FLESSENPOST Naschrift 20 CONSENT NR. 25 VOORJAAR 2009 Peter Homer Volgens de rekening van Van Damme was de YE 178 een hoogaars. In het Register van Zeeuwse visserschepen van RJ. Huijbrecht (Middelburg 1987) staat het schip te boek als HD (half gedekte) Platbodem. Waarmee maar weer eens blijkt hoezeer de namen van de diverse scheepstypen werden ver basterd door zowel ambtenaren als particulieren. Want wat is het geval? De YE 178 "Zeehond" was een houten Lemmer aak, gebouwd in 1902, en eigendom van de N.V. Stoommeel- fabriek en Oestercultuur v/h wed. J.H.C. Kakebeeke te Yerseke. Vanaf 1 september 1911 werd de registratie van visserschepen aangepast volgens de Algemene Maatregel van Bestuur van 12 juni 1911 (Koninklijk Besluit nr. 144). De "Zeehond", tot dan met nummer YE 185, werd op 1 augustus 1912 ingeschreven in het nieuwe register onder nummer YE 178. De Stoommeel- fabriek had, naast de "Zeehond", nog een aantal vaartuigen in de vaart: de YE 179, "Jans", ook een halfgedekte platbodem (een hengst), en de YE 118 "Jan Hendrik Cornelis", een stoom- raderboot. In 1922 wordt de YE 178 verkocht en opnieuw ingeschreven onder hetzelfde nummer, met als eigenaar J. Mieras Mz. Eind 1923 verkoopt deze het schip aan M.Jansen in Stellendam, die het laat inschrijven als "Onderneming" onder nummer SL 46. In 1931 wordt een 'Rennes' 30 pk 1 cylinder ruwe olie motor ingebouwd, die het schip een snelheid van 5 knopen geeft. In 1937 krijgt het schip andermaal een nieuwe eigenaar, P. Troost Azn., die het in 1949 verkoopt aan Cornelis Roon te Stellendam. Deze laat het inschrijven onder de naam "Op Hoop van Zegen" met nummer SL 27. Hij gebruikt het schip voor de garnalenvangst in het Goereese gat en op de Noordzee, met als nevenbedrijf de ankerkuil. Maar kennelijk is het schip niet meer in de vereiste conditie: in 1950 wordt het, 48 jaar oud, doorgehaald en gesloopt. Maar voeren er dan geen hoogaarzen in de beurtvaart? Bij het lezen van een verhaal zoals hiervoor komen er altijd stukjes naar boven die al tijden lagen te wachten in het archief. In dit geval is dat een brief van een paar jaar geleden van de heer Walter de Smedt uit Haasdonk in België. Bij de brief zat een foto van de, volgens hem Tholense, hoogaars van zijn grootvader, Gilles Jacobus de Graef (1863 - 1937) uit Kieldrecht. De vraag van de heer De Smedt was of wij iets meer konden vertellen over het schip of de locatie. Omdat het volgens de brief om een beurtschip van Zeeland op Rotterdam ging zijn we te rade gegaan bij Adrie Koppejan. Die had de volgende informatie: De foto is genomen aan de Spaansche Kade (de oostelijke kade van de Oude Haven) te Rotterdam en moet al heel oud zijn!! Het torentje links is de linkerkant van het (verdwenen) winkelcomplex Plan C, de rest van het winkelcomplex zit achter de zeilen (er liggen twee hoogaarzen hè?). Naast en links van dat "torentje' zien we een deel van Station Beurs, met daarnaast weer een overkapping (het perron) voor de treinen. Tussen het winkelcomplex en het station was de Gelderse Straat.. Toch nog één opmerking: de hoogaarzen liggen aan een soort 'dwarswalletje': dit kon ik op de foto's niet thuisbrengen! Waarschijnlijk is het later weggehaald bij modernisering van de kademuur of zo. Daarom denk ik dat het al een heel oude foto is. Welke hoogaarzen dit zijn weet ik niet." Het schip van De Graeff is niet terug te vinden in de nog bewaarde werfboeken. Uit de werfboeken van Meerman (Arnemuiden) en Jonker (Kinderdijk) blijkt dat met enige regel maat hoogaarzen met luiken werden afgeleverd. Vaak waren deze bestemd voor schippers van de Zuid-Hollandse eilanden. De hoogaars werd dus duidelijk niet alleen als visserschip of veerschip gebruikt. De brief met foto van de heer De Smedt bewijst dat hoogaarzen zelfs werden gebruikt als beurtschip. Merkwaardig is wel dat een schipper uit Kieldrecht de beurt zou hebben gevaren in Zeeland, omdat het beurtrecht door gaans werd verleend aan lokale schippers. CONSENT NR. 25 VOORJAAR 2009 21 Consent verschijnt eens per jaar. Woord en wederwoord is daarom een langdurige zaak. Toch komen er berichten binnen die wij u niet willen onthouden. Daarom hier een nieuwe rubriek. Flessenpost. Het duurt even, maar het komt aan! Hoogaars "De Wet" 100 jaar!!! Het begon allemaal op de werf van Wouter en Cornelis Stam in Nieuw-Lekkerland. Daar werd in 1909 een hoogaars op stapel gezet voor een visser uit Veere. Nog tijdens de bouw werd het schip verkocht aan een Engelsman, die het schip als jacht liet afbouwen en het vervolgens meenam naar Engeland. Na daar 67 jaar te hebben rondgevaren wordt het schip gevonden door een Nederlandse fotograaf die het weer terugbrengt naar Nederland. Uiteindelijk komt het schip in bezit van Willem van Eeken die het laat restaureren, en er op die manier weer een schitterende hoogaars van laat maken. Dit is heel beknopt de geschiedenis van "De Wet". Sjouke van Eeken heeft ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan