Uitgelicht: Schönberg Bonnie Joosse Boten op schilderijen, etsen, teke ningen. Daar worden veel woorden over gezegd. Wat vindt de beschouwer mooi? Zoekt hij een kleurrijke impressie van water, boten, lucht? Zoekt hij een weergave van water, boten, lucht? Zoekt hij een natuurgetrouwe optekening van boten, met blokken waar ze horen te zitten, met herkenbare vallen, zeilen, met de exacte zeeg? Wat de een mooi vindt is voor de ander kachelhout. Impressio nisme, expressionisme; de appreciatie is een kwestie van smaak. Ook de kunstenaar zelf volgt zijn eigen voor keur, heeft zijn eigen stijl, zijn eigen ontwikkeling. Want is kunst niet de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie? Rodolphe (Rudolf Dolf) Schönberg werd op 24 maart 1901 in Brussel geboren. Hij bezocht de Academie voor Schone Kunsten te Brussel, waar Baron Isidoor Opsomer toen directeur was. Na zijn academietijd kreeg de jonge Schönberg onder meer les van Gerard Jacobs te Vlissingen. De groep die Jacobs om zich heen verza melde werd de Jacobsjes genoemd; er werd geëxperimenteerd met kleur en licht. Schönberg tekende, aquarelleerde en etste haven-, rivier-, zee- en stadsge zichten. Hij maakte studiereizen naar Engeland en Denemarken en werkte sinds 1927 veel in Zeeland. In Veere, waar hij veel kwam, logeerde hij dan in het pension van Hein en Jo Verlinde. Ook raakte hij daar bevriend met Hendrik Willem van Loon (ja, die van onze Van Loon Hardzeildagen). Zijn liefde voor boten en water gaf hij vorm in zijn prenten. Zijn leven lang werd hij geboeid door de vormen van schepen, de bekoorlijkheden van een kade en het wijde vergezicht over het water. Geboeid door gespannen of gebogen, gekruiste of schijnbaar warende lijntjes, scherpe omtrekken en kantige vormen etste hij hoogaarzen, botters, vissersschepen, zeilschepen. Soms vallen details op, nauwkeurig weergegeven, dan weer een persoon lijker interpretatie van zijn onderwerp. Met speelse ernst legde hij vast waar hij zo door gegrepen was. In het werk van Schönberg zien we een mengeling van realisme en eigen inter pretatie. Alle houtnerven fijn geëtst, en dan ineens twee hoogaarzen die zonder enig zichtbaar anker of landvast zomaar ergens liggen. Schönberg exposeerde in Brussel, Parijs en Rotterdam. In 1938 zeilde hij met Hugo van Kuyck, de recent overleden zeezeiler en architect, op diens jacht Askoy mee via Lissabon, Madeira, Martinique naar de Caraïbische Zee. De oorlog verraste hen daar in 1939. Van Kuyck verkocht zijn boot in Miami en nam dienst in het Amerikaanse leger. Schönberg besloot terug te keren naar België en zich tegen de bezetter teweer te stellen. Hij leidde een verzetsgroep van kunstenaars. In mei 1943 werd hij in Brussel door de Gestapo gearresteerd en gefusilleerd. In 1949 werden zijn etsen in 'Schepen op Rivier en Zee" gepubliceerd. H Schönberg was een hartstochtelijk zeiler. In 1929 liet hij op de werf van Van Duivendijk in Tholen een hoog aars bouwen: de 9 meter lange Dolfijn. Melis van Duivendijk bouwde, zoals dat toen ging, de boot helemaal op 't zicht. Toen het roer aan de beurt was werd er gewoonte getrouw een plank achter de boot gehangen. Daar werd dan met een krijtje het roer, passend bij het schip, op getekend. Melis gaf Schönberg het krijtje in de hand: 'Doe jie 't ma, jie bin tekenaer'. Uiteindelijk werd het roer toch geen Schönberg-, maar een Duivendijk-creatie. Elk zijn stiel! Opmerkenswaard is dat ongeveer tegelijkertijd voor Isidoor Opsomer, een van zijn leermeesters op de Academie in Antwerpen, ook een hoogaars door Van Duivendijk gebouwd werd, de Caro. Met Dolfijn, ook Dolfijntje genoemd, 't was ook maar een klein hoogaarsje, zwierf Schönberg, zonder motor over de Zeeuwse wateren. Maar hij voer er ook mee naar Engeland en Dene marken. 21 20 Van links naar rechts: de vader van Schönberg, Klaas van de Ketterij van de ARM 19, Jacob de Nooyer van de ARM 48 en Rudolf Schönberg KUNSTCONSENT, ZOMER 2000 R. Schönberg, Haven van Veere, ca. 1935, ets R. Schönberg, Hengst te Veere, ca. 1935, ets R. Schönberg, Hoogaarzen voor Veere, 1938, ets, 23 x 30 cm. KUNSTCONSENT, ZOMER 2000

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2000 | | pagina 11