Terug van weggeweest 1907-2007 Elisabeth (Betje) - Zeeuwse Schouw Consent nummer 23 voorjaar 2007 17 Zoeken naar de bron en het maken van keuzes. Stukje historie - De schouw' Elisabeth'werd in 1907 gebouwd op de scheepswerf van Jan Francis de Klerk te Hontenisse. Opdracht gever was de heer Gerrit Johannes Schippers, pachter van de veren Veere-Kamperland. Het schip heeft tot 1930 als veerboot dienst gedaan tussen Veere op Walcheren en Kamperland op Noord-Beveland. Vanaf 1930 heeft het schip tot in de jaren vijftig gevaren als mosselschip vanuit Philippine. Daarna werd het als jacht gebruikt. Het schip wordt in de volksmond ook wel Betje genoemd. De eerste eigenaar noemde het schip zo als afkorting van Elisabeth, de naam van zijn vrouw. Na de intrede van de gemotoriseerde veerboten werd Betje ingezet als vissersschip op de Scheldes. Later werd ze als particulier schip aangepast naar watje kunt noemen een luxe jacht. Met dat uiterlijk kwam ze terug in beeld bij een stuk of wat Zeeuwen. Terug naar huis Meer dan tien jaar geleden is Betje terug naar Zeeland gehaald. Dhr.Verhage,de laatste eigenaar stond het schip met gemengde gevoelens af, er was veel aan gedaan en veel mee gevaren. Een genoeglijke periode van meer dan 15 jaar. Guus van Hecke kreeg een aantal mensen over de streep om deel uit te maken van de Stichting Zeeuwse Schouw. In eerste instantie leek het erop dat door Betje op sommige plekken wat op te wrijven en wat mascara te geven ze weer stralend voor de dag kon komen. Dat viel tegen. Ze bleek inmiddels bejaard, versleten en voor sommige rimpels was geen make up (lees; epoxy) aan te slepen. Maar met het resultaat van het onderzoek, tekeningen en het model van Maurice Kaak, van het Museum in Baasrode, werd het toch duidelijk hoe het schip eruit had gezien. Dus bleef de Stichting Zeeuwse Schouw geloven in een Extreme Make-over, en er werden ruwe schattingen gemaakt over wat dat zou gaan kosten. En ongeveer vijfjaar geleden scheen er licht aan de einder. In overleg met de mensen van de provincie kon een begroting ingediend worden, die in het kader van Interreg 2 goedgekeurd werd. Tegelijkertijd was er overleg met de Gemeente Goes om te kijken naar de intentie om Betje te restaureren in de vorm van een werkgelegenheidsproject. De som der delen werd bekrachtigd en de Stichting Zeeuwse Schouw bracht het schip in als werkgekegenheidsproject bij de Oosterscheldewerf. De make-over kon beginnen. Techniek en vakmanschap In de achterliggende periode heeft Betje, zonder dat ze het water voelde al alle weertypes meegemaakt. Periodes van windstilte, een zwoele bries en storm!! Door vruchtbaar overleg met de Gemeente Goes en het management van Euregio Scheldemond en de Oosterscheldewerf werden tussentijdse problemen getackeld, met als resultaat een schitterend schip, dat in historisch en cultureel opzicht een aanwinst genoemd mag worden voor de Zeeuwse wateren. Afgelopen jaar ging het echt waaien op de Oosterscheldewerf. Er kwam wind in de zeilen. De specialisten met hun hele team van leerlingen en begeleiders brachten Betje op koers en laveerden de goeie kant op. De plaats om te restaureren werd in aanvang binnen gekozen; een loods die werd voorzien van alle machinerie en gereedschappen om de klus te klaren. Toch bleek dit een te droge, en warme ruimte te zijn. Dit zou leiden tot het te snel krimpen van het hout met alle gevolgen van dien. Betje werd buiten gezet onder een afdak, waardoor het hout kon meegaan met de buitenomstandigheden. Dit betekende wel dit in de wintermaanden er extra afscherming nodig was om te kunnen werken. Een groot deel van het werk kon binnen voorbereid worden en buiten worden aangebracht. Betje werd ontdaan van haar doodskleed, het casco werd gefixeerd, maar naar later bleek "liep" de lijn niet meer, zoals het geweest was en moest de zeeg er opnieuw terug in gebracht worden. Door overleg en de deskundigheid van verschillende scheepsbouwers en timmerlieden zoals Michiel Verras, Bert Ennik, Peter Maas en Henk Dierkx, onder leiding van Cees Droste, kwam Betje weer goed te staan als uitgangspunt voor het respectievelijk verwijderen van oude delen en het in vorm brengen van het nieuwe Franse eikenhout. Ter plaatse, bij de groothandel (meestentijds van Dijk), werden de bomen uitgezocht ten behoeve van de vlakdelen, de knieën enzovoorts. Teruggaan naar het oorspronkelijke uiterlijk,sober,functioneel, van luxe gespeend. Dit is zoveel mogelijk het uitgangspunt geweest gedurende de bouw. Om maar eens wat te noemen; De tuigage, sprietgetuigd, was soms niet voorde hand liggend, maar past wel bij het nastreven van authenticiteit. Het is anders varen, velen onder u zullen dit onderscheid goed kennen. In de geschiedschrijving en uit verhalen blijkt dat enkele schippers vroeg reageerden op opkomend slecht weer. Buien, gepaard met hevige windstoten bliezen vissersschepen moeiteloos om, met als directe oorzaak het niet tijdig minderen van zeil, een bijkomend probleem van de spriettuigen.Topzeil en grootzeil vingen de volle mep. Lang zeil houden maakte vaak dat men als eerste de haven binnen liep, maar ook dat men wel eens niet meer binnenliep.Vele sprietgetuigde schepen vergingen om die reden. Toen de stichting Zeeuwse Schouw Betje overnam, stond er een gaffeltuig op. Samen met een ruime kajuit, ter vervanging van het sobere'kot', bood het schip prettiger eigenschappen in het gebruik. Bij een restauratie hoort, voor zover mogelijk, het duiken in de historie, en bouwen op referenties die door deskundigen gestaafd worden. In zijn algemeenheid zijn er geen identieke schepen gebouwd. Afhankelijk van opdrachtgever en werf, gecombineerd met de financiën rolden er schepen de werf af, die weliswaar hoogaars, schouw of hengst genoemd werden en dezelfde uiterlijke kenmerken vertoonden, maar ieder hun specifieke zeeg, zeileigenschappen en gebruiksaanwijzing hadden. Voor Betje geldt dat er details zijn die het onderscheid als veerschip onderstrepen. Anderzijds vertoont ze grote overeenkomsten met andere platbodems. Markante details In een wat willekeurige volgorde volgen zomaar opmerkelijke zaken, die'misschien niet specifiek voor Betje zijn, maar aardig om te melden. Kluiverboom Bijvoorbeeld is het gebruik van de kluiverboom een gegeven wat in het geval van zeilend veerschip een niet voor de hand liggend onderdeel is. Uit bestudering van defoto's blijkt dat men wel over een kluiverboom beschikte, maar dat deze in veel gevallen, om praktische redenen teruggehaald was. Logisch, door het veelvuldig afmeren tegen de veerdam op Kamperland en aan de steiger in Veere een 'onding'. Vermoedelijk ook geen aanleiding om vol tuig te varen voor dat relatief kleine stukje. De vernieuwde Betje is uiteraard ook uitgerust met het volledige tuig, inclusief kluiverboom en zal ongetwijfeld meer gebruikt worden, dan in zijn oorspronkelijke functie. Aanbrengen eerste vlakdeel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2007 | | pagina 10