'""i'Ti 1 Zeilmakerij Van de Grniter /0e Seile maaker. d)e \'Iumc Win}), 'Vat, baar heit Winb, Met Sell aan ree en mast gespannen Qaab oxkr S^ee met Schip en Mannen o Mens, span ult, span uit het Seijl, \/an hart lijk Willen en hepeeren, See \Joerb ben heilgen $eest bes Meeren 1/ naa be Qoubkust, aller heiji .Eeuwenlang werden schepen voortbewogen door de wind. Met een zeil de wind vangen en zo het schip in beweging krijgen. Zeilende schepen dus. Ook de Zeeuwse vissersvloot zeilde in en voor de delta. kuiter \7„ 12 CONSENT NR. 24 VOORJAAR 2008 Bonnie Joosse Zeilen werden nieuw gemaakt en ge repareerd. Door zeilmakers. In heel Zeeland zijn dat er veel geweest. Om er wat te noemen: in Yerseke Van Poelje en Zoetewey. In Vlissingen Smid, Ribbens, Van de Gruiter en Raamsdonk. M. Reijnhout in Middelburg, Ribbens in Terneuzen. Kees Korsten op het Kraanplein in Zierikzee. Jan de Korte aan de Oudestraat in Bruinisse. Zeilmaken is een prachtig vak. Want een zeil dat goed gesneden is maakt van een goed schip een beter schip. Een zeil buigt de wind die in dat zeil blaast zodanig af dat er zuiging ontstaat die resulteert in een voorwaartse gang van het schip. Niet elke zeilmaker kan een zeil de goede "coupe" geven. Het is net als bij kleding maken: er is een aanzien lijk verschil tussen confectie, maatwerk Cornelis von de Gruiter, de stichter van de zeilmakerij, en zijn echtgenote en haute couture. Bij de afwerking van het zeil gaat het niet om het mooie maar om de duurzaamheid van delen die het meest te lijden hebben van schavielen en oprekken. Zeilmaken is ook een zwaar werk. De banen van een zeil, de kleden, worden naar een patroon gesneden. Dan worden ze aan elkaar genaaid. Vervolgens moet het zeil aangelijkt wor den, het touwwerk moet eraan bevestigd worden. Dat klinkt eenvoudig voor mensen die een naaimachine een normaal stuk gereedschap vinden. Maar vóór de uitvinding van die machine was zeilen naaien handwerk. De zeilmaker zat op een bankje met het te naaien zeildoek over zijn knieën. Het bankje was voorzien van opbergruimte voor gereedschap en plaats voor het naaigaren bovenop. Zeildoek is stug. Met een naald is er moeilijk door te komen en met een vingerhoed is niet genoeg kracht te zetten. Daarom werkt de zeilmaker met een Gerepareerde zeilen op de ARM 14 CONSENT NR. 24 VOORJAAR 2008 13 zeilplaat of palm (1). Dat is een ijzeren plaatje op een leren riem. De riem gaat om de hand met de duim door een duimsgat. Het plaatje ligt dan in de muis van de hand, klaar om kracht te zetten. De zeilmaker gebruikt zeil- en lijknaalden (2). Alle naalden zijn naar de punt toe driehoekig. Hij naait van zich af, van rechts naar links en drukt de naald van zich af door het doek. Hij gebruikt een zeilhaakje (3) zodat het doek niet op schuift en strak gehouden wordt. Het zeilhaakje is een puntig haakje, dat even in het doek wordt geprikt en met een lijn tje aan de bank, waarop de zeilmaker zit, is vast gemaakt. De lengte zeil die telkens verwerkt wordt, heet aanslag, ongeveer een vadem 1,80 m. De zeilmaker heeft in zijn bankje nog meer gereedschap voorhanden. Een taats (4), een kegelvormig stuk hout voor het maken van gaten en leuvers. Een prikker (5), een klein marlspijkertje met houten heft om gaatjes in het zeildoek te prikken. Een vethoorn (6) om de zeilnaalden in te vetten. Tenslotte is er nog de robber, gebruikt om de naden plat te strijken, hoewel dit meestal met de rug van een mes gedaan wordt. De robber (7) is van staal of van hout en heeft afgeronde randen. Nu, anno 2008 zijn er nog steeds zeilmakers. Bij Lion Sails in Kats snorren de naaimachines. De Jong in Wolphaartsdijkadverteert als "allround sailmaker". Den Boer in Numansdorp naait zeilen voor platbodems. De firma Van de Gruiter in Vlissingen naait industriezeilen. Nu wel, maar hoe is het allemaal begonnen? Cornelis van de Gruiter, geboren in Arnemuiden in 1883, was de grondlegger van het bedrijf. Zijn bijnaam was Kéren, Kèrentje. In die tijd kwam er regelmatig een reizend koopman in Arnemuiden, die Kéren heette en een donker uiterlijk had. Kees leek daar veel op en dus was de bijnaam snel gegeven. Deze Kees, Kèrentje dus, verdiende zijn brood eerst als visser en had een winkeltje in garen en scheepsbenodigdheden aan de Markt in Arnemuiden. Door allerhande lichamelijk ongemak, waarschijnlijk rheuma, kon hij het werk aan boord niet meer aan. Hij ging aan de wal. Veel vissers uit Arnemuiden verhuisden na het sluiten van het Sloe naarVeere of Vlissingen. Want het was toch wel een hele opgave, iedere keer lopen van Arnemuiden door de donkere polder naar je schip in Veere of Vlissingen. Later kwamen veel vissers toch weer terug naar Arnemuiden. Kees van de Gruiter verhuisde naar Veere en opende ook daar een winkeltje met bolletjes touw, garen en scheepsbenodigdheden. Daar begon hij ook met het repareren van zeilen. "Dat had hij aan boord geleerd. Hij was altijd nogal handig", volgens zijn zoon Klaas.

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2008 | | pagina 8