De werf van Meerman behouden Jan Hendriksen In juli 2003 heeft de gemeente Middelburg de werf van Meerman in Arne- muiden gekocht van Kees Meerman voor één euro. De gemeente heeft voor dit stuk cultureel erfgoed de status Rijksmonument aangevraagd. Met subsidies van de Europese gemeenschap, de provincie Zeeland en de SBH gaat Middel burg de komende tijd de werf restaureren. Vervolgens zal de Stichting Behoud Hoogaars de werf van Meerman in beheer krijgen. Even terug in de tijd. Op 7 november 1786 koopt Jacob Meerman een bestaande scheepswerf in Arnemuiden aan de Arne. De werf omvat een loods, een kanthelling en gereedschappen en is gelegen buiten de "Stads Thol Poort tegen de Zuijdwalle." In de twee eeuwen van haar actieve bestaan tot 1986 worden er meer dan 200 hoogaarzen gebouwd. In de toekomst zullen er weer hoogaarzen en hengsten op deze historische werf gerestaureerd en onderhouden kunnen worden. Maar eerst moet de werf grondig gerestaureerd worden, dus voordat onze schepen er liggen is het wel 2006. In de CONSENT van 1995 schrijft Jules van Beylen over de werf van Meerman; '....Deze oudste nog bestaande werf in Zeeland is sinds haar vestiging vrijwel onveranderd gebleven. De werf is origineel, authen tiek en niet vervangbaar door welke nieuwbouw of restauratie dan ook. De helling, de bouwloods, de bouwmallen en het gereedschap zijn er nog steeds. Deze werf is daarom een industrieel monument van de eerste orde, zoals er nog weinige bestaan. Men mag de laatste echte geboorteplaats van deze schepen, een dergelijk kostbaar erfstuk, niet verloren laten gaan.' En zie, nog geen tien jaar later wordt die wens werkelijkheid. De restauratie van de werf De restauratie is een project van de gemeente Middelburg. Het benodigde geld, subsidies, de meeste vergun ningen en alle administratieve acties worden door de gemeente geregeld. De werf blijft eigendom van de gemeente maar de SBH krijgt de werf in beheer. Daar moet natuurlijk wat tegenover staan. Onze stichting levert kennis en kunde in de vorm van manuren van haar vrijwilligers. Op dit moment (februari 2005) is de stand van zaken als volgt; De gemeente Middelburg heeft een flink bedrag aan Europese subsidie ontvangen, het benodigde budget is er en er is een projectgroep bezig om de zaak voor te bereiden. Alle benodigde vergunningen zijn aangevraagd. Inventarisatie Een belangrijke bijdrage in natura werd geleverd door de vrijwilligers Jelle Joosse, Wim van den Berge, Ko Ruissen en Hans Priester van de Stich ting Behoud Hoogaars. Alle loodsen moesten leeg maar ook alles op de werf moest geïnventariseerd. Het werk op de werf was in 1986 gestopt en alles stond en lag er nog net zo bij als toen. De vier mannen trokken hun ketelpak aan en gingen aan de slag. Na al die jaren was het stof en zaagsel zo hardnekkig geworden dat er geen doorkomen aan was. De eerste actie was dan ook het kopen van een compressor. Alles dat vanonder het stof vandaan kwam werd gefotografeerd op de plaats waar het lag. Het voorwerp werd genummerd en kreeg een label. Door een handig raster systeem werd zelfs de plaats geregis treerd. Alle voorwerpen gingen vervol gens in de zeecontainer die op het terrein klaarstond. Krenten in de pap Hieronder een paar krenten die ze in de pap vonden. Schaven Er kwamen heel wat schaven tevoor schijn. Profielschaven, rijschaven, blok schaven, voorlopers, Waterpas (zie pag. 5) Een houten driehoek met een schiet- loodje vanaf het hoogste punt. Hoe kan dat nu, een waterpas zonder belletje in het water? Nicolaes Witsen noemt in zijn boek Hedendaegsche Scheepsbouw uit 1671 een houten loodrei, een pasrei, al een waterpas. Het apparaat geeft een lijn aan die pas is. Pas aan wat? Water oppervlak is altijd horizontaal. Pas aan water? In ieder geval, een stuk gereed- schap dat hoort bij een scheepswerf. Karweikisten Een timmerman die ergens aangenomen werd, bracht meestal eigen gereedschap mee. De karweikist was persoonlijk bezit, ingericht naar eigen inzicht. Met een plaats voor boortjes, een houdertje voor de lievelingsschroevendraaier. Vaak ook met een naam aan de buiten kant. Zoals de kist van Cees Meerman. En dan nog drie karweikisten met een bol deksel, waterdicht gemaakt met geverfd canvas. Kisten die met twee man getild moeten worden. De lintzaag In de zaagloods staat de lintzaag. Met een lier werd hout door de zaag getrokken. Achter de stelling met de lier is een luikje in de buitenwand. Dat kan open om zo lange planken de rondschaven. Een van de brede schaven was versierd met houtsnijwerk; het jaartal 1766 en iets dat er uitziet als een zilvermerk: de initialen F M met een Franse lelie er tussen in. Het blijkt een schaaf te zijn, gemaakt door Frans Moret, uit de Utrechtsestraat in Amsterdam. Hij leefde van 1710 tot 1786, werd meester schavenmaker in 1734 en mocht toen zijn eigen keur voeren. Dan was er ook nog een hobbelaar, een schaaf die bol is in de lengte én in de breedte. De vorm doet aan een walvis denken. Eigenlijk graafje met zo'n schaaf een putje. 2 Potloodtekening werf van Meerman, 1997 ^\5jaa^ CONSENT NR. 21, VOORJAAR 2005 3 V.l.n.r.: Jelle Joosse, Wim van den Berge, Ko Ruissen en Hans Priester. Kees Meerman bij zijn oude karweikist. CONSENT NR. 21, VOORJAAR 2005 \5jaaA ^Sehoud*0 Oude ankerrollen worden gebruikt als tafelpoot. Rechts het luikje in de buitenwand.

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2005 | | pagina 3