Van Ouderkerk: Vier generaties zandschippers Tien zeilschepen in honderd jaar. Dat het waterrijke karakter van de delta niet voor iedereen een belemmering vormde bewijst de geschiedenis van de Middelburgse familie Van Ouwerkerk, die in anderhalve eeuw een bedrijf op bouwde dat tot ver over de grenzen bekend is. Willem I en de hoogaarzen Houten schepen en nat zand De Nieuwe Haven Willem I en de 'Op Hoop van Zegen' Het sluisregister van Veere Willem II (1847-1925) en de 'Dankbaarheid' 2 CONSENT NR. 28 VOORJAAR 2012 I/I/. Van Ouwerkerk Een overzicht van de in dit artikel genoemde schippers en schepen: Naam schipper Type schip Naam schip Willem 1 1818-1905 .Hoogaars .Onbekend Hoogaars. .Onbekend Paviljoenaak .Op Hoop van Zegen Pieter Johannes 1 1846-1902. .Boeijer Dankbaarheid Willem II 1847-1925 .Onbekend .Vrouwe Sophia Marijnes 1848-??? .Tjalk Sophia Adriana Willem III 1882-1967. .Boeieraak. .Weltevrede Pieter Johannes II. 1885-1957. .Hoogaars. .Yerseke 86 Pieter Johannes III 1909 Rietaak. Bastiaan Jakob 1911 Luxe Motor. .Johanna Maria Willem IV 1921Klipper. Louise Theo 1929 8 ALiE,R/Pri<3T0c?f MDOCLSURS ïh VüSSiNGEN. Willem I 1818-1905gehuwd met Johanna Esteve. Omstreeks 1840, na zijn diensttijd neemt Willem I het zand- handeltje van een zekere De Groot over, en gaat met ballast- zand varen in een oude éénmans hoogaars van 7 ton. De verkoop van ballastzand aan de schippers die na de Napo leontische malaise weer uitvaren naar de Oost en de West is kennelijk een lucratieve handel. In 1850 gaan de zaken zo goed dat Willem zich een knecht kan veroorloven. Er wordt ook een grotere hoogaars van 17 ton gekocht. Van beide schepen is alleen bekend dat ze oud en krakkemikkig zijn. Schepen worden geconstrueerd om de waterdruk van buiten naar binnen te weerstaan. Het is duidelijk dat de druk van binnen naar buiten door het natte zand in een drooggevallen schip, funest is voor een oude houten platbodem. Met name omdat de waterdruk dan tijdelijk is opgeheven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de beide hoogaarzen ieder slechts tien jaar mee gaan. De zandschepen worden door het in 1817 gegraven kanaal van Middelburg naar het Veerse Gat gezeild. De uitgang van dit kanaal, "Nieuwe haven" genaamd, ligt ruim een kilometer zuidoostelijk van de huidige uitgang van het kanaal door Walcheren. Op het strand of op een zandbank wordt met afgaand water het schip droog gezet. Met behulp van schep, kruiwagen en loopplank wordt het scheepje dan volgestort met zand. Op het strand van Vrouwenpolder wordt duin- of metselzand geladen, op een zandbank, waarschijnlijk de Haringvreter, plaat- of ballastzand. De opkomende vloed maakt het geladen schip weer vlot en de vloedstroom brengt het terug naar het kanaal. Door de Nieuwe Haven naar De Punt in Middelburg wordt gezeild of gejaagd. CONSENT NR. 28 VOORJAAR 2012 3 Omstreeks 1860 wordt de paviljoenaak 'Op Hoop van Zegen' van 32 ton aangeschaft. Kennelijk is deze rondbodem beter bestand tegen het zoute zand dan de beide oude platbodems, want tot 1898 wordt er door Willem op gevaren. De laatste drie reizen zeilt de dan tachtig jaar oude schipper naar Bergen op Zoom met suikerbieten. Daarna wordt het schip verkocht. Helaas zijn van alle bovengenoemde schepen de bouwer en het bouwjaar niet bekend. Het huidige Kanaal door Walcheren wordt in 1872 feestelijk