een boek samengesteld waarin op een zo uitgebreid mogelijke manier, wordt ingegaan op de geschiedenis van "De Wet". Dit houdt in dat er veel historisch materiaal boven water is gekomen over met name de Engelse periode. De auteur heeft geprobeerd te laten zien hoe bijzonder de geschiedenis, maar ook het schip zelf is. Het geheel wordt opgeluisterd door veel historisch beeldmateriaal, en ook door de ervaringen van verschillende opvarenden waaronder twee kleinkinderen van de eigenaar die het schip in de jaren '30 van de vorige eeuw in bezit heeft gehad. Nieuwsgierig geworden? Bestel dan dit unieke boek rechtstreeks bij de auteur. U kunt dit doen via onderstaand E-mail adres. Prijs van deze uitgave is 19,95 euro. Sjouke van Eeken svaneeken@telfort.nl Zeilmakerij Van de Gruiter In 2008 stond in Consent een stukje over de zeilmakerij Van de Gruiter. Naar aanleiding daarvan heeft de redaktie een aantal reacties gekregen. Mevrouw Nienke Bakker uit Oegstgeest schreef dat zij voor zeilplaat of palm het woord zeilhans kent. Als kind hoorde ze dat woord van haar vader (geb. 1884), een oud koopvaardijman. Dus de redaktie ging op onderzoek. En wat blijkt: voor de palm zijn heel wat woorden in omloop. Zo hoorden we over een zeilschoentje, onder de toevoeging; dat zal wel uit Den Helder komen. En over een palmonit, een woord gebruikt in Vlaanderen. Zeilhand en zeilpalm, zeilmakershandschoen en palmhandschoen worden ook gebruikt. En tenslotte de Arnemuidse benaming zeilmofje. De lijst zal nog wel niet uitputtend zijn maar Consent verschijnt nog vele malen. Dus stuur uw benaming in. We werken aan een palmwoordenboek! Op de foto van de ARM 14 is boven in het grootzeil een rond stukje wit zeil te zien. Het verhaal ging dat dat een teken was dat de verzekering betaald is. Maar dat is "ghin waer". Het moet toch niet zo veel moeite zijn voor een onverzekerde visser om ook zo'n stukje zeildoek op het grootzeil te naaien en zodoende niet negatief op te vallen. Het lijkt wat op het verhaal van de vergulde wortelstok (mastwortel, red.) die een schip voert boven de vleugel, maar alleen als het schip afbetaald is. Als je daar eens over nadenkt is het toch te gek voor woorden. Nee, een wortelstok is voor het mooie. En volgens Mr.Dr.T.Huitema in Rond en Platbodemjachten, was het heel vroeger een prijs bij hardzeilwedstrijden in Friesland. Dat stukje zeil in een afstekende kleur op het grootzeil is een herkenningsteken. Kan je van verre al zien welk schip er aan komt. Tenslotte een brief. Die spreekt voor zichzelf. En bewijst nog maar eens dat een artikel eigenlijk twee keer geschreven moet worden. De tweede keer nadat de reacties binnengekomen zijn. Dit soort aanvullingen maken het leuk en interessant om dingen uit te zoeken en er over te schrijven. Geachte redactie van het blad Consent, Graag wil ik mij in de eerste plaats voorstellen: Mijn naam is Jacob Lieven van de Gruiter. Ik ben de zoon van Kees van de Gruiter. Mijn grootvader was ook Kees van de Gruiter (Kerentje). Graag wil ik aan de het aardige artikel in Consent voorjaar 2008 nog e.e.a. toevoegen. Fa. Gerrit Hooiveld uit Enkhuizen had ook een broer in Andijk met een zeilmakerij, meer gericht op de landbouw en anjovis-visserij. Ik heb in mijn bezit een factuur van deze zeilmakerij uit 1854, betreft reparatie molenzeilen. Rond 1925 moest deze Jacob Hooiveld naar het ziekenhuis voor een operatie, en werd doorzijn broer Gerrit aan v.d.Gruiter in Vlissingen,gevraagd een van zijn zoons naar Andijk te sturen, om de zeilmakerij tijdelijk voort te zetten. Na herstel van Jacob Hooiveld is mijn vader even terug geweest naar Vlissingen, maar spoedig teruggegaan naar Andijk. Jacob Hooiveld had drie dochters, met de middelste Aafje (mijn moeder) is mijn vader in 1930 getrouwd.In 1938 heeft mijn vader de zeilmakerij overgenomen, en werd het Zeilmakerij v/h.Jb. Hooiveld Dzn. In 1954 ben ik bij mijn vader in de zaak gekomen. In 1962 (negen dagen na mijn huwelijk) is mijn vader plotseling overleden Ik ben toen eerst alleen verder gegaan, later wat uitgebreid met personeel, tevens de naam veranderd in: van de Gruiter zeildoekprodukten en van de Gruiter Zonwering. In 2002 heeft mijn zoon Kees van de Gruiter (hoe kan het ook anders) de zaak overgenomen. Sinds 1999 zitten wij op een prachtige lokatie op het industrieterrein van Andijk, produceren veel voor de transportwereld, en voor de industrie, ook confectioneren wij veel reclamedoeken, zowel thermisch als hoogfrequent gelast. Onze laatste grootste klus was een reklame doek voor Nissan van 65,00 mtrx 18,50 mtr. Hangt op dit moment aan het Ned Lloyd gebouw aan de Maasboulevard in Rotterdam, (zie You Tube). Als 16 jarige jongen werkte ik al bij mijn oom Klaas, op Nieuwstraat 17 en 8, dus voor mij ook leuke herinneringen. Ik wens U nog veel succes met Uw blad en teken met vriendelijke groeten, Jaap L. van de Gruiter

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2009 | | pagina 12