Puffabriek Arnemuiden
4 CONSENT NR. 27 VOORJAAR 2011
Aan het werk in de
puffabriek van Veere
foto J.Midavaine
Van de Sande vraagt op 15 september 1953 een hinderwet
vergunning aan voor het plaatsen van een oliestookinstallatie
voor de bestaande stoomketel en het maken van een venti-
latiekap in het dak van de vis- en garnalendrogerij. Het eerste
deel van de vergunning levert weinig problemen op, maar
tegen de ventilatiekap wordt geprotesteerd door de in Veere
wonende kunstenares Ina Rahusen, die in 1938 nog een platte
grond heeft getekend van het 'stedeke Veere' waarop ook de
puffabriek staat afgebeeld (zie afbeelding). Tijdens de zitting
waarin bezwaar kan worden gemaakt legt mevrouw Rahusen
uit dat het vanwege arbeidsomstandigheden wel te begrijpen
is dat de werknemers hitte en stinkende dampen willen laten
afvoeren via de ventilator, maar dat het gevolg wel is dat de
stank van de vismeelfabriek zich over de stad zal verspreiden,
vooral bij westelijke windrichting. Er ontstaat tijdens de zitting
een discussie over de oorzaken van de stank. Mevrouw Rahu
sen beweert dat de stank vooral wordt veroorzaakt door de
zeesterren en de krabben en niet zozeer door de garnalen. Zij
vraagt zich af hoe het komt dat de fabriek na de oorlog meer
stinkt dan voor de oorlog. Volgens Van de Sande ligt de oor
zaak in de veel grotere aanvoer na de oorlog. Destijds draaide
de fabriek maar enkele dagen per week en nu een hele week.
Wel is de kwaliteit garnalen nu veel beter dan vroeger. Voor
de oorlog werden er nogal eens bedorven garnalen verwerkt,
De puffabriek van Veere
foto J.Midavaine
CONSENT NR. 27 IVOORJAAR 2011 5
De Puffabriek Arnemuiden
met familie Stroo
foto: fam Stroo
wat een enorme stank veroorzaakte. De verwerking van een
droog product ruikt nu eenmaal minder dan een rottend
goed. Van de Sande zegt dat hij alleen maar producten van
goede kwaliteit wil verwerken. Hij krijgt regelmatig aanbiedin
gen van elders om producten van een week oud te verwer
ken, maar heeft ze telkens geweigerd, hoewel hij dan wel zeker
een winst van 500 gulden per week misloopt. Volgens Van de
Sande accepteert de vismeelfabriek in Breskens dergelijke aan
biedingen wel en daarom stinkt het in die gemeente zo. De
Breskense Courant van 7 maart 1939 meldt dat de puffabriek
in Breskens de eerste is die in 1939 erachter komt dat opïexel-
stroom langs de kust van Wieringen en in de Noordzee uitge
strekte banken van zeesterren zijn te vinden en dat deze die
ren na gedroogd, gekookt en gemalen te zijn een uitstekend
vismeelvoeder vormen voor eenden en kippen. Na Breskens
gaan vele puffabrieken ook zeesterren verwerken.
Dat Van de Sande naast garnalen ook zeesterren en krabben is
gaan verwerken geeft hem het voordeel dat hij het gehele jaar
door kan draaien. Deze producten hebben volgens hem een
bate opgeleverd in 1952 van 84.000 gulden, hetgeen neer
komt op 4.000 gulden per vaartuig.
De toegestane aanvoerhoeveelheid vis voor consumptie wordt
door de opkopers per schip bepaald en aangekondigd op de
mijn. De overige vangst wordt verkocht aan de puffabriek. Het
is dus niet allemaal afval. De hoeveelheid vis in de puf is wet
telijk vastgesteld op ca. 10 procent. Dat wordt gecontroleerd
door de Algemene Inspectiedienst (AID). Als er teveel vis bij
zit wordt de visser beboet. Als de AID-mensen op de haven
zijn wordt op de fabriek een rode vlag aan de schoorsteen ge
hesen. Dan hebben de vissers nog gelegenheid de puf over
boord te zetten. Voor het geval er om een of andere reden
geen tijd meer is voor de vlag aan de schoorsteen dan wordt
door een van de mensen van de fabriek vanaf het rondeel aan
de haveningang gezwaaid met een rode zakdoek.
Volgens het Zeeuws Dagblad van 6 maart 1954 wordt op de
vismijn te Veere voor een bedrag van circa 40.000 gulden aan
zeesterren en krabben aangevoerd, die rechtstreeks naar de
puffabriek gaan. De jaaromzet van Van de Sande bedraagt
in 1960 1500 tot 2500 ton nat product d.w.z. kleine garnalen,
krabben, zeesterrren. Een jaar later komt er echter een eind aan
deze aanvoer door de uitvoering van de Deltawerken. Door
de afdamming van het Veerse gat in 1961 verliest Veere zijn
rechtstreekse verbinding met zee en vertrekken de vissers
naar Colijnsplaat. Vanuit de haven in deze plaats is er nog wel
een jaar of twee puf aangevoerd naar Veere. Na het vertrek
van de vissers verhuist Van de Sande naar Breskens en blijft
het gebouwencomplex jarenlang ongebruikt totdat het rond
1970 wordt gesloopt voor de bouw van de appartementen in
de Kievitenlaan.
Op 27 november 1931 vraagt W.A. Pelle, garnalenhandelaar
te Middelburg, aan de gemeente Arnemuiden een vergun
ning voor de oprichting van een inrichting tot het drogen
van schaaldieren, met name garnalen en garnalendoppen op
een perceel aan de Burgemeester Lantsheerweg. Vier perso
nen spreken op een openbare zitting op 14 december 1931
de vrees uit dat de inrichting een ondraaglijke stank zal ver
oorzaken voor de omwonenden en de gebruikers van nabij
gelegen percelen. Uit ingewonnen advies van de Inspecteur
van de Volksgezondheid te Breda blijkt echter dat geen stank
overlast is te verwachten, omdat in de inrichting uitsluitend
verse garnalen en garnalendoppen verwerkt (gedroogd) zul
len worden. De gemeente besluit op 9 februari 1932 Pelle in
verband met te verwachten stankoverlast een vergunning te
geven voor de proeftijd van één jaar. Pelle is het hier niet mee
eens, alleen met een definitieve vergunning is investeren ver
antwoord en kan hij contracten afsluiten met klanten. De Raad
van State vindt dat de inrichting van Pelle niet is te vergelijken
met de fabrieken waar in hoofdzaak "puf" (kleine vis, krabben,
afval) wordt gedroogd, waarvan juist de waargenomen hin
derlijke stankontwikkeling het gevolg is. Bij Pelle worden de
garnalen die 's nachts en 's morgens in Veere zijn aangevoerd
's middags in Arnemuiden gepeld en de doppen worden een
der volgende dagen gedroogd. Het te drogen materiaal is dus
steeds redelijk vers en vrijwel nooit bedorven, omdat het an
ders niet aan het verplichte percentage eiwit en vet volgens
het verkoopcontract voldoet en dus ook geen stank verspreidt
Met succes gaat hij in beroep, de tijdelijke vergunning wordt
omgezet in een definitieve. De Raad van State vermeldt nog
dat Arnemuiden een vissersdorp is, waar men aan de reuk
van vis gewend is en dat men daarom van de 300 meter ten
noorden van de bebouwde kom gelegen drogerij zeker geen