De werf van Alphonsius Verras.
Waar de hengst Dn Bruinen ooit gebouwd werd.
In de Consent van 2005 werd de geschiedenis van de hengst D'n Bruinen beschreven. Niet
gemakkelijk, temeer daar bij het opzoekingswerk op een gegeven moment als werf "van Campen"
werd aangegeven. Een werf waarvan niemand eerder had gehoord. Mede dankzij de hulp van het
Kromhoutmuseum werd de "levensloop" van D'n Bruinen boven water gehaald. Maar hoe zat het nu
met die werf?
6
CONSENT NR. 24 VOORJAAR 2008
Franke Lok
2006. Open monumentendag, ook in Aalst, waar op dat
moment een vloot klassieke schepen te bezichtigen is. Eén
van de bezoeksters van de replica hengst Tolerant is Magda
Lansu. Ze vertelt dat ze liever die houten hengst had gezien,
want haar overgrootvader zou die wel eens gebouwd kunnen
hebben. Samen met destijds geëmigreerde familie probeert
ze de stamboom te reconstrueren. En voorTolerant was dat de
aanleiding voor een interview.
Het verhaal begint eind jaren 1700 in Zeeuws Vlaanderen.
Door het noorden van Oost-Vlaanderen en in Zeeuws
Vlaanderen liepen toen nog vele kreken en Kieldrecht was ooit
de belangrijkste vissershaven in de Scheldedelta. Vooral door
het dichtslibben van de kreken was er een belangrijke migratie
van vissers vanuit Oost-Vlaanderen naar Zeeuws Vlaanderen.
En met hen ook andere ambachtslui.
Ene Francises Verhaas deed in 1799 in de gemeente Hontenisse
aangifte van de geboorte van zijn zoon Jan Francies.Francises
was (zoals zo velen toen) blijkbaar ongeletterd want de
gemeente ambtenaar schreef hem in onder de familienaam
Verras.
Jan Francies overleed op 6 september 1842 in "Graauw en
Langendam", 43 jaar oud en scheepstimmerman van beroep.
Diens zoon, Pieter Verras, is geboren op 25 maart 1823 te
Stoppeldijk. Hij huwde in 1850 met Sophia Claassen, naaister.
In 1867 stichtte Pieter Verras de scheepswerf "Moed en Trouw"
te Paal.
Pieter en Sophia kregen 6 kinderen: Petrus, Jan Francies (over
leden in hetzelfde jaar dat hij geboren werd), Johannes, Jan
Francies, Alphonsius en tenslotte nog een dochter Rozalia. De
zonen werden scheepstimmerman en de dochter huwde met
een schipper.
Sophia overleed in 1880 en Pieter hertrouwde in 1882 met de
weduwe Maria Francisca de Valck, dagloonster. Het gebeurde
in die tijd vaak dat (redelijk noodgedwongen) weduwnaars
en weduwes met elkaar huwden, men had toen gewoon een
partner nodig.
Maria Francisca bracht in dit huwelijk in gereed geld 300
guldens aan. Pieter bracht de werf aan.
In de huwelijksakte -in gemeenschap van goederen- werd
tevens bepaald dat zij elkanders erfgenamen zouden zijn
en onder andere "dat de erflaatster bij testament verleden voor
bovengenoemden notaris voor het geval dat haren echtgenoot
Pieter Verras vóór haar mocht overlijden, tot hare eenige universeele
erfgenamen zijne vijf in eerder huwelijk.
Het huwelijk tussen Pieteren Maria Francisca bleef kinderloos.
Bleef nog het feit dat de vijf kinderen hun "erfdeel" moesten
krijgen.
Het verhaal gaat nu verder met de jongste zoon, Alphonsius.
Op de jonge leeftijd van 23 jaar ontving hij van zijn vader
zijn "tiende", zijn aandeel in de werf zeg maar, zijnde "drie en
tachtig gulden vijftig cents". Dit te Hulst officieel geregistreerde
document kostte dan ook nog eens 4,97 gulden aan
registratiekosten.
Alphonsius Veras, Chicago
KXL i
CHICABC»
CONSENT NR. 24 VOORJAAR 2008 7
De ondergetekende Alphonsius Verras, scheepstimmerman te
Graauw, verklaart bij deze te hebben verkocht aan zijnen vader,
Pieter Verras, scheepstimmerman, eensgelijk te Graauw, die bij
medeondertekening dezes verklaart te hebben gekocht en in koop
te aanvaarden, een tiende gedeelte in een woonhuis met loodsen
en in vier aren zestig centiaren erf en tuingrond, staande en gelegen
te Graauw, kadastraal bekend als B nummer 517, 519 en 491 van
den verkoopen in eigendom toegekomen als mede eigenaar ad
indestato. Van wijlen zijner moeder Sophia Wilhelmina Claassense
behorende de overige gedeelten in voormelde goederen van: 1 den
kooper in deze Pieter Verras, den helft als eigenaar, en drie tiende
als kooper van zijne zonen Petrus, Johannes en Jan Fransies Verras
blijkens koopakte van 25 februarij 1882, geregistreerd den 27 ste
februarij 1882 en overgeschreven ten kantoor van hypotheken
te Goes den 2 de maart 1882, en van het resteerende gedeelte de
minderjarige Rozalia Verras.
