20
met dien verstandedat de reis- en
verblijfskosten van den monteur, die dit
onderricht geeft, ten laste komt van u.
Het gebruik van olie door de R.O.I
machine, bij normaal gebruik, vooral
wanneer gekord wordt, zal, over 10 uur
gerekend, zijn 40 a 50 K.G. per dag,
terwijl de prijs van olie op het ogenblik
f4,-- per 100 kilo is, zoodat de kosten
per dag op f 1,60 a f2,— zullen komen,
wat brandstof betreft. Neemt men het
gemiddelde van f 1,80, en dat op 200
dagen, dan zal het olieverbruik onge
veer f 360,— per jaar zijn, terwijl het
smeerolieverbruik ongeveer zal zijn
f 0,20 per dag, is f40, per jaar.
Wijne heeft het advies duidelijk in
detail overwogen en besloten toch een
kleinere, dus lichtere en goedkopere
motor aan te schaffen, wat blijkt uit een
artikeltje in de Visscherijkrant van
20-1-1912:
DE MOTOR EN DE MOSSEL-
VISSCHERIJ
Men schrijft ons uit Zeeuwsche vissche-
rijkringen het volgende:
Reeds zijn in Zeeland verschillende
mosselhoogaarzen voorzien van een
motor, waardoor de visschers ten allen
tijde in staat zijn hunne mosselen te
vangen en op de plaats van bestemming
te brengen; maar daarbij moest de
visscher zelfde korren ophalen.
De mosselhandelaar V. Wijne te Philip
pine heeft een Kromhoutmotor van 12
P.K. in bestelling bij den heer D. Goed
koop te Amsterdam, waar aan een lier
is bevestigd, die mechanisch de korren
met mosselen ophaalt. Mocht later
blijken, dat dit aan de verwachting
beantwoordt, en zulks lijdt geen twijfel,
dan zullen vele mosselhandelaren zijn
voorbeeld volgen.
Uit het archief van het Kromhout
museum in Amsterdam blijkt dat een
Kromhout motor type RO-O, fabricage
nummer 688, is geleverd aan Wijne
Aernoudts op 15-3-1912. (Voor de
goede orde: men begon bij 100 te tellen
dus het is de 588e geregistreerde motor.)
Victor Wijne blijkt dus een uiterst
ondernemende zakenman te zijn. Niet
alleen heeft hij visserij historie
geschreven door als eerste een lier aan
de motor te koppelen om de korren mee
op te halen, zijn motor was bovendien
de eerste Kromhout die in Zeeland
werd ingebouwd. Vermoedelijk heeft
hij daarom kans gezien zich als
commissionair van de firma Goedkoop
te vestigen, wat hem fl. 100,- opleverde
voor iedere door zijn bemiddeling in
Zeeland verkochte Kromhout motor!
Zodoende verdiende hij in 1913
fl. 600,= en in 1917 nog eens fl. 500,=
In 1914 is hij met zijn hengst PI-77 in
de catalogus van Goedkoop afgebeeld.
In die jaren liep de mosselvisserij in de
Braakman en het Hellegat terug als
gevolg van de voortgaande inpoldering.
Veel vissers vertrokken naar Yerseke of
Tholen. De ondernemende Victor
verhuisde op 6-10-1917 naar Harlingen
met zijn schip, waar het werd inge
schreven als "motor korboot (lemmer-
jacht)" onder nummer HA-51, voor de
kustvisserij. Het is niet bekend of hij
,\5jaa/v
21
succesvol was in de visserij in het
noorden, of gewoon onrustig, maar al
na twee jaar (op 18-6-1919) verkocht
hij het schip en begon een hotel restau
rant in Sas van Gent.
Terug naar Zeeland
De nieuwe eigenaar, de ijzerhandelaar
A. Hoebeke in Yerseke, liet de hengst
inschrijven onder nummer YE -199.
Het schip kreeg daarbij voor het eerst
een naam: de "Vrouw Cornelia".
