Henri en Maurice Seghers
Voor dit artikel is uitvoerig en
dankbaar gebruik gemaakt van de
catalogus bij de tentoonstelling: De
Antwerpse marineschilders, Henri
en Maurice Seghers, zomer 1994 in
het Nationaal Scheepvaartmuseum
in Antwerpen.
Kunstenaars van het eind van de zeiltijd Jan Hendriksen
In onze Vlaamse en Hollandse
gewesten vinden we sinds vanaf de
zestiende eeuw schilders van de zee, de
luchten,de schepen, de zeeslagen, de
vissers, de beurtvaarders, kortom het
marinegenre. Uit de zestiende en
zeventiende eeuw kennen we Pieter
Bruegel, Paul Bril, Jacob van Ruisdael
beroemd om zijn luchten en Willem
van de Velde de Jonge, die een voor
liefde had voor martiale zeeslagen.
Bruegel schilderde opvallend veel
wintergezichten, zeg maar ijspret. Dat
is niet verwant aan het varen zelf maar
wel aan het water. Dat Pieter Breugel
zoveel ijs schilderde, is niet toevallig
want hij beleefde in zijn tijd in feite een
mini-ijstijd. De winters waren lang en
streng omdat de temperatuur op aarde
iets lager was dan tegenwoordig.
Vooral Vlaanderen brengt in de eeuwen
daarna veel schilders van het marine
genre voort. Teveel om op te noemen.
Door de eeuwen heen is Antwerpen
altijd nauw verbonden geweest met de
Schelde, de levensader die de stad
welvaart heeft gebracht, die haar
verbindt met de zee en een venster
biedt op de wereld.
Henri Seghers en zijn zoon Maurice,
twee burgers van Antwerpen, bestrijken
met hun leven ongeveer de periode van
het midden van de negentiende tot het
midden van de twintigste eeuw.
Ook zij waren bij uitstek tekenaars en
schilders van het marinegenre en meer
specifiek brachten zij de overgang van
zeil naar stoom en het verdwijnen van
de houten schepen in beeld, in het
Antwerpse maar ook langs de kust van
Vlaanderen en in Zeeland. Dankzij
vader en zoon Seghers is er volop
"beeld" van de Zeeuwse hoogaarzen en
hengsten uit de periode eind negen
tiende en begin twintigste eeuw, nog
varend en vissend op de zeilen.
De Belgica
In 1897 vertrekt er voor het eerst in de geschiedenis een Belgische expeditie
onder leiding van de jonge marine-officier Adrien de Gerlache naar het zuidpool
gebied. Aan boord is ook Roald Amundsen, de Noor die later, op 14 december
1911 als eerste mens op de geografische zuidpool zal staan. Ongewild raakt het
schip 14 maanden vast in het pakijs; de eerste overwintering van de mens op
Antarctica is een feit. Enkele expeditieleden overleven het niet, anderen leiden
aan "mentale erosie" maar vlak voor het eind van de negentiende eeuw komt de
expeditie terug in Antwerpen met heel veel wetenschappelijke gegevens en
beladen met eeuwige roem.
Bij het vertrek uit Antwerpen staat België op zijn kop. De koning, meestal druk
met zijn privébezit, de Congo, bezoekt het schip en bij het vertrek voeren minis
ters het woord. Op zondag 15 augustus 1897 wordt aan de leden van de expeditie
een lunch aangeboden in de Yacht Club d'An vers (toen nog allemaal op z'n
frans). Henri Seghers tekent het menu, een lithografie. De dag daarop vertrekt
De Belgica uit Antwerpen. Een grote vloot vergezelt het expeditieschip tot Vlis -
singen. Een van die schepen is de Brabo, het sierlijke jacht van mevrouw Oster-
rieth, de belangrijkste pleitbezorgster en financier van de expeditie. Henri
Seghers is als maritiem chroniqueur van zijn tijd aan boord van de Brabo en legt
de reis tot Vlissingen vast in vele tekeningen en waterverfschilderijen.
(Zie ook Spiegel der Zeilvaart van augustus 1998.)
29
Vader Henri Seghers
Henri Ludovicus Seghers werd geboren
in Antwerpen op 25 October 1848. Hij
stamde uit een kunstzinnige familie.
