Spelevaren in de zomer van 1936
door Jan Hendriksen
"Kijk, da sijn kik en da's m'n onkel
Ward." zegt Piet Cambeen opge
wonden, wanneer hij voor het eerst
van zijn leven foto's ziet, die 67 jaar
geleden gemaakt zijn. Het zijn
foto's van een vaartocht met een
deftige Antwerpse familie De
Groodt op de hengst GRA 42 vanuit
De Paal. Voor de familie De Groodt
waren het familiekiekjes van een
vaartochtje op een mooie zomerse
zondag in 1936, maar voor ons als
hoogaarsvolk geven die foto's een
prachtig beeld van een hengst in De
Paal en de botvisserij die ermee
bedreven werd.
Laten we bij het begin beginnen.
Onze stichting heeft een enthousiaste
- nog steeds groeiende - groep dona
teurs in Den Haag. De meesten ervan
zijn beroepsmusici, onder andere in
het Residentie-orkest. Het zijn vooral
cellisten en violisten. Er loopt kenne
lijk een rechtstreekse lijn van liefde
voor houten instrumenten naar liefde
voor houten schepen. Elke nazomer
komen ze steevast een dag zeilen op
een donateursdag. Na weer zo'n dag,
eind augustus 2003, kregen we een
prachtige serie foto's van Arthur De
Groodt, beroepscellist, trotse eigenaar
van een houten zeilsloep en al jaren
donateur van de SBH.
Hij vertelt bij de foto's: "Het is een
pleziertochtje van mijn familie in de
zomer van '36 vanuit De Paal op de
GRA 42. Mijn overgrootvader was
scheepsbevrachter in Antwerpen. Hij
woonde met zijn gezin in Sint Anneke
op de linkeroever, ongeveer waar nu
de voetgangerstunnel is. Mijn groot
vader, die ook Arthur heette, ging als
kind dagelijks met de Sint Annekes-
boot naar school in Antwerpen. Hij
had een sterke binding met de rivier.
Toen hij zelf vrouw en kinderen had,
kocht hij - dat was in 1936 - een over-
naadse jol met midzwaard en toren-
tuig. Hij ging vaak met zijn kinderen
zeilen op de Schelde tot aan De Paal
toe. Mijn grootvader had een drukke
baan als professor in de geneeskunde
in Gent en dat zeilen bracht hem de
nodige ontspanning".
In de zomer van '36 ging hij voor het
eerst met zijn twee zoons en vier
dochters spelevaren op een hengst
vanuit De Paal. Het contact werd per
telefoon gelegd met Piet Verras van
de werf "Moed en Trouw" Die regelde
schipper van Immerseel met de hengst
GRA 42.
"Mijn oom Franz herinnert zich de
namen Ward en Piet", zegt Arthur De
Groodt.
"Om in De Paal te komen was een
hele wereldreis. De familie ging op
zaterdag met de trein naar St. Niklaas,
vervolgens met locaalspoor naar Hulst
en dan per bus naar Graauw. Vervol
gens moesten ze lopen naar De Paal.
Vanaf 1936 toen de overnaadse jol in
de familie kwam, zeilden de zonen,
soms vergezeld door vrienden, ook
wel naar De Paal. Er is een prachtig
oud schoolschrift waarin de jongens
een logboek bij hielden. Een frag
ment: "24-7-1938, 's Zondags zijn we
naar de plaat gezeild rechtover de
Paal. 's Maandags 's morgens om drie
uur opgestaan om uit de haven te
komen en dan met de visser Ward mee
naar de platen. Daar nog de fok afge
scheurd."
De foto's bij dit artikel en de
bijschriften doen verslag van de vaar
tochten met de hengst. Ze zijn
gemaakt door Jan De Groodt, de vader
van donateur Arthur De Groodt.
Wie zijn de vissers op de
foto's?
Arthur De Groodt heeft ooit de foto's
voorgelegd aan Jules van Beylen. Die
was stomverbaasd dat er in 1936 al
dat soort pleziertochtjes gemaakt
werden. Van Beylen kon melden dat
in het Register bij de GRA 42 in '36
de namen van de eigenaars J.W. en
E. van Immerseel werden vermeld.
Uiteraard wilde de redactie van
CONSENT weten of die mannen nog
leefden. Wat doe je dan? Een donateur
benaderen aan "d'aare kant van de
Schelde".
Een afstand van een kilometer of drie,
tegenwoordig bel je dan meteen een
taxi. Daar werd dan overnacht in de
herberg "In 't Zicht der Schelde". De
vrouw van de werfbaas Verras baatte
een herberg uit. Dat kwam wel vaker
voor in het Zeeuwse. De kinderen De
Groodt sliepen op zolder waar ook de
kinderen van Verras sliepen."
De volgende ochtend vertrokken ze dan
bij gunstig tij voor een
tocht over de Schelde.
Ward van Immerseel en
zijn maat hadden opJiun
vrije dag wel zin in een
tochtje naar de platen.
Die tochtjes, begonnen
in de zomer van '36,
gingen door tot de
Tweede Wereldoorlog.
Ze gingen óf over de eb
richting Terneuzen,
bijvoorbeeld tot Elle-
woutsdijk, óf over de
vloed richting
Antwerpen. Of ze
zeilden vlak voor de
deur in de geulen van
Saeftinghe; het Speel
mansgat of de Ijskelder
of bij de Marlemonse
Plaat.
Arthur De Groodt:
"Mijn grootvader hield
het meest van droog
vallen op een plaat om
dan wat mossels te
rapen of een botje te
verschalken."
2
Ward van Immerseel met Franz De Groodt aan het helmhout. De foto's zijn gemaakt door de broer van Franz: Jan De Groodt, toen achttien jaar oud. Zie de
Hollandse boot waarmee het botnet werd uitgeroeid. Rechts de zwaardlier.
CONSENT NR. 20, VOORJAAR 2004
3
"Da sijn kik" zegt Piet Cambeen, wanneer hij voor het eerst van zijn leven na 67 jaar deze foto uit 1936 ziet. Hij is daar zestien jaar oud. Links nonkel Ward.
Grootvader Arthur De Groodt zit voorop. Zijn zoon Franz zit op de
kettingbak voor de ankerketting. Het luik zit niet in het midden van
het schip. Rechts het schoorsteentje van het avapeurke. Bij het varen
ging daar een kapje op.
CONSENT NR. 20, VOORJAAR 2004