De hoogaars als model 10 Gerrit Zomer In een themanummer over de hoogaars en de hengst in de kunst mag een artikel over de modelbouw niet ontbreken. Direct ontspint zich dan de discussie of modelbouw tot de kunst gerekend mag worden. Het is maar hoe je het bekijkt: de kijker, of, zo u wilt, de koper, bepaalt immers zelf welke waarde hij hecht aan een bepaald object. Voor het jongetje dat op een achternamiddag een klompje met een zeil in elkaar knutselt is deze vraag snel beantwoord. In het andere uiterste worden er grif vele tienduizenden guldens betaald voor een historisch of anderszins waardevol model. Voor de scheepstimmerlui van de Stichting Behoud Hoogaars vormen de perfecte modellen van Han Reijnhout geregeld een bron van waardevolle documen tatie. Qua schoonheid en perfectio nisme staan zijn modellen op een zodanig niveau dat je je wellicht kunt afvragen of er in werkelijkheid ooit zulke perfecte schepen zijn gebouwd. De scheepsbouwer van vroeger moest het immers doen met het materiaal dat voorhanden was en daardoor viel de ene plank wel eens iets mooier dan de andere. Schepen werden vroeger veelal gebouwd zonder tekeningen. Het is niet alleen aan de schilderkunst, maar ook aan de eeuwenoude traditie van modelbouw te danken dat wij heden ten dage nog een blik kunnen werpen op onze maritieme cultuur. Dat de Zeeuwen trots waren op hun hoog aarzen en hengsten wordt wel aange toond door de grote hoeveelheid modellen die ons is overgeleverd. Over heel de wereld zijn deze terug te vinden. Behalve in de vele maritieme musea kunt u zelfs een model van een hoogaars bewonderen in de werkkamer van Koningin Wilhelmina in paleis Het Loo. In de eerste helft van de vorige eeuw was in Arnemuiden een bekend model bouwer Joosje Dingemanse, bijge naamd Ploontje. Eén van zijn modellen is nog te bewonderen in de oudheids kamer in het voormalige gemeentehuis van Arnemuiden. Ook de bekende kunstenaar Maurice Seghers was een zeer vermaard model- bouwer. Een dertiental van zijn modellen bevindt zich in het Nationaal Scheepvaartmuseum Het Steen te Antwerpen. Een groot inspirator voor de bouw van hoogaarzen als model is zeker de op 12 maart 2000 overleden Jules van Beylen geweest. De voormalig conservator van het Scheepvaartmuseum te Antwerpen was zelf ook een vermaard model bouwer. In zijn publicaties over de botter en de hoogaars werd steevast een gedetailleerde beschrijving opge nomen over de bouw van een model. Grappig detail is dat in Taiwan deze (modelbouw-) tekeningen zelfs zijn gebruikt voor de bouw van een echte hoogaars, schaal 1:1, overigens met weinig succes. Behalve de zogenaamde perfecte modellen zijn er in de loop der eeuwen gelukkig vele soorten modellen voor evenzoveel verschillende doeleinden gemaakt. In een recent boek over het scheepsmodel wordt een opsomming gegeven van 43 verschillende soorten, lopend van amateurmodellen, halfmo- dellen, redersmodellen tot zilveren modellen. Wat zouden we ons er druk om maken. Wie geniet tijdens een wandeling niet van een willekeurig pronkstukje tussen de plantjes in een vensterbank, of van een door de rook bruinverkleurd model boven de bar, of van een historisch misschien onverant- 11 woord, maar toch zeer decoratief model in de hal van de Campveerse Toren? En wat te denken van het votiefmodel, voor als tijdens de lange preek je gedachten afdwalen en je blik naar boven zwerft? Votiefmodellen werden door vissers en schippers wel aan de kerk geschonken als blijk van dankbaardeid nadat zij een stormramp overleefd hadden. Zo is sinds vorig jaar ook de hoogaars weer terug als votiefmodel in de St. Jacobskerk te Vlissingen. Modellen, kunst of kitsch? Geniet er maar gewoon van! H Model van de ARM 17 in de Oudheidskamer in Arnemuiden. Gemaakt door Joost Dingemanse, vermoedelijk in de jaren veertig KUNSTCONSENT, ZOMER 2000 Hoogaarsmodel in de Campveerse Toren in Veere, maker onbekend Detail van mastvoet, model TH 60 van Han Reijnhout KUNSTCONSENT, ZOMER 2000

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2000 | | pagina 6