Over de kreeftenvisserij in de Zeeuwse stromen Bonnie Joosse Ook dit jaar is hij op 1 april weer uitgevaren op kreeftenvangst. Net als zijn vader voor hem en zijn groot vader daar weer voor. Jo Bogert van de TH 13. Op dit moment de enige kreeftenvisser in Tholen. Met nog een visser van Zierikzee en een uit Yerseke de enige drie in Zeeland. Geschiedenis Van ongeveer 1900 af wordt er in Zeeland op kreeft gevist. Met wisse lend resultaat, bepaald door de visme- thoden en de grootte van de kreeften populatie. In 1901 lezen we in het jaar verslag van het Visserijbestuur op de Zeeuwse Stromen dat 'de conclusie dat kreeften in de Zeeuwsche wateren kunnen tieren en zich voortplanten, zeker niet gewaagd is.' In 1905 verdient het 'overweging aan deze opluikende tak van visscherij wat meer aandacht te schenken en maatregelen te beramen'. Er komen dus regels. De gronden worden verpacht door Domeinen. Gevist mag worden van 1 april tot 15 juli, met korven fuiken en netten. De maasgrootte van netten wordt vastgelegd. Rapen mag niet, dat noemen we nu ook nog stropen. Tussen 1920 en 1930 was de kreeften visserij en -handel een 'booming business'. Oorspronkelijk horen kreeften hier niet thuis. In Smallegange's Kroniek van Zeeland en in Natuurkundige Verlusti gingen van B aster lezen we dat in de 17e en 18e eeuw kreeften uit Noor wegen in Zierikzee worden ingevoerd. Vier keer per jaar voeren de 'Kreeften- haalders' naar Noorwegen en in 1765 leverde dat in een jaar meer dan een half miljoen kreeften op. Je vraagt je af waar die enorme aantallen kr.eeften naar toe gingen. In ieder geval werden ze niet allemaal opgegeten want een onderzoeker schreef in 1898 dat niet na te gaan was welke kreeften in de Oosterschelde uit de Noordzee kwamen en welke afstammelingen waren van ontsnapte Noors-Zierikzeese exemplaren. Waar ze dan ook vandaan gekomen zijn, rond 1900 wordt er vaker melding gemaakt van gevangen kreeften. In het jaarverslag 1901 van het Visse rijbestuur op de Zeeuwse Stromen lezen we dat er dat jaar 51 kreeften gevangen werden. In 1905 wordt gemeld dat het zeer opmerkelijk is hoe 'deze visscherij' vooruitgaat. In het geheel werden ruim 500 kreeften, groot en klein, opgekocht en naar België gezonden. Men ving de kreeften met de hand of met een aan een stok vastge maakt mandje. Het water moest heel stil zijn zodat de kreeften op de bodem te zien waren. Van de kant af, of uit een roeiboot, probeerde men dan een kreeft te verschalken. Heel voorzichtig het mandje aan de stok achter de kreeft op de bodem laten zakken, kreeft laten schrikken. En omdat een kreeft achteruit zwemt, gevangen! I 25 De kreeft De kreeft die in de Oosterschelde gevangen wordt is de Homarus Vul garis, de gewone zeekreeft. Hoewel die hier natuurlijk Zeeuwse kreeft genoemd wordt. De Zeeuwse kreeft is donkerblauw, zwart van kleur. Een kreeft is een vreemd beest. Met zijn staart kan hij achteruit zwemmen en wat zijn lichaamsbouw betreft lijkt alles wel binnenstebuiten te zitten. Het skelet van een kreeft zit aan de buiten kant, de kieuwen zitten bij de poten, het zenuwstelsel loopt door de buik, zijn hersens zitten in zijn keel, het hart op zijn rug, zijn nieren in zijn voor hoofd en hij luistert met zijn poten. Een kreeft zwerft niet, hij woont ergens. Hij zoekt een plek tussen de gaten en spleten van de rotsblokken van de dijk verzwaring of in de holen in de veen lagen. Kreeften zijn goede gravers. Met hun staart kunnen ze zich achteruit ingraven. Een beschermende woonplaats is voor kreeften van levensbelang. Ze hebben wel een stevig pantser dat hen tegen hun vijanden beschermt. Maar deze schaal groeit niet mee en moet regel matig vernieuwd worden. Om zijn schaal kwijt te raken perst de kreeft al zijn lichaamsvocht naar de staart. Daar springt de schaal aan de bovenkant kapot en scheurt langs bovennaad open zodat de kreeft zich er uit kan werken. Terwijl hij verschaalt, verstopt de kreeft zich. Het duurt 3 weken voordat zijn nieuwe schaal hard is. In deze periode heeft hij zijn stevige, veilige woning hard nodig. De voortplanting begint wanneer een vrouwtjeskreeft verschaalt. Ze scheidt dan een geurstof af waar de mannetjes op af komen. Dan kunnen er twee dingen gebeuren, of er volgt een paring, of het zachte vrouwtje wordt opge geten. Bij de paring plakt het mannetje kleverige spermapakketjes op het achterlijf van het vrouwtje. Kort daarna worden de eieren gelegd en bevrucht. Dit gebeurt in augustus en september. Het vrouwtje drukt de eieren met de staart vast op haar buik Daarna gaat ze in winterslaap onder de stenen of in het veen. De eieren komen pas in juni van het jaar daarop uit. Het vrouwtje legt dus maar eens in de twee jaar eieren. Een vrouwtjeskreeft bezet met eieren wordt zaadkreeft genoemd. Als die gevangen worden moeten ze teruggezet worden. In het jaarverslag van het Visserijbestuur op de Zeeuwse Stromen uit 1903 lezen we dat "in het laatst van Mei een kreeft werd gevangen, dicht bezet met eieren, die, stom genoeg, ook door den visscher werd verkocht, in plaats van haar de vrijheid terug te geven." Zo te zien is ambtelijke taal er in duidelijkheid zeer op achteruit gegaan! Uit de eieren komen larven die meteen al kunnen zwemmen. Veel van de larven eindigen als voedsel voor haring, ansjovis, harder, geep en ribkwal. Een aanzienlijk aantal wordt het zeegat uitgespoeld. De weg naar volwassen heid is lang bij een kreeft. De larven verschalen vier keer en groeien van 8 mm naar 13,5 mm. Bij de vierde verschaling krijgen ze het uiterlijk van een volwassen kreeft en zakken naar de bodem om verder te groeien. Pas op hun zesde jaar zijn ze geslachtsrijp. Elk jaar groeit een kreeft maar 100 gram. Volwassen kreeften zijn 25 tot 30 jaar oud. Ze wegen dan zo'n 3 kilo. Het is niet te verwonderen dat de kreef tenpopulatie zich zeer moeizaam herstelt van overbevissing en natuur rampen. 1935; Jacob Schot (rechts) en Johannes Schot op kreeftenvangst in een Hollandse boot CONSENT NR. 17, VOORJAAR 2001 Op de hengst TH 5 'Twee gebroeders' Jacob Schot aan het roer, verder Joh. Schot en Ko Peerestam (rechts) 1935 CONSENT NR. 17, VOORJAAR 2001

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2001 | | pagina 14