ciün JF. D£ KLERK (3^#^
'C/
IMMERMAN; t<> KRUISPOLDER, Hunt.-»»**.,
>- I
a^rvo«c«^7
taling gedaan en afspraken gemaakt
over de afbetaling.
Tot rond 1900 wordt over het
uitstaande bedrag geen rente berekend,
hoewel de afbetaling soms wel acht jaar
duurt! Als het schip is opgeleverd blijft
het eigendom van de werf, tot alles is
afbetaald. Overigens worden de
betalingen voor reparaties en andere
leveringen wel op tijd gevorderd: De
Klerk huurt dan op nieuwjaarsdag een
rijtuig "om de rekeningen ronde te
brengen in Bouchoute en Philippine".
Regelmatig zijn er ook aantekeningen
waaruit blijkt dat de werf ook scheeps
makelaar is. Als een schipper een
nieuw schip bestelt worden niet zelden
afspraken gemaakt over de aankoop
van het oude schip, waarbij dan de
nodige reparaties van de prijs worden
afgetrokken. In één geval heeft een
visser uit Bruinisse kennelijk zijn schip
verspeeld, en wordt van de werf een
oud schip gehuurd tot het nieuwe wordt
opgeleverd.
Er zijn twee werfboeken bekend,
waarvan de periodes overlappen (1882
1934 en 1900-1906). Mogelijk zijn er
nog meer geweest, zodat niet met
zekerheid te zeggen valt hoeveel
schepen er op de werf zijn gebouwd.
Volgens het oudste boek werden er in
de periode van 1882 tot 1912 zeker 76
nieuwe hengsten gebouwd. Uit de werf-
boeken blijkt ook dat de hengst (meest
geschreven als Huingst) een standaard
schip is, waarvoor kennelijk geen
verdere specificatie nodig was. Soms
wordt de houtsoort gedefinieerd,
bijvoorbeeld een olmen vlak, of een
"huingst geheel van eik". Pas later,
rond de eeuwwisseling, wordt de lengte
van het vlak opgetekend, en een enkele
keer een referentie naar een bestaand
schip gemaakt.
In de eerste jaren van de 20e eeuw
werken er 8 mensen op de werf, en
worden soms vijf hengsten per jaar
gebouwd! Het was daarbij volgens
Lodewijk de Klerk geen uitzondering
dat "de meiden ook hun steentje
moesten bijdragen", en aan de trekzaag
werden gezet om delen te zagen! De
meiden waren tante Tulle en tante Lisa,
zussen van Peet.
De laatste hengst (een gewone) wordt
gebouwd in 1913 voor rekening van P.
Sponsalee uit Hontenisse, en vanaf die
tijd worden er vooral hoogaarzen
gebouwd, vaak ook voor vissers van
Honteftisse. Kruispüldflr <4o r«j j
Wegens gedane werkzaamheden en leveranti.uic"
^zs(Vt,r
21
Zuid Beveland en Walcheren. Ook is
het duidelijk dat De Klerk zich niet
beperk tot het bouwen van visser
schepen, er worden ook jachten
gebouwd.
Dat de werf zo goed draait is volgens
kleinzoon Lodewijk ook te danken aan
de haast spreekwoordelijke zuinigheid
van Jan Francies jr., waarvan de
uitdrukking bekend is dat hij bij de
bouw van een schip "zocht naar een
plank die net te klein was". Ook herin
nert hij zich dat de timmerlui in de
koffiepauze met een schaafkrul naar de
smidse liepen, om in het smidsvuur een
vuurtje te halen om hun pijp aan te
steken. Zo spaarden ze een lucifer uit!
Maar de knechts verdienden wel meer
dan een boerenknecht.
Hoe het ook zij, de werf gedijt goed en
schakelt al in 1922 over op de bouw
van stalen kotters. Dat blijkt een
gouden greep, waardoor de omschake
ling van de vloot naar grotere en
modernere schepen goed kan worden
gevolgd, en zo de toekomst van de werf
wordt verzekerd. Kort voor 1940 wordt
bij De Klerk al de eerste volledig
gelaste kotter gebouwd!
De schepen
De Klerk bouwt naast hengsten en
hoogaarzen ook lemmerj achten, boeier
aken, schouwen en bootjes. Over de
houten schepen is niet veel bekend.
Lodewijk: "De hoogaarzen die
bezuiden de Schelde werden gebouwd
waren over het algemeen wat slanker
dan hun soortgenoten van de eilanden.
Verschillen tussen de schepen van
Verras en die van de klerk waren er
niet of nauwelijks. Wat niet te
verbazen is, omdat Petrus Verras het
vak geleerd heeft bij mijn overgroot
vader voor hij zelf een werf stichtte in
de Paal".
Uit de werfboeken wordt ook duidelijk
hoe de bouwkosten van de schepen
zich door de jaren heen ontwikkelen.
Zo kost een hengst in 1882 nog 750, 15
jaar later (1897) 1200, en nog eens 15
jaar later (1913) 1600 gulden. Een
hoogaars is een veel duurder schip, en
kost in dezelfde jaren respectievelijk
1400, 1500, en 1900 gulden. Dat de
kosten hier minder snel stijgen komt
vermoedelijk doordat het bouwen van
een hoogaars meer tijd vergt, en het
arbeidsloon relatief weinig verandert.
Een hengst wordt gebouwd in gemid
deld 45 dagen, terwijl in één geval
een bouwtijd van 200 dagen voor een
hoogaars is genoteerd.
Op de werf schrikken ze niet terug voor
iets nieuws, er worden ook andere plat
bodems gebouwd. Jan Francies de Klerk
jr. is goed bevriend met Hugo van
Kuyck, die in zijn jonge jaren vaak met
de hoogaars de Reiger naar de werf
komt, om daar in de krullen te over
nachten. Na de oorlog ('40-'45) wordt
het contact weer aangehaald, en van
Kuyck dirigeert een Amerikaanse kennis,
capt. Hammond, naar de werf om een
nieuwe stalen Thames barge te laten
bouwen. Ook voor de "Sirdar", een tradi
tionele houten Engelse Thames barge,
worden (door tussenkomst van Van
Kuyck) bij De Klerk nieuwe zwaarden
20
Iedere werf die zichzelf respecteerde, had een eigen briefhoofd. Hier een rekening van een 'Nieuwen Huingst' uit 1903.
&g&*rz> r
De hengst 'Jonge Joseph', gebouwd in 1903 bij de Klerk, is nog steeds in de vaart. Brouwershaven 1992.
CONSENT NR. 19, VOORJAAR 2003
Zelfs de winters leken strenger te worden. Kruispolderhaven winter 1963.
CONSENT NR. 19, VOORJAAR 2003