerpen met mossels. Een heel gangbare scheepsmaat was 42 voet en ze brachten zo'n 60 tot 80 mosselton aan. (1 mosselton is 100 kilogram.). Eeuwenlang was de vismarkt in Antwerpen op het Steen plein, zeg maar "onder" Het Steen, het huidige Scheepvaartmuseum. De kelder van Het Steen fungeerde als koelmagazijn voor de vis en de mossels. In 1883 werd de vismarkt verplaatst naar de veemarkt. De Zeeuwen voeren met hun schepen door vlieten (grachten) naar de nieuwe vismarkt. Die vlieten stonden in open verbinding met de Schelde dus met laag water stonden ze gewoon droog. Het leek een beetje op Venetië. Later werden de Scheldekaden rechtgetrokken en werden alle vlieten gedempt. In 1894 ging de vismarkt naar de Scheldestraat en meerden de Zeeuwse hoogaarzen af in de nieuwe Zuider (schippers) dokken. Voor de tweede wereldoorlog werden mossels al per vrachtwagen vervoerd en na de oorlog nam dat een grote vlucht. Toch zijn tot ca. 1950 Zeeuwse mossels per schip naar Antwerpen gebracht. De Stichting Behoud Hoogaars houdt de traditie levend door jaarlijks met zoveel mogelijk schepen de "eerste" mossels naar Antwerpen te brengen, de "mosseltocht". Nog steeds is daarbij één van de belangrijkste aspecten de culturele uitwisseling tussen Zeeuwen en Vlamingen n.l. het genieten van het goede der aarde zoals daar zijn "mossels", een "pintje" en een goed gesprek van mens tot mens. Meestal over "bootjes". Mosselzaad Hoe aan mosselzaad te komen was een verhaal apart. Je had paalzaad dat werd aangevoerd door de vissers van Philipine en Boekhoute, die het overal van de paalhoofden schraapten. In de maanden mei en juni had je de zaadval in het noorden; de Zuiderzee en later de Waddenzee. De vissers van Bruinisse gingen dan vaak met wel 10 schepen aan de tros achter een sleepboot naar het noorden, 't Ging vaak net als bij het goud zoeken: werd een bepaald gebied vrijgegeven dan moesten alle schepen op hetzelfde moment starten en kreeg je enerverende zaadraces. De schepen scheerden vlak langs elkaar en de inpikkers konden elkaar bijna een hand geven. Het leidde nogal eens tot geruzie. In september tenslotte was er de zaadval in de Zeeuwse wateren. Ook voor de Vlaamse kust werd veel zaad gevist. 7 '2 9-.o v5 De mosselvisserij In de zestiende en zeventiende eeuw was de mosselvisserij in Zeeland vrij. Ieder visser mocht vissen waar die maar wilde. In de praktijk gold nogal eens het recht van de sterkste. Toen in 1773 de magistraten van Bruinisse de zaak wel eens even zouden regelen, had je meteen de poppen aan het dansen. Het mosseloproer leidde ertoe dat de desbe treffende ordonnantie snel aan stukken werd gescheurd. Op den duur wisten de vissers natuurlijk precies waar de beste plekken waren en werd het gebruik van stukjes zeebodem toch verpacht. In 1870 werden de hele Grevelingen en Oosterschelde ingedeeld in percelen die jaarlijks verpacht werden. Jan: "Dat gebeurde door Domeinen in de Abdij in Middelburg. Iedereen wist precies waar de beste plekken waren dus dat verpachten dat ging bij opbod. Veel percelen werden verpacht voor een gulden maar andere brachten honderden guldens op. Dus de rijkere mosselvis sers die zaten goed. "t Was eigenlijk net als in de kerk. Hier had je in de hervormde kerk plekkegeld. Wie 't meest bood zat vooraan in de kerk en ook nog eens hoger dus keek neer óp de rest van het kerkvolk. Je snapt al de grote boeren die zaten vooraan, dan kreeg je de mosselhandelaren, vervol gens de middenstand en dan pas het vissersvolk. En de armen die zaten letterlijk op de achterste rij. Heel Bruinisse viste op mossels. In Ouddorp was het net andersom. Daar had je maar twee mosselvissers en de rest viste op garnalen. In de tweede helft van de vijftiende eeuw was er al een haven in Bruinisse. In 1859 lagen er 63 schepen. 1902 was een topjaar, toen lagen er 153 schepen. Bij de ramp van 1911 bleven er van de 150 schepen in de haven maar 9 op hun plaats liggen, 120 schepen gingen verloren of liepen zware schade op. De vaartuigen waren niet verzekerd en geld om een nieuw schip te kopen was er niet. Veel vissersgezinnen vertrokken naar Rotterdam om daar hun geluk te zoeken. De eerste jaren van de eerste wereld oorlog brachten ook ellende. Veel mossels gingen immers naar België en dat land was in oorlog. Maar in 1917 kenterde het getij. Het Duitse offensief was vastgelopen in de Vlaamse modder en Duitsland had honger. Zoute mosselen brachten uitkomst. De mosselen werden aangeland voor f2,50 de kilo. Ze werden in huisvlijt gekookt, gepeld en gezouten en brachten dan 32 cent de kilo op. Zo kwam je al gauw op een weekloon van f8,-. Nu kwamen die grote gezinnen van pas. Alleen de burgemeester, de dominee, de dokter en de notaris moesten afgunstig toezien. Die waren het aan hun stand verplicht om zich niet te verlagen tot dit hand werk. In de jaren dertig met de crisis was het weer heel slecht in de mossels. Dat leidde in 1930 tot het crisisbesluit. Alle vissers kwamen bij de "Centrale" Het Centraal Verkoopkantoor regelde de in- en verkoop van de mossels maar garan deerde ook met steun van de overheid een minimumprijs zodat mossels niet meer gedumpt hoefden te worden. De mossels uit Bruinisse staan weer op de kaai in Antwerpen. Op de foto staan Gabriël Padmos van de BRU 98, later BRU 53 en Willem en Marien Okkerse van de Bru 68 CONSENT NR. 14, VOORJAAR 1999 tJ J. Zoals te zien in dit paehtboekje varieerden de prijzen enorm. (Prijzen in guldens) i i - Jij CONSENT NR. 14, VOORJAAR 1999

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 1999 | | pagina 5