14 Rond 1910 was de Kieldrechtse vloot tot 81 eenheden gereduceerd, waarvan 66 "uitgevlagde" schepen die geregis treerd waren te Clinge (CLN), 12 schepen te Kieldrecht (K) zelf en 3 schepen te Meerdonk (M). In het werk van Vergauwen is een lijst met alle vaartuigen, de namen van de schippers en hun bijnaam. Wanneer we uit die lijst één naam mogen uitkiezen komen we bij P. Praet, bijgenaamd De Vos, van de CLN 17. De man dus die "om één of andere duistere reden" een hengst liet bouwen te Arnemuiden. Eén van zijn nazaten, Piet Praet, woont te Antwerpen. Piet is bezig met een stamboom van de familie en ontdekte dat Petrus twee keer getrouwd is geweest. landse grens een "ijzeren gordijn" gebouwd: te vergelijken met schrikdraad maar dan wel onder hoogspanning. De draad aanraken was dodelijk. Deze liep ook dwars door het dubbeldorp Kield recht - Nieuw Namen. De Kieldrechte- naren met het registratienummer CLN hadden nog geluk. Zij konden in de oorlog met hun schepen uitwijken naar Zierikzee. Daar wonen nu nog vissers met de naam Praet, evenals te Breskens. Van de schepen met een K vinden we aan het einde van de oorlog in 1918 in de consenten nog slechts twee scheepjes terug: een vaartuig en een boot. Kort na de tweede wereldoorlog kregen de naar Nederland uitgeweken Kiel- drechtenaren de mogelijkheid om zich Maar de hengst was niet geschikt voor het varen op de Noordzee en ze werden al gauw vervangen door andere scheepstypes. Bij de modernisering van de vloot in bijvoorbeeld Yerseke werden de hengsten en hoogaarzen overbodig. Ze kostten alleen maar (haven)geld. Dus werden ze onttakeld en naar het "scheepskerkhofgebracht: geladen met stenen en boven een diepe geul werd de bijl er in gezet. Gelukkig konden sommige vissers hun scheepjes nog aan een particulier verkopen die daar dan meestal een kajuitje op bouwden. Zo werd de blazerhengst d'n Bruinen beginjaren zestig toevallig opgemerkt door Frans Eisenloefel op de Vinkeveense Plassen: een soort drijvend vakantie- In de eerste wereldoorlog werd er door de Duitsers op de Belgisch - Neder- verblijf aan een eilandje: zonder mast en zonder zwaarden. De vorige eige naar is helaas niet gekend. En in 1980 vond Cor Drijver de hengst Pegasus behoorlijk verwaarloosd in een slootje te Leiden. Hij wist als geboren Texelaar dat het om een hengst ging want hij had "die dingen" in zijn jeugd vaak genoeg op de Wadden mosselzaad zien vissen. De laatste originele hengsten: TH 49: eigendom van de Stichting Behoud Hoogaars, op het droge op de werf De Schelde te Vlissingen in Alvorens te hertrouwen wilde hij voor ieder van zijn zonen nog een hengst laten bouwen en daar was blijkbaar haast bijVerras en de Klerk moeten toen een vol orderboekje hebben gehad want in 1892 werd de bewuste hengst te Arnemuiden "aangenomen om te maken volgens model en grootte als die van zijn zwager, daarvan de maat genomen en Malle naar gemaakt". De tweede hengst kwam uiteindelijk in 1894 gereed bij de Klerk. weer tot Belg te laten naturaliseren. Onder andere Piet Praet maakte hier gebruik van. HET EINDE De vissende hengsten zijn uit de Scheldedelta verdwenen. Die van Boekhoute die naar Zeebrugge waren getogen, visten er oorspronkelijk nog mee op mosselzaad (ze werden mossel- dieven genoemd); ze brachten hun vangst naar Yerseke. afwachting van restauratie. Pegasus: eigendom van de Stichting Tolerant, op het droge achter het Scheep vaartmuseum te Baasrode in afwachting van restauratie Jan Korneel: particulier bezit, in de vaart. Jonge Joseph: particulier bezit, in de vaart. Tenslotte nog even vermelden dat er ook geëxperimenteerd werd om de schepen sneller te maken. Dit gebeurde door de goede eigenschappen van twee scheepstypes met elkaar te combineren. Zo kreeg men een nieuw type schip (door sommigen ook wel een bastaard genoemd). Van dit soort schepen resteren er nog: D'n Bruinen, blazerhengst, eigendom van de Stichting Tolerant, in de vaart. De Elft, lemmerhengst, particulier bezit, in de vaart. De Marie Thérèse, lemmerhengst, parti culier bezit. De hulpdljk bij Zatidepolder WAThtóirÖob IK ZEÊLANÏV Maart 100t>. Bij hoogwater worden mossels in zakken aangevoerd in de haven van Phillippine. CONSENT NR. 19, VOORJAAR 2003 Fragment van de Visscher-Roman kaart, naar de toestand van 1652. Kieldrecht was bereikbaar over water, door de Kreecke van Kieldrecht. Zie ook de dan al ingepolderde Deurganck naar het oosten. Watersnood 1906. Hengsten voeren materiaal aan voor de hulpdijk bij Zandepolder. CONSENT NR. 19, VOORJAAR 2003

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2003 | | pagina 9