En is in deze koop en verkoop geschiedt op de navolgende
voorwaarden:
1° Aanvaardt de kooper zijn gekochte in de staat waarin het zich
thans bevindt, met al zulke rechten en erfdienstbaarheden die
daarop mochten gevestigd zijn.
2° Volgt bij het gekochte alwat daarvan aard-nagel en wortelvast
is en regtens daarbij hoort.
3° Komt de kooper van heden af in het bezit van zijn gekochte,
terwijl hij ook van nu af al de daarop gevestigde lasten voor zijne
rekening zal hebben.
Voor de koopsom is bepaald eene som van drie en tachtig gulden
en vijftig cents welke de verkooper verklaart na genoegen te
hebben ontvangen, waarvoor deze is strekkende tot kwitantie en
bewijs van eigendom.
Graauw den 11 mei 1883.
Getekend door: P verras en A Veras (let op de schrijfwijze).
Zes jaar later, op 10 mei 1889 werd Alphonsius in Nederland
uitgeschreven als geëmigreerd naar New York/Ghicago.
In die periode van zes jaar moet hij nog een beroep hebben
uitgeoefend. Was hij ergens (scheeps-) timmerman of zat hij
misschien in de visserij? In ieder geval was het een periode
van kommer en kwel waarin vele Vlamingen en Zeeuwen
noodgedwongen tot emigratie besloten. Alphonsius vertrok
vanuit Antwerpen met het SS Noordland van de Red Star Line.
Op 23 mei kwam hij in New York aan.
SS Noordland van de Red Star Line
Zijn broer Jan Francies volgde hem een jaar later. Waarschijnlijk
nadat Alphonsius hem bericht had dat er werk was voor een
timmerman.
We vinden Jan Francies ingeschreven in een voorgedrukt
register van de provincie Zeeland, de STAAT der LAND
VERHUIZINGEN naar NOORD-AMERIKA, of andere Overzeesche
Gewesten welke in den loop van het jaar 1890 (de 90 is ingevuld)
hebben plaats gehad".
Dat van de gemeente Graauw vermeldt hem als volgt:
Namen en Voornamen: Veras Jan Francies (Veras hier weer
met één r geschreven).
Beroep: scheepstimmerman
Ouderdom: 33 jaar
Godsdienstige Gezindheid: Roomsch Katholiek
In welke klasse zij, met opzicht tot hunne gegoedheid
kunnen gerangschikt worden:
Welgestelden: -
Mindergestelden: ja
Behoeftigen: -
Of zij in den hoofdelijken omslag waren aangeslagen, zoo
ja, naar welk inkomen? Neen
Getal der, met de in de eerste kolom vermelde personen
vertrokken.
Vrouwen: 7
Kinderen: 3
Dienstboden: -
Vermoedelijke redenen van vertrek: hun overtuiging van een
ruimer bestaan
Plaats of land waarheen zij zich begeven hebben:
Chicago
Uit een ander document blijkt dat de echtgenote van Jan
Francies, Rosalia, eveneens 33 jaar was en dat ze vertrokken
met hun drie zoontjes van 3 en 1 jaar, en eentje van een paar
maanden oud,
Alphonsius had zich al te Chicago gevestigd en moet er met
zijn ervaring als (scheeps)timmerman een goede baan hebben
gevonden. Hij werkte er bij de "Pullman Car Works", een bedrijf
waar men koetsen bouwde en de houten opbouw van trein
wagons.
Op 31-jarige leeftijd huwde hij op 5 juli 1891 met de 24-jarige
Elodie van Belle, eveneens afkomstig uit Graauw. In Amerika
kregen ze drie dochters: Scolastica, Sophia Wilhelmina en
Maria Virginia Verras.
Virginia zou de grootmoeder worden van Magda Lansu die wij
interviewden.
Op een dag kreeg Elodie een brief waarin melding werd
gemaakt van een erfenis. Met haar drie dochters keerde
ze terug naar Nederland. Ze schreef toen een brief naar
Alphonsius zeggende dat ze niet naar Amerika zou terugkeren.
Was de erfenis zo meegevallen? Of had ze altijd al heimwee
gehad naar Zeeland?
Alphonsius besloot huis en inboedel te Chicago te verkopen.
Met het verdiende kapitaal keerde hij terug naar Nederland.
Maar hij had nog iets bijzonders in zijn bagage: namelijk
moderne gereedschappen en machines voor houtbewerking
die hij in Amerika had leren kennen.