Zijn grootvader en zijn vader waren
beiden kalligraaf, de laatste was zelfs
kalligraaf des konings. Henri bleek als
kind al tekentalent te hebben en hij
wilde kunstenaar worden. Op school
was hij steeds de beste in tekenen en hij
kreeg lessen van een kunstschilder.
Toch stuurde zijn vader hem - met het
oog op zijn toekomst - naar het
Koninklijk Atheneum en kreeg hij
nooit de gelegenheid om naar de
Koninklijke Academie voor Schone
Kunsten te gaan. Na zijn middelbare
school ging Henri werken bij een
scheepsmakelaar en dat bracht hem
elke dag bij de Schelde, de schepen, de
dokken en de werven.
Hij had waarschijnlijk altijd een schets
boek bij zich, maar hij tekende ook op
toevallig beschikbare stukjes papier
zoals enveloppen. Hij gaat zijn teke
ningen ook inkleuren met waterverf. In
1879 hangt Henri zijn klerkenpen in de
wilgen en gaat zich helemaal aan de
kunst wijden. In die tijd bezoekt hij ook
de ateliers van de Nederlandse kunste
naars als Isaac Israël, Hendrik Willem
Mesdag en Jacob Maris. Gaandeweg
wordt zijn werk helderder en beheerst
hij moeiteloos zijn potlood. Meestal
maakt hij schetsen op locatie om die
thuis in groter formaat uit te werken als
waterverf schilderij en. Henri's schets
boeken geven een uitstekend beeld van
het hele maritieme leven van zijn tijd.
Hij bezoekt vele malen Nederland o.m
de schilderachtige visserstaferelen van
Scheveningen en Katwijk. Maar Henri
Seghers tekent ook stadsgezichten van
Amsterdam, Rotterdam, Enkhuizen en
Zaandam.
In 1882 trouwt hij met Suzanne
Ramboux, zij krijgen twee kinderen,
Maurice en Marthe.
Vanaf ongeveer 1890 woont Seghers
met zijn gezin 's zomers in Knokke,
toen nog geen mondaine badplaats
maar een landelijke gemeente. Van
daaruit legt hij vele visserij-scenes vast
van Knokke, Heist, Blankenberge en
Koksijde. Vanuit Knokke verkent en
tekent hij ook Zeeuws Vlaanderen en
de Zeeuwse eilanden. Hij exposeert
vaak in Antwerpen, maar ook in
Brussel en elders in België. Zijn werk
verkoopt goed. Henri Seghers beheerst
ook technieken als pentekenen, etsen en
graveren. De stap van papier naar steen
ligt voor de hand. Hij wordt een veel
gevraagd lithograaf. Ook heeft hij een
beperkt aantal olieverfschilderijen
gepenseeld. Henri Seghers overlijdt in
1919, kort na de Eerste Wereldoorlog
en wordt in Antwerpen begraven.
Zoon Maurice Seghers
Zoon Maurice werd geboren in
Antwerpen op 12 september 1883. Hij
zag als kind zijn vader dagelijks het
Antwerpse maritieme leven tekenen en
schilderen. Vanaf zijn negende jaar
ging hij elke zomer met zijn ouders
mee naar Knokke. Daar zag hij de kust
visserij met de typische schuiten van
Heist en Blankenberge. Met zijn ouders
maakte hij uitstapjes naar Zeeuws
Vlaanderen en Walcheren. Het is niet
verwonderlijk dat Maurice vanaf zij
negende volop tekende en een jaar later
al met waterverf gekleurde tekeningen
van schepen in zijn schetsboeken
maakte. Vanaf 1908 verbleef Maurice,
inmiddels getrouwd, 's zomers in
Nieuwpoort aan de kust. Hij schilderde
en tekende er erg veel; de visserij, de
28
H. Seghers, menukaart Antartica expeditie, 1897, lithografie met de hand ingekleurd,
34x24 cm.
KUNSTCONSENT, ZOMER 2000
M. Seghers, Hoogaarsje uit Bouchoute, ca. 1935, aquarel, 80 x 63 cm.
KUNSTCONSENT, ZOMER 2000