8 je zo'n anderhalve kilo gepelde garnalen.' De grootvader van Richard was ook leurder. Hij leurde in Dendermonde. Richard: 'Hij was niet alleen een groot leurder, hij was ook een groot drinker. Die is dikwijls naar huis gekomen dat hij zat was, dan kroop hij in zijn hondekar. De honden wisten precies de weg naar Kieldrecht. En Dender- monde-Kieldrecht, ik denk toch dat het vijfendertig kilometer is. Op maandag was er nooit marchandis omdat er dan niet gevist werd. Dat noemden ze in Nieuw Namen 'de dag van de leurders'. Dan liep het hele dorp vol zatte mannen. In Nieuw Namen had je tientallen café's. In Emma- 'Ja, ja, Petrus en maandagmorgen om twee uur gaan we weer' Petrus Praet wist natuurlijk genoeg. Hij vertrok die maandagochtend nog veel vroeger en was vóór zijn oom aan het Sloe. Richard: 'Nou kommen we aan Fort Rammekens, achter den hoek van Bors- sele...da's nu allemaal industriege bied, maar toen keek ge over de schorren.. We zagen boven die schorren da' witte mastje van Petrus. Ik hoor Staf nog vloeken: "die verdoem- mese lange smeerlap is me voor. Ik zeg tegen Staf: "Wie is da dare?" "Ah, die lange Petrus, die hedde mij afgeloerd." Ik zeg heel onschuldig tegen Staf: "Hij hedde gister nog bij ons gewiest." Nou toen kwam de aap uit de mouw. Ik werd door Staf z'n vloeken aan het dek genageld. "Gij lelijke varkenskop" was nog het netste.' Leuren De garnalen en de vis werd gelost in alle kleine haventjes zoals Emmahaven. Celine van der Heijden: 'De garnalen, daar kwam een voerman om, die bracht ze naar huis ee..dan kwamen de leur ders van Kieldrecht bij ons thuis, 't Is nog een tijd geweest dat we moesten teirlingen (dobbelen) omdat er zo weinig was. Soms zat het stampvol in huis. Bij moeder is het nog geweest dat, als de leur ders kwamen, wij in de stal moesten zitten mee een keerske. Zo rond '60 was 't slecht in de visserij. Ik zeg tegen m'n man: "Gij gaat varen dan zal ik de baan gaan doen". Dan ging ik op de fiets naar Beveren. De eerste keer ging mijn man mee, 't was een wreed brave man zunne. Ik kwam daar en ik riep zover as d'ak roepen kon: "Verse gernaat'. Mijn man was er beschaamd van.' Richard Bleijenberg herinnert zich dat ze als het een goed jaar was in de maand september, wanneer de garnalen volgroeid waren soms vangsten van driehonderd kilo aan de wal zetten. Meestal bracht Richard de vangst snel op de fiets naar het huis van Staf. 'Daar stond dan een rij mensen aan de deur te wachten met een emmerke. Ze kwamen de garnalen halen om te pellen, ze kregen dan zoveel francs de kilo. Uit een emmer van vijf kilo haalde haven dronken de vissers maar ook de leurders na het binnenkomen van de schepen ook graag een pint. Je had er een stuk of zeven café's, nu is er nog één. De grens had zijn nadelen maar ook zijn voordelen. In de Eerste Wereld oorlog - België was in oorlog, Neder land was neutraal - mochten de Belgi sche vissers niet meer vissen. Dat bete- 9 't Is allemaal weg Richard Bleijenberg denkt met weemoed terug aan vroeger: 'Zeehonden, ik heb er zoveel gezien. De eerste zeehonden kwamen we altijd tegen op de platen van de Zandvliet voor d'n ouden Doel. Recht voor de Zandvlietsluis van Antwerpen. Soms wel een stuk of vijftien bij elkaar. Ja dat vond ik machtig. Aan Valkenisse lagen er ook altijd heel veel. Bruinvissen zwommen hier veel voor de stevens van die snelvarende mailboten van Antwerpen naar Harwich en Londen. Ook zaagt ge veel vogels en er zaten veel soorten leven tussen de garnalen: zeekatten, inktvissen en grote Chinese krabben. Als ge dan terug denkt, wat is er nog van over. De Schelde is gewoon een riool geworden. Er wordt niet meer gevist. En als ge de horizon afkijkt van Zandvliet naar de Kruispolder, de romantiek die er vroeger was, die is er niet meer. De getijdehaventjes zijn weg. Het oude haventje van den Doel, Emmapolder, ge had de Paal, de Kruispolder. Baalhoek daar kon ge ook nog binnen, Walsoorden en ga zo maar door. Ik heb nog in Hoofdplaat een bedrukt gezicht dat menig visser op de Krammerplaat of bij Viane op mosselzaad viste, terwijl zijn gedachten bij de draaiorgels toefden. Vergauwen (zie ook artikel Kieldrecht in België) schrijft: 'Niet alleen zij hadden bedrukte gezichten, want de herbergiers zegden wel eens zuchtend tegen elkaar "Die kermis zal niet veel zijn, want de schippers zijn niet thuis". Richard: 'Als in het late najaar het vissen niet meer te doen was, dan begon er een gezellige tijd, want dan ging je netten herstellen achter de warme kachel. IJverig boeten en breien met warme klompen aan en met een pruim tabak rond de Leuvense kachel.' Ook Celine herinnerde zich de gezellig heid: 'In de winter dan werden de netten gemaakt, in dat kleine huisken allemaal en dan moest u d'r over trappen ee..wilde ge van de kamer naar de keuken. Vader boette en ons jongens breidden. De botnetten moesten ook nagekeken worden. D'r moest vanonder lood aangemaakt worden en van boven kurk' kende goeie tijden voor de vissers aan de Nederlandse kant van de grens. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een wet die gebood dat de garnalen niet meer lukraak op kleine haventjes verkocht mochten worden. Het moest allemaal via de vismijn in Breskens. Dat had natuurlijk met belasting te maken. Veel vissers aan de Neder landse kant van de grens gingen hun garnalen naar Doel brengen. 'In de jaren '50 was dat een rijkma kerij' zegt Richard Bleijenberg, 'Er werd geen belasting op betaald en dan stond je niet bekend..ee' De winter September was altijd het hoogtepunt van het garnalenseizoen. Maar het was ook kermis in op Emmahaven, die begon op de derde zondag van september. Er werd door veel vissers een week gestopt met vissen om te gaan feesten. Als knecht kreeg je een flinke zakcent. In die week gingen ook de schepen op de helling, de zeepokken werden eraf gehaald. Maar niet elke visser stopte. Want de opening van de mosselbanken had vaak plaats op de dinsdag voor de kermis. Het was met CONSENT NR. 19, VOORJAAR 2003 De hengst TH 22 onder zeil. Sjarelke Tok, visserman te Nieuw Namen, ca. 1985. De botter CLN 3 van Jan den Bodde, de laatste visser van Emmahaven, ligt weg te rotten. Ca. 1980. CONSENT NR. 19, VOORJAAR 2003

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2003 | | pagina 6