Tonnenmaat wordt genoteerd als 45 m3
bruto, 20 m3 netto. Al heel kort daarna
ging Hoebeke als schipper voor Kees
de Rooij varen en verkocht zijn schip
door aan de Gebroeders de Rooij Jzn.
Op 20-8-1919 vermeldt het register:
overgeschreven als YE -199, "De Vijf
Gebroeders" op naam van Gebroeders
de Rooij (naam gewijzigd 29-10-1919).
Doel: kustvisserij; Soort: motorkorboot
(hengst); Motor 20 pk Kromhout.
Kennelijk wist de ambtenaar waar hij
over sprak, want die inschrijving
vermeldt voor het eerst de omschrijving
"Hengst", alhoewel tussen haakjes.
Als eenmaal de gegevens van een schip
bekend zijn laat de geschiedenis van de
motor zich lezen zoals gebitskenmerken
bij mensen. De YE -199 van Gebr. de
Rooij uit Yerseke komt voor in de KMF
(Kromhout Motoren Fabriek) archieven
met een middeldruk motor van het type
M-0, nr. 3083. Deze motor heeft een
vermogen van 14 pk, werd besteld op 30
9-1924 en een maand later geleverd op
25-10-1924. Volgens het klantenregister
is de motor geleverd aan J. de Rooy Czn.
Burenpolderweg 7 te Yerseke, de vader
van de vijf gebroeders.
Uit die tijd is ook de anekdote dat
onderweg van de wadden naar Zeeland
een gasfles aan boord is ontploft,
waarbij het schip gedeeltelijk is uitge
brand. Maar kennelijk was er nog
genoeg over om naar de thuishaven te
varen, anders was het verhaal van D'n
Bruinen nooit verteld. Vermoedelijk is
bij die gebeurtenis de motor ernstig
beschadigd want uit een onderhouds-
kaart van de KMF blijkt dat er in 1929
nogal wat kosten zijn gemaakt aan de
motor. Ook is de naam Gebr. De Rooij
doorgehaald en vervangen door IJselen-
berg. Dat wijst erop dat de motor toen
verkocht is. Aan de hand van de gaten
in de oude motorfundatie is af te leiden
dat er daarna een grotere motor (type
M-l) is ingebouwd, waarschijnlijk
tweedehands uit een ander schip. De
M-l motor heeft een vermogen van 22
pk, maar stond bekend als een "twin
tiger". Het visserijregister van 1931
vermeldt een 20 pk Kromhout.
Op 28-7-31 veranderde het schip weer
van eigenaar, en werd overgeschreven
op naam van Willem de Rooij, mossel
handelaar te Yerseke. Deze had een
kruidenierswinkel, maar de nering was
niet zo best in de crisisjaren. Hij begon
een mosselhandel met verkopen in
België en gebruikte de hengst daarbij
als mosseljager. De foto waarop het
schip in Roubaix ligt is uit die tijd.
In 1947, op 13 december, werd de
schuit ingeschreven in het nieuw opge
zette visserijregister. De nieuwe regis-
terkaart van 1947 vermeldt alle voor
gaande eigenaren en visserij nummers,
naast de tonnenmaat van het schip
(31/12 m3). Deze komt niet overeen
met de gegevens van de oudere kaarten,
wat vermoedelijk het gevolg is van een
andere manier van meten. Hij heeft
daarna nog een tiental jaren gevaren,
maar werd uiteindelijk toch te oud voor
het zware werk. Op 5 Juni 1958 kocht
P. Doornbos uit Amsterdam "De Vijf
Gebroeders" voor de pleziervaart en
bouwde er een roef op.
Een tweede leven
Dan valt er een gat. Het is bekend dat
Frans Eissenloeffel de "Zeehond",
zoals het schip dan heet, heeft gekocht
in Vinkeveen omstreeks 1960. Het is in
slechte conditie en het eerste wat
In de haven van Paal, ongeveer 1990.
CONSENT NR. 21, VOORJAAR 2005
^fiehouó^0'
Op de Schelde voor Antwerpen, 2003.
CONSENT NR. 21, VOORJAAR 2005