geopend. Vanaf dat moment wordt een sluisregister bijge houden om sluis- en havengeld te kunnen innen. Voor ons is het nu een rijke bron van informatie. Een bron die soms wat moeilijk toegankelijk is. De sluiswach ters worden geacht zelf hun schrijfbenodigdheden te kopen. Om de kosten te drukken wordt vaak wat water bij de inkt gedaan. Dit resulteert nu in vage, moeilijk te lezen letters. Een typisch Zeeuwse gewoonte is om hoogaars uit te spreken als oogaars, sommige sluiswachters schrijven dan ook de "H" niet. Een soort hypercorrectie is om een woord wat wél met een klinker begint toch van een "H" te voorzien. Het zoeken wordt daardoor wat ingewikkeld omdat de "Oogaars van Houwerkerk" snel aan de aandacht ontsnapt. Het is algemeen bekend dat in Middelburg op De Punt een rolpaal stond om een jaaglijn te geleiden. Minder bekend is dat ook in Veere op het westelijke havenhoofd van de ingang van het kanaal zo'n paal was aangebracht. Voor een met zand geladen zeilschip wat met windstilte door de vloedstroom wordt meegenomen was het natuurlijk moeilijk de ingang van het kanaal in te draaien. Daarom werd tijdig een lange jaaglijn naar de wal geroeid zodat gebruik makend van de rolpaal het schip door een paard het kanaal in getrokken kon worden. De Dankbaarheid, een boeijer van 22 ton heeft als gezagvoer der een Willem van Ouwerkerk. Dit moet wel Willem II, de zoon van Willem I zijn, want regelmatig liggen de 'Dankbaarheid' en de 'Op Hoop van Zegen' samen in de sluis, waarbij voor bei de schepen als gezagvoerder W. van Ouwerkerk opgegeven wordt. Op 20 januari 1877 bijvoorbeeld schutten de 'Op Hoop van Zegen' en de 'Dankbaarheid' samen naar buiten. De 'Op Hoop van Zegen' is geladen met steenkool bestemd voor Ber gen op Zoom. De 'Dankbaarheid' heeft een lading hout voor Yerseke. Op beide schepen heet de gezagvoerder Willem van Ouwerkerk. Na enkele dagen komen ze weer naar binnen met een lading zand. Een soort gemengd bedrijf want er wordt niet alleen met zand gevaren. Van de schepen die de sluis passeren wordt vermeld wat de naam is, de lading, de tonnage, de thuishaven, het type, en de gezagvoerder. Bovendien worden de bestemming en de haven van vertrek genoteerd. Bij de zandschepen wordt geen vertrekhaven vermeld, maar "de plaat" of "het strand". Helaas wordt alleen de eerste zeven jaren het type vaartuig vermeld. Daarna maakt men alleen een onderscheid tussen stoom- en zeilschepen. Bij de passerende hoogaarzen uit Yerseke wordt niet de scheepsnaam maar het nummer van de hoogaars genoteerd. Het zoeken op naam van een schip is niet zo eenvoudig. Het blijkt bijvoorbeeld dat de naam Dankbaarheid in 1872 gedra gen wordt door een statiepoon van 47 ton, een poon van 26 ton, een boeijer van 33 ton, een boeijer van 22 ton en een schouw van 13 ton. De tonnenmaat is erg belangrijk, want die bepaalt het sluis- en havengeld. De boeijer 'Dankbaarheid' van 22 ton moet voor het schutten een halve cent per ton betalen. Als havengeld wordt twee cent per ton gevraagd. Dus in totaal 55 cent. Bij het naar buiten schutten wordt opnieuw elf cent verlangd. In die dagen een flinke kostenpost. Een kuub zand brengt in 1874 slechts 69 cent op. Fïrma (fJtXiemdrn. Middelburg Pieter Johannes I (1846-1902) en Sophia Adriana Huijsman Firma Middelburg

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2012 | | pagina 3